Vluchten uit de DDR
Het werd al snel duidelijk voor de Oost-Duitsers na de oprichting van de DDR in 1949, dat het communistische regime een strenge dictatuur zou zijn. Langzaam maar zeker begon een deel van de bevolking te vluchten, of maakten ze plannen om dat te doen.
Het DDR-regime zag zich gedwongen steeds strengere maatregelen te nemen om de vluchtende bevolking tegen te houden, maar de Oost-Duitsers bleken bijzonder vindingrijk in hun pogingen om te vluchten.
Het DDR-regime zag zich gedwongen steeds strengere maatregelen te nemen om de vluchtende bevolking tegen te houden, maar de Oost-Duitsers bleken bijzonder vindingrijk in hun pogingen om te vluchten.
Geschiedenis
Conferentie van JaltaAdolf Hitler en Nazi-Duitsland verloren de oorlog en capituleerden op 7 mei 1945.
Voorafgaand aan deze capitulatie hielden de geallieerde strijdkrachten (de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en de Sovjet-Unie) op 4 februari 1945 de Conferentie van Jalta. Deze conferentie (enkele maanden voor de capitulatie dus!) was bedoeld om strategische plannen voor de naoorlogse wereld te bespreken. Een belangrijk onderwerp was hoe ze Duitsland na de oorlog zouden achterlaten, aangezien er een reële kans bestond dat de nazi's de macht weer zouden grijpen, zodra de bezetters weer waren vertrokken. Om dit te voorkomen, werd op de conferentie besloten om het bezette Duitsland op te delen in vier geallieerde bezettingszones: een Franse, Amerikaanse, Britse en Sovjetzone (zie afbeelding). Ook hoofdstad Berlijn werd (om strategische redenen) opgedeeld in vier bezettingssectoren. Het gezamenlijke bestuur zou onder de controle van de Geallieerde Controleraad komen, waarin alle geallieerden waren vertegenwoordigd. Het doel was om in elke zone alle schuldige nazi's op te pakken en te berechten, het denazificatieproces op gang te brengen en de orde en veiligheid te herstellen. |
Politieke agenda van de Sovjet-UnieDe Sovjets realiseerden zich al snel in 1945, dat ze de situatie in hun toegewezen deel van Duitsland volledig konden uitbuiten. Vanaf dag één plunderden ze alle fabrieken in de Sovjet-bezettingszone (SBZ). Materialen en machines werden onmiddellijk naar de Sovjet-Unie verscheept. Ook de Fransen zouden zich hieraan schuldig hebben gemaakt.
Daarnaast legden de Sovjets buitenproportioneel hoge herstelbetalingen op aan de toekomstige regering van de DDR. Deelname aan het Amerikaanse Marshallplan voor economische hulp, dat alle door de oorlog getroffen Europese landen ter beschikking stond, werd bovendien verboden. Tenslotte installeerden ze Duitse communistische bestuurders op belangrijke posities in de SBZ om het communistische gedachtegoed te verankeren. Dit waren Duitse communisten die tijdens het naziregime waren verbannen of gevlucht uit angst voor represailles. Ze begonnen hun eigen zone steeds meer te isoleren van de overige drie zones. |
Samenwerking tussen de bezettingssectorenDe samenwerking tussen de westerse geallieerden en de Sovjet-Unie begon steeds meer scheuren te vertonen, omdat de politieke agenda's van beiden in toenemende mate van elkaar gingen afwijken.
Waar de Amerikanen en Britten aandrongen op een versterkte economische samenwerking en het samenvoegen van de bezettingszones, deden de Sovjets er juist van alles aan om vooruitgang te blokkeren. De Sovjets waren namelijk niet van plan "hun" bezettingszone weer terug te geven aan de Duitsers. Sterker nog, ze werkten intensief achter de schermen aan hun eigen grondwetten en richtten kranten, politieke partijen en jeugdbewegingen op met een sterk socialistisch/communistisch karakter. Op den duur gingen de Britse en Amerikaanse bezettingszones samenvoegen op 2 december 1946, kort daarna gevolgd door de Franse bezettingszone op 8 april 1949. Alleen de Sovjet-bezettingszone bleef achter. |
Het einde van de Geallieerde Controleraad
Omdat de oude Rijksmark na de Tweede Wereldoorlog nauwelijks nog waarde had en enorme inflatie veroorzaakte, besloten de westerse geallieerden zonder overleg met de Sovjets om op 20 juni 1948 de Rijksmark te vervangen door de nieuwe D-mark in de drie westelijke bezettingszones (en drie dagen later in West-Berlijn). De Sovjets zagen hun kans schoon om de westelijke bezettingszones en de SBZ ook economisch van elkaar te scheiden door als tegenreactie de Ostmark in te voeren. Toen de Ostmark in de westelijke bezettingszones werd geweigerd, reageerde Stalin met de blokkade van Berlijn.
Uiteindelijk verlieten de Sovjets de Geallieerde Controleraad, omdat ze vonden dat de akkoorden van de Conferentie van Potsdam door de westerse machten werden geschonden. Besluitvorming was niet meer mogelijk, omdat de Controleraad alleen met unaniem akkoord van alle vier leden kon handelen. Hierdoor kon de Controleraad niet meer functioneren en verloor zij haar functie. De westerse mogendheden richtten de Geallieerde Hoge Commissie op ter vervanging van de Controleraad en droegen de macht over de westelijke bezettingszones aan hen over. De Sovjet-Unie droeg op haar beurt de macht over de Sovjet-bezettingszone over aan de Sovjet Militaire Administratie in Duitsland (S.M.A.D.).
Uiteindelijk verlieten de Sovjets de Geallieerde Controleraad, omdat ze vonden dat de akkoorden van de Conferentie van Potsdam door de westerse machten werden geschonden. Besluitvorming was niet meer mogelijk, omdat de Controleraad alleen met unaniem akkoord van alle vier leden kon handelen. Hierdoor kon de Controleraad niet meer functioneren en verloor zij haar functie. De westerse mogendheden richtten de Geallieerde Hoge Commissie op ter vervanging van de Controleraad en droegen de macht over de westelijke bezettingszones aan hen over. De Sovjet-Unie droeg op haar beurt de macht over de Sovjet-bezettingszone over aan de Sovjet Militaire Administratie in Duitsland (S.M.A.D.).
Oprichting BRD en DDRDe westerse geallieerden werkten al sinds het samengaan van de Britse en Amerikaanse (en later de Franse) bezettingszones aan een democratische grondwet voor het westen van Duitsland. Met de ondertekening hiervan op 23 mei 1949 was de oprichting van de Bondsrepubliek Duitsland een feit.
In het Oosten vond van 29 mei tot 3 juni het Deutscher Volkskongress plaats. De deelnemers kozen een Duitse Volksraad, die op haar beurt op 30 mei de grondwet van de Duitse Democratische Republiek vaststelde. Dit leidde ertoe, dat op 7 oktober 1949 onder toezicht van de Sovjet-Unie de Duitse Democratische Republiek werd opgericht. |
Grensovergang tussen de BRD en DDR
Na de oprichting van de DDR in 1949 was het nog vrij makkelijk voor DDR-burgers om de zonegrenzen over en weer te passeren. Dit werd een stuk lastiger, toen de 1.378 km lange Duits-Duitse grens met prikkeldraad en wachttorens werd afgebakend door het DDR-regime vanaf mei 1952. Hoewel de Duits-Duitse grens inmiddels was afgegrendeld, was de grens met West-Berlijn nog wel vrij toegankelijk. Toen in de zomer van 1961 de Berlijnse Muur werd gebouwd (versterkt met landmijnen, wachttorens en soldaten met een schietbevel) was West-Berlijn inmiddels ook niet meer bereikbaar.
Zo'n 2,6 miljoen mensen waren de DDR en Oost-Berlijn inmiddels ontvlucht van 1949 t/m 1961. Dit was dus meer dan 15% van de totale bevolking. Het aantal vluchtelingen liep door bovengenoemde maatregelen drastisch terug tot enkele honderden per jaar.
Gezien de Oost-Duitsers geen alternatief meer had om te vluchten, besloten ze zich op een permanent leven in de DDR te richten. De ontevredenheid over de DDR was hiermee niet verdwenen, dus bleven sommige Oost-Duitsers nog vluchten beramen naar het Westen.
Zo'n 2,6 miljoen mensen waren de DDR en Oost-Berlijn inmiddels ontvlucht van 1949 t/m 1961. Dit was dus meer dan 15% van de totale bevolking. Het aantal vluchtelingen liep door bovengenoemde maatregelen drastisch terug tot enkele honderden per jaar.
Gezien de Oost-Duitsers geen alternatief meer had om te vluchten, besloten ze zich op een permanent leven in de DDR te richten. De ontevredenheid over de DDR was hiermee niet verdwenen, dus bleven sommige Oost-Duitsers nog vluchten beramen naar het Westen.
Vluchten vanaf het land
Er zijn vele ontsnappingspogingen ondernomen door moedige Oost-Duitsers om de DDR te ontvluchten in de jaren erna. Hieronder worden een aantal van deze pogingen belicht. Je moet je wel realiseren, dat elke ontsnappingspoging in potentie een zelfmoordpoging was, dan wel een groot risico was om opgepakt te worden. Klaarblijkelijk wogen de risico's op tegen de gevolgen.
|
Springen over (prikkeldraad)versperringenEén van de beroemdste ontsnappingen uit de DDR is waarschijnlijk die van Hans Conrad Schumann. Schumann was namelijk lid van de Volkspolizei (VoPo) en belast met de bewaking van de grensversperringen tussen West- en Oost-Berlijn.
De prikkeldraadversperringen waren nog geen 2 dagen oud, toen Schumann zijn kans schoon zag om over de versperringen te springen naar een politiebusje, die aan de overkant stond te wachten. |
Vluchten uit de DDR met een autoHartmut Richter Hartmut Richter is een voormalige DDR-burger, die onder andere werkzaam is als gids/spreker bij de voormalige Stasi gevangenis in Berlijn. Richter was een typische "lastpost" voor het DDR-regime, die openlijk zijn ongenoegen liet blijken over de DDR. Hij weigerde bijvoorbeeld lid te worden van de FDJ (de jeugdbeweging van de DDR) en probeerde meerdere malen te ontsnappen uit de DDR. Het lukt hem uiteindelijk om in 1966 via de Teltow-kanaal naar West-Berlijn te vluchten. In 1972 trad de Transitabkommen (vertaald: Doorreisovereenkomst) in werking. De doorreisovereenkomst regelde de toegang van en naar West-Berlijn vanuit West-Duitsland en verzekerde het recht van West-Berlijners om Oost-Berlijn te bezoeken en andersom. Hoewel deze regel voor de Oost-Duitsers alleen bij noodzakelijke situaties van toepassing was. |
|
Een bijkomstigheid van de doorreisovereenkomst was, dat de doorgaans strikte controles bij de verschillende checkpoints rondom Berlijn enigszins werden versoepeld. Hierdoor werden auto's minder grondig onderzocht.
Richter zag hierdoor zijn kans schoon om Oost-Duitsers te helpen ontsnappen via de kofferbak van zijn auto naar West-Duitsland. Hij wist, dat het gewicht van een volwassen persoon zou opvallen, omdat de kofferbak naar beneden zou hellen. De grenswachten zouden dit onmiddellijk opmerken. Hij kocht daarom een auto met een sterke ophanging om de grenswachten te misleiden.
Hoewel hij erg nerveus was de eerste keer, lukte het hem toch om een Oost-Duitse vriend in zijn kofferbak naar de BRD te krijgen. Dit was genoeg motivatie voor Richter om nog een paar mensen over de grens te "loodsen". Uiteindelijk hielp hij 33 vluchtingen in twee jaar tijd om naar de BRD te vluchten. Net toen hij van plan was om te stoppen met zijn vluchtelingenhulp, omdat de grenscontroles steeds beter werden, vroeg zijn jongere zus of hij haar kon helpen vluchten. Voor een laatste keer deed hij dit.
Klaarblijkelijk werd Richter al enige tijd in de gaten gehouden door de Stasi en wist hij niet, dat zijn laatste rit hem fataal zou gaan worden. Hartmut en zijn zus werden aangehouden aan de grensovergang en gevangen genomen. Hartmut werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 jaar en zijn zus tot 2,5 jaar.
De DDR-vluchtingen die Hartmut over de jaren heen met succes had weten te helpen met vluchten naar de BRD, schoten te hulp. Ze zetten de BRD onder druk, wat er uiteindelijk toe leidde, dat Hartmut Richter in 1980 werd vrijgekocht door de BRD.
Richter zag hierdoor zijn kans schoon om Oost-Duitsers te helpen ontsnappen via de kofferbak van zijn auto naar West-Duitsland. Hij wist, dat het gewicht van een volwassen persoon zou opvallen, omdat de kofferbak naar beneden zou hellen. De grenswachten zouden dit onmiddellijk opmerken. Hij kocht daarom een auto met een sterke ophanging om de grenswachten te misleiden.
Hoewel hij erg nerveus was de eerste keer, lukte het hem toch om een Oost-Duitse vriend in zijn kofferbak naar de BRD te krijgen. Dit was genoeg motivatie voor Richter om nog een paar mensen over de grens te "loodsen". Uiteindelijk hielp hij 33 vluchtingen in twee jaar tijd om naar de BRD te vluchten. Net toen hij van plan was om te stoppen met zijn vluchtelingenhulp, omdat de grenscontroles steeds beter werden, vroeg zijn jongere zus of hij haar kon helpen vluchten. Voor een laatste keer deed hij dit.
Klaarblijkelijk werd Richter al enige tijd in de gaten gehouden door de Stasi en wist hij niet, dat zijn laatste rit hem fataal zou gaan worden. Hartmut en zijn zus werden aangehouden aan de grensovergang en gevangen genomen. Hartmut werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 jaar en zijn zus tot 2,5 jaar.
De DDR-vluchtingen die Hartmut over de jaren heen met succes had weten te helpen met vluchten naar de BRD, schoten te hulp. Ze zetten de BRD onder druk, wat er uiteindelijk toe leidde, dat Hartmut Richter in 1980 werd vrijgekocht door de BRD.
|
Norbert Calmez
Norbert Calmez en zijn moeder woonden in de DDR, toen ineens de kans zich voordeed voor zijn moeder om naar het Westen te kunnen vluchten. Toen Norbert 13 jaar oud was, stelde zijn moeder hem de moeilijke vraag of ze dit moesten doen of niet. Het plan was namelijk, dat zijn moeder de DDR alleen zou gaan ontvluchten en dat Norbert haar later zou gaan volgen. Hij dacht er drie dagen over na en ging uiteindelijk akkoord met het plan ondanks zijn overtuiging van het communisme. De moeder van Norbert ontvluchtte de DDR met succes. Het duurde uiteindelijk nog 2 jaar, voordat Norbert zelf ook kon vluchten. In de tussentijd hielden ze contact door van tijd tot tijd af te spreken en naar elkaar te zwaaien bij een grensovergang in Berlijn. De moeder van Norbert beklom daarvoor een bezoekerstoren in Wedding. Terwijl hij wachtte om te ontsnappen, bracht Norbert de tijd door met het provoceren van zijn leraren. Toen Norbert in de klas kwam met een lapje in de vorm van een hand, die de zgn. "vredes-teken" toonde met de Amerikaanse vlag als achtergrond, beschuldigde de natuurkundeleraar hem van steun aan het imperialisme. Norberts antwoord: "Ik hou gewoon van de kleuren. Als ze in de DDR zulke mooie lapjes hadden, zou ik ze dragen. Moet ik ze daarom nu hier weggooien?" |
Zeven ontsnappingspogingen waren al mislukt, toen Norbert op de ochtend van 8 april 1978 zijn ontsnappingshelper ontmoette bij de wereldklok op de Alexanderplatz in Berlijn. Zijn herkenningspunt was een plaat van de Britse band Smokie onder zijn arm. In een nabijgelegen café bespraken de twee hun ontsnappingsplan voor de avond.
Norbert had niet veel bij zich toen hij op 8 april 1978 rond 14:00 uur de deur van zijn flat in Oost-Berlijn voor de laatste keer sloot. In zijn rugzak had hij een spijkerbroek, een jasje en een klein doosje met liefdesbrieven. Later, in het Westen, vond hij zijn studentenkaart in zijn broekzak.
Norberts ontsnappingsagent koos de snelweg B5 als zijn ontsnappingsroute. Het was de enige doorgaande landweg door de DDR en kon zelfs met de fiets worden gebruikt totdat in 1982 de autosnelweg Hamburg-Berlijn klaar was. In het kleine dorpje Bredow, ten oosten van Berlijn, ging Norbert bij een bushalte in de auto zitten.
In de kofferbak van een VW 1600 L bereikte Norbert (laat in de avond) de grensovergang bij Lauenburg. In het donker hoorde hij de zin, die hij de rest van zijn leven niet zou vergeten: "Wat heb je in de kofferbak?" - "Wilt u kijken?" vroeg de ontsnappingsagent. Het opluchtende antwoord van de grenswacht was: "Nee, nee, het is in orde!"
Na de geslaagde ontsnapping bracht Norbert (volledig uitgeput) de nacht door in Hamburg bij de baas van de ontsnapte agent. De volgende ochtend (vlak voor zijn vlucht naar West-Berlijn om zijn moeder te bezoeken) trakteert hij hem op een havenrondvaart.
Norbert's ouders waren gescheiden, toen hij zeven jaar oud was. Daarna groeide hij op bij zijn moeder, die werkte als secretaresse van de Peruaanse ambassadeur in Oost-Berlijn. Toen zij in 1977 in de kofferbak van de auto van de ambassadeur naar het Westen vluchtte en haar zoon achterliet, kreeg de vader van Norbert het recht hem op te voeden. Vanaf dat moment woont Norbert bij zijn vader tot hij zelf ontsnapte (hij verbergte overigens zijn ontsnappingsplannen voor zijn vader) hoewel zijn moeder zijn vader allang had ingelicht.
Slechts zeer weinig jongeren durfden na de bouw van de Muur op eigen houtje uit de DDR naar het Westen te vluchten. Alleen individuele gevallen zijn bekend. De risico's die aan de ontsnapping zelf verbonden waren, waren groot en ook minderjarige vluchtelingen riskeerden gevangenisstraffen als zij werden gepakt.
Vandaag de dag is Norbert Calmez timmerman in Berlijn-Neukölln. De foto toont hem met zijn jeugddroom, een Moto Guzzi 850 Le Mans III. 38 jaar eerder moest hij zijn nieuwe (en eveneens rode) Simson S50 achterlaten op de doorgangsroute om naar West-Duitsland te vluchten.
Bron: www.spiegel.de (nagenoeg letterlijk overgenomen)
Norbert had niet veel bij zich toen hij op 8 april 1978 rond 14:00 uur de deur van zijn flat in Oost-Berlijn voor de laatste keer sloot. In zijn rugzak had hij een spijkerbroek, een jasje en een klein doosje met liefdesbrieven. Later, in het Westen, vond hij zijn studentenkaart in zijn broekzak.
Norberts ontsnappingsagent koos de snelweg B5 als zijn ontsnappingsroute. Het was de enige doorgaande landweg door de DDR en kon zelfs met de fiets worden gebruikt totdat in 1982 de autosnelweg Hamburg-Berlijn klaar was. In het kleine dorpje Bredow, ten oosten van Berlijn, ging Norbert bij een bushalte in de auto zitten.
In de kofferbak van een VW 1600 L bereikte Norbert (laat in de avond) de grensovergang bij Lauenburg. In het donker hoorde hij de zin, die hij de rest van zijn leven niet zou vergeten: "Wat heb je in de kofferbak?" - "Wilt u kijken?" vroeg de ontsnappingsagent. Het opluchtende antwoord van de grenswacht was: "Nee, nee, het is in orde!"
Na de geslaagde ontsnapping bracht Norbert (volledig uitgeput) de nacht door in Hamburg bij de baas van de ontsnapte agent. De volgende ochtend (vlak voor zijn vlucht naar West-Berlijn om zijn moeder te bezoeken) trakteert hij hem op een havenrondvaart.
Norbert's ouders waren gescheiden, toen hij zeven jaar oud was. Daarna groeide hij op bij zijn moeder, die werkte als secretaresse van de Peruaanse ambassadeur in Oost-Berlijn. Toen zij in 1977 in de kofferbak van de auto van de ambassadeur naar het Westen vluchtte en haar zoon achterliet, kreeg de vader van Norbert het recht hem op te voeden. Vanaf dat moment woont Norbert bij zijn vader tot hij zelf ontsnapte (hij verbergte overigens zijn ontsnappingsplannen voor zijn vader) hoewel zijn moeder zijn vader allang had ingelicht.
Slechts zeer weinig jongeren durfden na de bouw van de Muur op eigen houtje uit de DDR naar het Westen te vluchten. Alleen individuele gevallen zijn bekend. De risico's die aan de ontsnapping zelf verbonden waren, waren groot en ook minderjarige vluchtelingen riskeerden gevangenisstraffen als zij werden gepakt.
Vandaag de dag is Norbert Calmez timmerman in Berlijn-Neukölln. De foto toont hem met zijn jeugddroom, een Moto Guzzi 850 Le Mans III. 38 jaar eerder moest hij zijn nieuwe (en eveneens rode) Simson S50 achterlaten op de doorgangsroute om naar West-Duitsland te vluchten.
Bron: www.spiegel.de (nagenoeg letterlijk overgenomen)
Gepantserde Opel P4
Een andere ontsnappingspoging vond plaats op 14 november 1961, waarbij vijf Oost-Berlijners in een Opel P4 tot aan de grenspost bij Chausseestraße in Berlijn reden. Ontsnappen door de slagbomen of de Berlijnse Muur was onmogelijk met de roestrode auto, dus stuurden de vluchtelingen in hun Opel P4 door de barrières en slalomden uiteindelijk langs de betonnen barrières ondanks een kogelregen van de grensbewakers van de Volkspolizei en bereikten ongedeerd de West-Berlijnse wijk Wedding. Alle inzittenden (twee mannen en drie vrouwen) overleefden de actie ongedeerd: ze hadden de holle deuren met beton gevuld, de achterkant met ijzer bekleed en een beschermende plaat met kijkgaten achter de voorruit aangebracht. De West-Berlijnse politie schatte, dat de Oost-Duitse grenspolitie ongeveer 100 kogels hadden afgevuurd op de ongewapende mannen en vrouwen. Bron: www.spiegel.de & www.berliner-mauer.de |
Vluchten uit de DDR in een vrachtwagen
In de Boyenstraße slaagden twee mannelijke vluchtelingen van 22 en 27 jaar er op 9 april 1962 in om met een Oost-Duitse vrachtwagen de Vorderlandmuur (muur aan de zijde van West-Berlijn) zo zwaar te beschadigen, dat zij door het opengescheurde gat naar West-Berlijn konden vluchten. Hoewel de mannen al meer dan 100 meter diep in Wedding waren, vuurden de grensbewakers nog drie schoten op hen af, maar slaagden er niet in hen te raken.
Klaus Brüske
Op 17 april 1962 leende Brüske een vrachtwagen van zijn werkplaats, laadde die vol met zand en kwam die avond samen met zes vrienden die wilden deelnemen aan de ontsnappingspoging, waar ze dronken voor de moed. Toen Brüske en de mannen naar de vrachtwagen gingen om te beginnen aan hun ontsnapping, zagen ze agenten van de Volkspolizei in de buurt. Om geen aandacht van de politieagenten te trekken, gingen ze uit elkaar. Bij de latere ontmoeting bleken nog maar drie van Brüske's vrienden bereid te ontsnappen.
Brüske ging aan het stuur zitten om te rijden, Lothar M. zat op de passagiersstoel, en Peter G. ging in de laadruimte van de vrachtwagen liggen. Op 18 april 1962 om 01:05 's nachts reden ze bij de Heinrich-Heine-Straße grensovergang met ongeveer 70 km/u, waarbij ze door de eerste twee slagbomen braken. Een soldaat van de Oost-Duitse grenswachten loste in totaal 14 schoten op het voertuig met een machinegeweer.
De 24-jarige Klaus Brüske werd geraakt door schoten van de grenswachten, maar slaagde er toch in om de vrachtwagen naar West-Berlijn te sturen. De vrachtwagen kwam tot stilstand na tegen een muur te zijn gereden. Brüske was ter plaatse overleden, de bijrijder was gewond geraakt door een schouderschot en de derde liep slechts lichte kneuzingen op. Autopsie op de lijk van Brüske onthulde, dat hij niet was overleden vanwege de twee schotwonden in zijn nek, maar door verstikking in het zand, dat op de achterkant van de vrachtwagen was geladen, en door de botsing met de muur in de cabine was gestroomd.
De begrafenis van Klaus Brüske (die zijn moeder en broers en zussen niet mochten bijwonen van de Oost-Duitse regering) vond plaats op de Friedhof Lübars begraafplaats in West-Berlijn.
Klaus Brüske
Op 17 april 1962 leende Brüske een vrachtwagen van zijn werkplaats, laadde die vol met zand en kwam die avond samen met zes vrienden die wilden deelnemen aan de ontsnappingspoging, waar ze dronken voor de moed. Toen Brüske en de mannen naar de vrachtwagen gingen om te beginnen aan hun ontsnapping, zagen ze agenten van de Volkspolizei in de buurt. Om geen aandacht van de politieagenten te trekken, gingen ze uit elkaar. Bij de latere ontmoeting bleken nog maar drie van Brüske's vrienden bereid te ontsnappen.
Brüske ging aan het stuur zitten om te rijden, Lothar M. zat op de passagiersstoel, en Peter G. ging in de laadruimte van de vrachtwagen liggen. Op 18 april 1962 om 01:05 's nachts reden ze bij de Heinrich-Heine-Straße grensovergang met ongeveer 70 km/u, waarbij ze door de eerste twee slagbomen braken. Een soldaat van de Oost-Duitse grenswachten loste in totaal 14 schoten op het voertuig met een machinegeweer.
De 24-jarige Klaus Brüske werd geraakt door schoten van de grenswachten, maar slaagde er toch in om de vrachtwagen naar West-Berlijn te sturen. De vrachtwagen kwam tot stilstand na tegen een muur te zijn gereden. Brüske was ter plaatse overleden, de bijrijder was gewond geraakt door een schouderschot en de derde liep slechts lichte kneuzingen op. Autopsie op de lijk van Brüske onthulde, dat hij niet was overleden vanwege de twee schotwonden in zijn nek, maar door verstikking in het zand, dat op de achterkant van de vrachtwagen was geladen, en door de botsing met de muur in de cabine was gestroomd.
De begrafenis van Klaus Brüske (die zijn moeder en broers en zussen niet mochten bijwonen van de Oost-Duitse regering) vond plaats op de Friedhof Lübars begraafplaats in West-Berlijn.
Vluchten uit de DDR in een bus
Schoolbus vol West-Duitse schoolkinderen Op 20 december 1984 slaagde (de toen 25-jarige) Bernd Bergmann erin uit de DDR naar de BRD te ontsnappen. Hij werd geholpen door West-Duitse schoolmeisjes van de "Steinmühle"-school in Marburg, tijdens hun schoolreis naar de DDR, die hem in hun bus verstopten. Bernd Bergmann is als klein kind vaak in Marburg, omdat zijn moeder uit West-Duitsland komt, maar in Oost-Duitsland is getrouwd. Toen de Muur in 1961 werd gebouwd, moest ze een beslissing nemen: West of Oost, bij haar ouders of haar man blijven? |
Zij kiest voor haar man en dus voor Erfurt en tegen Marburg. Voor Bernd Bergmann betekende de West-Duitse familieband en drie afgewezen verzoeken om het land te verlaten dat hij (sinds zijn 19e) in de gaten werd gehouden, afgeluisterd en lastiggevallen door de staatsveiligheidsdienst.
De hulp van de West-Duitse schoolleerlingen veroorzaakte een schandaal in West-Duitsland. De schooldirecteur wilde de initiatiefnemers van de ontsnapping uit de school zetten, maar de jongeren bleven elkaar steunen en mochten uiteindelijk toch blijven op school.
Bernd Bergmann begon een nieuw leven in het Westen, maar verloor nooit het nauwe contact met (de toen 17-jarige) Barbara Kahlke, die zijn hand vasthield tijdens de oversteek naar het Westen als zijn enige steun.
Bron: www.mdr.de & www.bild.de
De hulp van de West-Duitse schoolleerlingen veroorzaakte een schandaal in West-Duitsland. De schooldirecteur wilde de initiatiefnemers van de ontsnapping uit de school zetten, maar de jongeren bleven elkaar steunen en mochten uiteindelijk toch blijven op school.
Bernd Bergmann begon een nieuw leven in het Westen, maar verloor nooit het nauwe contact met (de toen 17-jarige) Barbara Kahlke, die zijn hand vasthield tijdens de oversteek naar het Westen als zijn enige steun.
Bron: www.mdr.de & www.bild.de
Gepantserde Vomag Omnibus
Tijdens de Kerst in 1962 vindt een spectaculaire ontsnapping plaats bij de grensovergang Drewitz/Dreilinden in Berlijn. Ondernemer Hans Weidner uit Lausitz breekt door de grensversterkingen in een bus, die in feite is omgebouwd tot een zelfgemaakte tank. De acht inzittenden van de bus blijven ongedeerd. Hans Weidner is 39 jaar oud. Hij verloor een been in de oorlog en moet zich op krukken voortbewegen. Onmiddellijk na het einde van de oorlog begon hij een klein transportbedrijf in zijn geboortestad Neugersdorf in Opper-Lusitz. |
De zaken gaan aanvankelijk goed, maar begon de DDR in het begin van de jaren zestig alle particuliere ondernemingen te nationaliseren. Hans Weidner werd ook getroffen door het plan van de SED. Eerst hebben de staatsorganen zijn bedrijfsterrein zonder vergoeding afgepakt, daarna hebben zij hem gedwongen zijn eigen bedrijfsbus te besturen voor een Volkseigene Betrieb in Zittau. Hij werkte dag en nacht om vooruit te komen, zei hij eens later. Eind 1961 werd Weidner zelfs bedreigd, dat hij zijn concessie zou verliezen als hij zich tegen de nationalisatie zou blijven verzetten. Hans Weidner krijgt er genoeg van en smeedt een plan om zo snel mogelijk naar het Westen te kunnen vluchten.
In de zomer van 1962 neemt Hans Weidner een besluit: hij wil met een bus door de grensversterkingen heen breken naar West-Berlijn in Drewitz/Dreilinden bij Potsdam. Wagner had de grensovergang gekozen omdat het de enige was waarvóór een kaarsrecht stuk weg het mogelijk maakte om vol gas te rijden. Samen met zijn werknemer Jürgen Wagner, die hij in het plan heeft ingewijd, begint hij in het geheim een 60-zits "Vomag omnibus" (bouwjaar 1941) om te bouwen tot een rollend fort. De twee mannen schroeven stalen platen en houten planken aan de binnenwanden van de bus; ze pantseren de wielen met stalen platen en lassen een sneeuwschuiver aan de bus om als uitloper te dienen. Als laatste stapelen ze tientallen zakken met kolen rond de cabine van de bestuurder. Ze moeten dienen als een extra kogelvanger.
Voor de tienjarige zoon (Wolfgang Weidner) is kerstavond 1962 in Neugersdorf in Opper-Lusitz een tamelijk sombere dag. Het huis van de familie is helemaal niet versierd voor Kerstmis, en er is ook geen kerstboom. In plaats daarvan pakken de ouders de vaat en de was in kartonnen dozen. De vader legt zijn zoon uit dat ze dit jaar met Kerstmis weggaan, naar een tante in Thüringen. Wolfgang mocht zoveel speelgoed meenemen als hij wilde, maar Wolfgang bakt liever koekjes en versiert de kerstboom met zijn moeder. Laat in de middag, als de andere inwoners van het dorp naar de kerk lopen voor de kerstmis, fluistert de vader dat ze nu moeten vertrekken.
Het kost de twee families anderhalve dag om Potsdam te bereiken in hun gepantserde bus. Om niet op te vallen, mogen ze alleen 's nachts en op afgelegen wegen rijden. Op een gegeven moment slaat de motor af, omdat de radiator bevriest in de vrieskou. De twee mannen moeten bij min 20 graden en een zware sneeuwstorm urenlang aan de motor sleutelen, voordat de bus weer in beweging komt.
In de vroege ochtend van 2e kerstdag 1962 bereikten de vluchtelingen hun bestemming, de grensovergang Drewitz/Dreilinden tussen Berlijn en Potsdam. De temperatuur was gedaald tot 20 graden onder nul. Er was geen verkeer op de snelweg. Het was pikdonker en stil. De medewerker van Hans Weidner gaf vol gas en de bus reed in de richting van de grensversterkingen. Om ongeveer 5.30 uur loeiden plotseling sirenes uit de richting van Oost-Berlijn, en een zoeklicht liet de besneeuwde wachtpost in een verblindend licht baden. De haastige grenswachten zagen een brullende kolos op hen afkomen met een stalen stormram voor zijn motorkap. De ijzeren barrières knikten, schoten werden afgevuurd, maar Jürgen Wagner bleef gas geven. Zonder moeite brak de gepantserde bus door drie stalen barrières onder mitrailleurvuur van de DDR-grenswachters, voordat hij honderden meters verderop op West-Berlijns grondgebied tot stilstand kwam. De vier volwassenen en vier kinderen die zich in de bestuurderscabine hadden gebarricadeerd, bleven ongedeerd. Later werden er acht kogelgaten in de bus geteld.
De twee gezinnen werden aanvankelijk ondergebracht in het noodopvangkamp Berlijn-Marienfelde. Ze waren nu in het "gouden westen". Hans Weidner moest interviews geven voor tijdschriften en televisie. De gewaagde ontsnapping had in West-Berlijn opzien gebaard en de kleine Oost-Berlijnse transporteur voor één dag tot held gemaakt. Bij zijn eerste wandeling door West-Berlijn werd zijn zoon Wolfgang verbaasd over de uitpuilende uitstallingen in de winkels en het ruime aanbod aan speelgoed. Maar aanvankelijk was hij verre van gelukkig: hij mist zijn geliefde grootouders, zijn vrienden en het heuvellandschap van zijn vaderland.
Hans Weidner zou later verschillende transportbedrijven in West-Berlijn oprichten, maar hij had geen geluk. Hij faalde keer op keer. Zijn zoon Wolfgang slaagde daarentegen en werd een succesvol ondernemer. Na het einde van de DDR vestigde hij zich in een kleine stad in het Harzgebergte.
Bron: www.mdr.de & www.spiegel.de
In de zomer van 1962 neemt Hans Weidner een besluit: hij wil met een bus door de grensversterkingen heen breken naar West-Berlijn in Drewitz/Dreilinden bij Potsdam. Wagner had de grensovergang gekozen omdat het de enige was waarvóór een kaarsrecht stuk weg het mogelijk maakte om vol gas te rijden. Samen met zijn werknemer Jürgen Wagner, die hij in het plan heeft ingewijd, begint hij in het geheim een 60-zits "Vomag omnibus" (bouwjaar 1941) om te bouwen tot een rollend fort. De twee mannen schroeven stalen platen en houten planken aan de binnenwanden van de bus; ze pantseren de wielen met stalen platen en lassen een sneeuwschuiver aan de bus om als uitloper te dienen. Als laatste stapelen ze tientallen zakken met kolen rond de cabine van de bestuurder. Ze moeten dienen als een extra kogelvanger.
Voor de tienjarige zoon (Wolfgang Weidner) is kerstavond 1962 in Neugersdorf in Opper-Lusitz een tamelijk sombere dag. Het huis van de familie is helemaal niet versierd voor Kerstmis, en er is ook geen kerstboom. In plaats daarvan pakken de ouders de vaat en de was in kartonnen dozen. De vader legt zijn zoon uit dat ze dit jaar met Kerstmis weggaan, naar een tante in Thüringen. Wolfgang mocht zoveel speelgoed meenemen als hij wilde, maar Wolfgang bakt liever koekjes en versiert de kerstboom met zijn moeder. Laat in de middag, als de andere inwoners van het dorp naar de kerk lopen voor de kerstmis, fluistert de vader dat ze nu moeten vertrekken.
Het kost de twee families anderhalve dag om Potsdam te bereiken in hun gepantserde bus. Om niet op te vallen, mogen ze alleen 's nachts en op afgelegen wegen rijden. Op een gegeven moment slaat de motor af, omdat de radiator bevriest in de vrieskou. De twee mannen moeten bij min 20 graden en een zware sneeuwstorm urenlang aan de motor sleutelen, voordat de bus weer in beweging komt.
In de vroege ochtend van 2e kerstdag 1962 bereikten de vluchtelingen hun bestemming, de grensovergang Drewitz/Dreilinden tussen Berlijn en Potsdam. De temperatuur was gedaald tot 20 graden onder nul. Er was geen verkeer op de snelweg. Het was pikdonker en stil. De medewerker van Hans Weidner gaf vol gas en de bus reed in de richting van de grensversterkingen. Om ongeveer 5.30 uur loeiden plotseling sirenes uit de richting van Oost-Berlijn, en een zoeklicht liet de besneeuwde wachtpost in een verblindend licht baden. De haastige grenswachten zagen een brullende kolos op hen afkomen met een stalen stormram voor zijn motorkap. De ijzeren barrières knikten, schoten werden afgevuurd, maar Jürgen Wagner bleef gas geven. Zonder moeite brak de gepantserde bus door drie stalen barrières onder mitrailleurvuur van de DDR-grenswachters, voordat hij honderden meters verderop op West-Berlijns grondgebied tot stilstand kwam. De vier volwassenen en vier kinderen die zich in de bestuurderscabine hadden gebarricadeerd, bleven ongedeerd. Later werden er acht kogelgaten in de bus geteld.
De twee gezinnen werden aanvankelijk ondergebracht in het noodopvangkamp Berlijn-Marienfelde. Ze waren nu in het "gouden westen". Hans Weidner moest interviews geven voor tijdschriften en televisie. De gewaagde ontsnapping had in West-Berlijn opzien gebaard en de kleine Oost-Berlijnse transporteur voor één dag tot held gemaakt. Bij zijn eerste wandeling door West-Berlijn werd zijn zoon Wolfgang verbaasd over de uitpuilende uitstallingen in de winkels en het ruime aanbod aan speelgoed. Maar aanvankelijk was hij verre van gelukkig: hij mist zijn geliefde grootouders, zijn vrienden en het heuvellandschap van zijn vaderland.
Hans Weidner zou later verschillende transportbedrijven in West-Berlijn oprichten, maar hij had geen geluk. Hij faalde keer op keer. Zijn zoon Wolfgang slaagde daarentegen en werd een succesvol ondernemer. Na het einde van de DDR vestigde hij zich in een kleine stad in het Harzgebergte.
Bron: www.mdr.de & www.spiegel.de
Mislukte poging met een bus - het verhaal van Manfred Massenthe
Het "gepantserde auto van eigen makelij" concept werkte echter niet altijd. Toen een zware koets (IFA H6B) op 12 mei 1963 probeerde door de grensovergang Invalidenstraße te breken, mislukte de poging - één meter van de vrijheid verwijderd. Het is waar, dat de vluchtelingen in de passagiersruimte tegen kogels werden beschermd door twaalf millimeter dik plaatstaal. Maar voorin de bus hield passagier Manfred Massenthe zich alleen met zijn blote handen vast aan de beschermende stalen plaat achter de voorruit. Toen hij, onverwacht getroffen door pistoolschoten, de plaat niet langer kon vasthouden, doorboorden vier kogels de chauffeur - die de bus vervolgens tegen een betonnen barrière stuurde. Bron: www.spiegel.de |
Andere mislukte pogingen
Door geperfectioneerde slagboominstallaties, vooral bij de overgangen tussen Oost- en Berlijn (West), mislukte op 12 mei 1963 een ontsnapping met een bus op de kruising Invalidenstraße en op 28 juli 1983 op de kruising Heinrich-Heine-Straße / Prinzenstraße met een zware KRAS-vrachtwagen.
Bron: www.berliner-mauer.de
Door geperfectioneerde slagboominstallaties, vooral bij de overgangen tussen Oost- en Berlijn (West), mislukte op 12 mei 1963 een ontsnapping met een bus op de kruising Invalidenstraße en op 28 juli 1983 op de kruising Heinrich-Heine-Straße / Prinzenstraße met een zware KRAS-vrachtwagen.
Bron: www.berliner-mauer.de
Vluchten uit de DDR met een NVA-tank
De meest consequente tankvluchteling was waarschijnlijk Wolfgang Engels, een 19-jarige burgermedewerker v/h NVA (Nationale Volksleger). Hij bouwde geen voertuig om, maar reed met een gestolen pantserwagen (BTR-152) op de avond van 17 april 1963 door Berlijn en over prikkeldraad en betonnen barrières rechtstreeks tegen de Muur. Hoewel de auto daar vast kwam te zitten en Engels door DDR-grenswachten werd neergeschoten toen hij uitstapte, ontsnapte hij naar het Westen. Zijn ontsnapping in de tank was de meest spectaculaire in zijn soort. De families Wagner en Weidner hadden echter vier maanden eerder al voor de grootste media-aandacht gezorgd.
Bron: www.spiegel.de |
Vluchten uit de DDR via tunnels
Hubert Hohlbein was een DDR-burger, die reeds op 21 november 1963 was ontsnapt uit de DDR. Later wilde hij ook zijn moeder helpen om te vluchten naar West-Berlijn.
Hohlbein werd lid van een ontsnappingsgroep voor studenten onder leiding van Wolfgang Fuchs. Tussen april en oktober 1964 groef de groep een ontsnappingstunnel van West-Berlijn naar Oost-Berlijn vanuit een gehuurde bakkerij aan de Bernauer Strasse 97. Tussen 3 oktober en 4 oktober 1964 vluchtten in totaal 57 mensen via de tunnel naar West-Berlijn. De tunnel kreeg hierdoor de toepasselijke naam Tunnel 57.
Op de avond van 4 oktober kwamen DDR-grenswachten aankloppen. Klaarblijkelijk had één van de zogenaamde vluchtelingen de Stasi ingelicht over de tunnel. De verrader wist wel ongeveer, maar niet precies waar de tunnel lag. De grenswachten gingen net zo lang door met zoeken, totdat ze de uiteinde van de tunnel hadden gevonden. De studenten werden overrompeld en ontstond er een schietpartij met de grenswachten. Eén van de grenswachten werd per abuis door zijn eigen collega doodgeschoten. Hubert en de studenten haastten zich vervolgens naar de andere kant van de tunnel. Ze bereikten allemaal de andere kant van de tunnel en er vielen verder geen gewonden.
Hohlbein werd lid van een ontsnappingsgroep voor studenten onder leiding van Wolfgang Fuchs. Tussen april en oktober 1964 groef de groep een ontsnappingstunnel van West-Berlijn naar Oost-Berlijn vanuit een gehuurde bakkerij aan de Bernauer Strasse 97. Tussen 3 oktober en 4 oktober 1964 vluchtten in totaal 57 mensen via de tunnel naar West-Berlijn. De tunnel kreeg hierdoor de toepasselijke naam Tunnel 57.
Op de avond van 4 oktober kwamen DDR-grenswachten aankloppen. Klaarblijkelijk had één van de zogenaamde vluchtelingen de Stasi ingelicht over de tunnel. De verrader wist wel ongeveer, maar niet precies waar de tunnel lag. De grenswachten gingen net zo lang door met zoeken, totdat ze de uiteinde van de tunnel hadden gevonden. De studenten werden overrompeld en ontstond er een schietpartij met de grenswachten. Eén van de grenswachten werd per abuis door zijn eigen collega doodgeschoten. Hubert en de studenten haastten zich vervolgens naar de andere kant van de tunnel. Ze bereikten allemaal de andere kant van de tunnel en er vielen verder geen gewonden.
Vrijkoop gevangenen door de BRD
Vanaf 1962 werden politieke gevangenen op grote schaal door de Bondsrepubliek vrijgekocht. De Bondsrepubliek had sinds haar oprichting de verantwoordelijkheid op zich genomen voor alle Duitsers, ook degenen die niet op het grondgebied van de toenmalige Bondsrepubliek woonden. Vanuit die verantwoordelijkheid begon de Bondsrepubliek eind 1962 met het vrijkopen van gevangenen, toen na de bouw van de Berlijnse Muur de laatste vluchtmogelijkheid voor DDR-burgers was afgesneden. Zo had het 3 miljoen Duitsers die de Sovjet-bezettingszone en de DDR waren ontvlucht opgenomen. Zij kregen automatisch het Duitse staatsburgerschap.
De eerste transactie vond plaats met kerstmis 1962: 20 gevangenen en 20 kinderen werden vrijgelaten tegen een levering van drie spoorwagons met kunstmest. Tussen 1964 en 1989 werden in totaal 33.755 politieke gevangenen vrijgekocht. De prijs per gevangene was in het begin gemiddeld 40.000 DM en liep later op tot tegen de 100.000 DM gemiddeld. Dit leverde de DDR 3,5 miljard DM aan harde valuta en goederen op.
Naast de politieke gevangenen zijn ongeveer 250.000 mensen vrijgekocht die een uitreisvisum uit de DDR hadden aangevraagd. De verkoop van politieke gevangenen was een belangrijke bron van deviezen voor de DDR, waardoor het langer aan de internationale financiële verplichtingen kon voldoen.
De belangrijkste onderhandelaar tussen de DDR en de Bondsrepubliek was de Oost-Berlijnse advocaat Wolfgang Vogel (1925-2008), die begin 1962 betrokken was geweest bij de onderhandelingen voor de ruil van de Sovjet-spion Rudolf Abel tegen de Amerikaanse U-2-piloot Gary Powers. Die uitwisseling gebeurde op de Glienicker Brücke tussen West-Berlijn en Potsdam. Daar vonden door zijn bemiddeling ook latere uitwisselingen plaats, zoals de spectaculaire spionnenruil van 1986. Door bemiddeling van Vogel kwamen 150 spionnen uit 23 landen terug naar huis.
De eerste transactie vond plaats met kerstmis 1962: 20 gevangenen en 20 kinderen werden vrijgelaten tegen een levering van drie spoorwagons met kunstmest. Tussen 1964 en 1989 werden in totaal 33.755 politieke gevangenen vrijgekocht. De prijs per gevangene was in het begin gemiddeld 40.000 DM en liep later op tot tegen de 100.000 DM gemiddeld. Dit leverde de DDR 3,5 miljard DM aan harde valuta en goederen op.
Naast de politieke gevangenen zijn ongeveer 250.000 mensen vrijgekocht die een uitreisvisum uit de DDR hadden aangevraagd. De verkoop van politieke gevangenen was een belangrijke bron van deviezen voor de DDR, waardoor het langer aan de internationale financiële verplichtingen kon voldoen.
De belangrijkste onderhandelaar tussen de DDR en de Bondsrepubliek was de Oost-Berlijnse advocaat Wolfgang Vogel (1925-2008), die begin 1962 betrokken was geweest bij de onderhandelingen voor de ruil van de Sovjet-spion Rudolf Abel tegen de Amerikaanse U-2-piloot Gary Powers. Die uitwisseling gebeurde op de Glienicker Brücke tussen West-Berlijn en Potsdam. Daar vonden door zijn bemiddeling ook latere uitwisselingen plaats, zoals de spectaculaire spionnenruil van 1986. Door bemiddeling van Vogel kwamen 150 spionnen uit 23 landen terug naar huis.
Openstelling grens tussen Oostenrijk en Hongarije
Europa was bijna 40 jaar in tweeën gedeeld door het zogeheten IJzeren Gordijn. Aan de ene zijde had je het kapitalistische Westen (aangevoerd door de Verenigde Staten) en aan de andere zijde het communistische Oostblok (aangevoerd door de Sovjet-Unie).
Hongarije was (naar verhouding) de meest liberale staat in het Oostblok. Toen de macht van de communistische partij begon af te brokkelen en de Hongaren steeds meer een "westerse koers" gingen varen, kwam het (onder)houden van het IJzeren Gordijn meer en meer onder druk te staan vanwege de hoge kosten. Hierdoor werd op 2 mei 1989 besloten om de eerste grensversperringen te ontmantelen. Op 27 juni 1989 knipten de ministers van Buitenlandse Zaken van Hongarije en Oostenrijk het IJzeren Gordijn door.
De openstelling van de grens tussen Hongarije en Oostenrijk leidde tot een enorme stroom vluchtelingen vanuit Oost-Duitsland. In september 1989 verlieten 40.000 mensen de DDR. Deze vluchtelingenstroom droeg mede bij aan de ineenstorting van de DDR.
Een indrukwekkende documentaire hierover op 2Doc.
Hongarije was (naar verhouding) de meest liberale staat in het Oostblok. Toen de macht van de communistische partij begon af te brokkelen en de Hongaren steeds meer een "westerse koers" gingen varen, kwam het (onder)houden van het IJzeren Gordijn meer en meer onder druk te staan vanwege de hoge kosten. Hierdoor werd op 2 mei 1989 besloten om de eerste grensversperringen te ontmantelen. Op 27 juni 1989 knipten de ministers van Buitenlandse Zaken van Hongarije en Oostenrijk het IJzeren Gordijn door.
De openstelling van de grens tussen Hongarije en Oostenrijk leidde tot een enorme stroom vluchtelingen vanuit Oost-Duitsland. In september 1989 verlieten 40.000 mensen de DDR. Deze vluchtelingenstroom droeg mede bij aan de ineenstorting van de DDR.
Een indrukwekkende documentaire hierover op 2Doc.
Vluchten vanaf het water
ZwemmenHubert Hohlbein was een elektrotechnisch ingenieur, die in de nacht van 21 november 1963 vluchtte uit de DDR via de Jungfernsee (een meer ten noorden van Potsdam) .
Hij deed dit gekleed in een duikpak door het koude grenswater. Met een loden riem kon hij diep in het water bewegen. Als hij de aandacht trok van de grenswachten van de DDR, zouden deze het vuur op hem openen. Na anderhalf uur bereikte Hubert Hohlbein uitgeput de kust bij de Glienicke-brug in Berlijn Wannsee. De ontsnapping naar West-Berlijn werd een succes. Hij ging in West-Berlijn wonen. Hier begon hij elektrotechniek te studeren. Hohlbein wilde op enig moment ook zijn moeder helpen om te vluchten naar West-Berlijn (klik hier voor dat verhaal). |
...en vluchten door de lucht
Zweefvliegtuig
Wolfgang Seiler is een DDR-burger, die is opgeleid tot piloot. Als hij zich negatief uitlaat over de Berlijnse Muur tegenover collega's, wordt onmiddellijk de Stasi ingeschakeld. Hij wordt gearresteerd en 14 maanden naar een werkkamp gestuurd. Zijn afkeer tegen de DDR wordt hiermee steeds groter.
Inmiddels is het 1979 en leidt hij een rustig leventje met vrouw en dochter ten zuiden van Berlijn. Hij besluit om de DDR met een zweefvliegtuig te ontvluchten. Hij heeft moeite om een route uit te stippelen, gezien West-Berlijn op de Oost-Duitse landkaarten als een blanco gebied wordt weergeven. Hij herinnert zich vliegveld Gatow nog uit de Hitler-tijdperk.
Om ongemerkt over de grensposten en over de Muur te komen, moet hij minimaal 1.ooo meter hoog kunnen vliegen, terwijl een zweefvliegtuig maar maximaal 400 meter hoog kan. Dit kan alleen via warme luchtstromen.
Op zondag 24 juni 1979 besluit hij de overgang te maken. De weersomstandigheden zijn precies goed om via de luchtstromen (thermiek) de gewenste hoogte van 1.000 meter te kunnen bereiken. Hij vliegt zonder moeite over de grens tussen Oost- en West-Berlijn. Hij ziet in de lucht een landingsbaan, die niet in gebruik is. Als hij uiteindelijk geland is, vragen de omstanders hem of hij motorische problemen heeft. Waarop hij antwoordt: "Ik denk het niet. Ik denk, dat mijn problemen juist voorbij zijn." Hij onderhandelt 3 jaar samen met de West-Duitse autoriteiten om zijn vrouw en kind naar West-Berlijn te krijgen. Uiteindelijk mogen zijn vrouw en kind naar het vrije "Westen".
De DDR laat dit niet over zich heen gaan en verbiedt alle burgervluchten boven de grensgebieden vanaf dat moment.
Inmiddels is het 1979 en leidt hij een rustig leventje met vrouw en dochter ten zuiden van Berlijn. Hij besluit om de DDR met een zweefvliegtuig te ontvluchten. Hij heeft moeite om een route uit te stippelen, gezien West-Berlijn op de Oost-Duitse landkaarten als een blanco gebied wordt weergeven. Hij herinnert zich vliegveld Gatow nog uit de Hitler-tijdperk.
Om ongemerkt over de grensposten en over de Muur te komen, moet hij minimaal 1.ooo meter hoog kunnen vliegen, terwijl een zweefvliegtuig maar maximaal 400 meter hoog kan. Dit kan alleen via warme luchtstromen.
Op zondag 24 juni 1979 besluit hij de overgang te maken. De weersomstandigheden zijn precies goed om via de luchtstromen (thermiek) de gewenste hoogte van 1.000 meter te kunnen bereiken. Hij vliegt zonder moeite over de grens tussen Oost- en West-Berlijn. Hij ziet in de lucht een landingsbaan, die niet in gebruik is. Als hij uiteindelijk geland is, vragen de omstanders hem of hij motorische problemen heeft. Waarop hij antwoordt: "Ik denk het niet. Ik denk, dat mijn problemen juist voorbij zijn." Hij onderhandelt 3 jaar samen met de West-Duitse autoriteiten om zijn vrouw en kind naar West-Berlijn te krijgen. Uiteindelijk mogen zijn vrouw en kind naar het vrije "Westen".
De DDR laat dit niet over zich heen gaan en verbiedt alle burgervluchten boven de grensgebieden vanaf dat moment.
|
De gebroeders Bethke10 jaar na de vlucht van Wolfgang Seiler doen de gebroeders Bethke (Ingo, Holger en Egbert) een aantal vluchtpogingen over de Berlijnse Muur.
Ingo (de oudste van de drie) werd opgeroepen voor militaire dienstplicht om de grens te bewaken. Dit kwam hem goed uit, omdat hij zo goed kon observeren of er gaten in de beveiliging van de grensbewaking zaten. Hij zorgde ervoor, dat hij precies wist waar alle mijnen en struikeldraden zich bevonden. Op een avond greep hij zijn kans en pendelde hij op een luchtbed de rivier over naar de West-Duitse grens. |
In 1983 besloot ook Holger (de jongste van de drie) om te vluchten. Hij ging vluchten over een straat, die in het midden werd gespleten door de Berlijnse Muur. Hij schoot vanuit de Oost-Duitse kant een pijl (verbonden aan een stalen kabel) naar de overkant van het gebouw met een pijl en boog. Zijn broer Ingo zat te wachten om de verbinding te verstevigen, zodat Holger via een katrol naar de overkant kon "zeilen". Hij had geluk, want als een grenswacht hem had opgemerkt, was hij vermoedelijk uit de lucht geschoten.
De overgebleven broer Egbert kreeg in 1988 bericht, dat zijn broers een plan hadden gesmeed om hem te helpen ontsnappen. De twee broers hadden in West-Berlijn twee kleine vliegtuigjes gekocht niet groter dan een auto. Waar de 1e vliegtuig zou landen om Egbert op te halen, moest het 2e vliegtuigje de boel in de gaten houden vanuit de lucht. Ze communiceerden via walkie-talkies. Ze verfden grote rode "Sovjet-sterren" op de vliegtuigjes om de grenswachten af te leiden. Geen enkele grenswacht zou gek genoeg zijn om een Sovjet-vliegtuig neer te schieten.
Op 26 mei 1989 stond Egbert voor zonsopgang te wachten op de afgesproken locatie in een park, toen hij geluiden hoorde op zijn walkie-talkie. De broers lieten weten, dat ze in de buurt waren. Zodra Ingo was gelandt, sprong Egbert in het vliegtuigje en vlogen ze weg. Ze vlogen over de Berlijnse Muur en landden uiteindelijk op de Platz der Republik (het grasveld voor de Reichstag).
Klik op deze Duitse link voor nog veel meer vluchtpogingen.
De overgebleven broer Egbert kreeg in 1988 bericht, dat zijn broers een plan hadden gesmeed om hem te helpen ontsnappen. De twee broers hadden in West-Berlijn twee kleine vliegtuigjes gekocht niet groter dan een auto. Waar de 1e vliegtuig zou landen om Egbert op te halen, moest het 2e vliegtuigje de boel in de gaten houden vanuit de lucht. Ze communiceerden via walkie-talkies. Ze verfden grote rode "Sovjet-sterren" op de vliegtuigjes om de grenswachten af te leiden. Geen enkele grenswacht zou gek genoeg zijn om een Sovjet-vliegtuig neer te schieten.
Op 26 mei 1989 stond Egbert voor zonsopgang te wachten op de afgesproken locatie in een park, toen hij geluiden hoorde op zijn walkie-talkie. De broers lieten weten, dat ze in de buurt waren. Zodra Ingo was gelandt, sprong Egbert in het vliegtuigje en vlogen ze weg. Ze vlogen over de Berlijnse Muur en landden uiteindelijk op de Platz der Republik (het grasveld voor de Reichstag).
Klik op deze Duitse link voor nog veel meer vluchtpogingen.
De gevallenen
Peter FechterRuim een jaar na de bouw van de muur, op 17 augustus 1962, probeerde Peter Fechter (samen met een 18-jarige collega Helmut Kulbeik) naar het westen te vluchten. Kulbeik kwam ongedeerd in West-Berlijn, maar Fechter haalde het niet. Soldaten van de grenstroepen van de DDR vuurden 35 schoten af. Fechter werd getroffen in longen en buik en bleef schreeuwend liggen, waardoor aan beide kanten van de muur een volksoploop ontstond. Politieagenten uit West-Berlijn gooiden nog verband en hulpmiddelen over de muur maar dat was vergeefse hoop.
Een Amerikaanse luitenant die bij Checkpoint Charlie gestationeerd was, kwam kijken en gaf als commentaar: "Not our problem." Na een uur was Fechter doodgebloed en werd zijn lijk weggehaald door Oost-Duitse soldaten. |
Günter LitfinOp 24 augustus 1961 rond 16.00 uur probeerde Günter Litfin illegaal te ontsnappen door te zwemmen vanuit Humboldthafen (een kleine haven in de rivier de Spree) door een klein kanaal, dat zich vertakt naar West-Berlijn. Bij het oversteken van de spoorwegbrug die de grens vormde, werd Litfin echter ontdekt door officieren van de Oost-Duitse transportpolitie en kreeg het bevel onmiddellijk terug te zwemmen. Litfin hief zijn handen uit het water om de rivier aan de West-Berlijnse kant te verlaten en werd vervolgens neergeschoten en gedood.
|
Bron: www.wikipedia.nl
Een paar citaten
"Vorwärts immer, rückwärts nimmer!" Erich Honecker (Secretaris-generaal van de SED, 1971-1989)
(7 oktober 1989, toespraak in Berlijn op de 40ste verjaardag van de DDR) |