DDR-Lexicon (O t/m U)
"Wat was de officiële benaming voor de dopingprogramma van de DDR?", "Wie waren Peter Fechter en Günter Litfin?" en "Wat hield Operatie Ochsenkopf in?".
Met de juiste zoekopdracht kun je (nagenoeg) elk feitje vinden, die je zoekt over de DDR.
Selecteer CTRL + F op je desktop/laptop (of CMD + F op je iMac/MacBook) en zoek het gewenste onderwerp even op.
Met de juiste zoekopdracht kun je (nagenoeg) elk feitje vinden, die je zoekt over de DDR.
Selecteer CTRL + F op je desktop/laptop (of CMD + F op je iMac/MacBook) en zoek het gewenste onderwerp even op.
Operatie Ochsenkopf (vertaald: Operatie ossenkop) was een poging van toenmalig Secretaris-generaal van de SED Walter Ulbricht om het “Westfernsehen” aan banden te leggen. Dit is het stiekem kijken naar West-Duitse tv-programma's door Oost-Duitsers. De naam is afgeleid van de Ochsenkopf (een berg in het Fichtelgebergte) van waaruit de Bayerische Rundfunk het eerste programma van de ARD uitzond.
Door middel van luidsprekerwagens werden DDR-burgers opgeroepen om hun antennes op de zenders van het “Fernsehen der DDR” te richten. Toen bleek dat men daar weinig zin aan had, gingen brigades van de FDJ (Freie Deutsche Jugend, de jeugdorganisatie van de communistische partij) en de Volkspolizei ’s avonds langs de huizen om de antennes om te draaien. Dit werd door de bezitters van de antennes uiteraard niet zo gewaardeerd en het kwam wel eens tot discussies en vechtpartijen. Daarom werd operatie “Ochsenkopf” snel beëindigd. De regering-Ulbricht ging over tot een nieuwe tactiek, namelijk die van ‘naming and shaming’: prominente bezitters van antennes die op het Westen gericht werden in de krant of in het openbaar van immoreel gedrag beschuldigd. Ze zouden racisme promoten en proberen de gevestigde orde te verstoren. Vaak echter konden de beschuldigden zich verweren, omdat bleek dat ook leden van de communistische partij naar het ‘Westfernsehen’ keken. Dit bracht het regime in Oost-Berlijn in de verlegenheid. Bron: www.jalta.nl Auteur: Jeroen Adema |
Vera (Franziska) Oelschlegel is een Duitse actrice, zangeres, regisseur, professor en theatermanager. Als zangeres en actrice werd ze (ook internationaal) vooral bekend door haar Brecht-vertolkingen en haar rol van de 13e Fee van Diligence in de DEFA-sprookjesfilm Dornröschen. Met haar Ensemble 66 trad ze op in 37 landen. Van 1991 tot de opheffing in 2013 leidde ze het rondreizende Theater des Ostens Berlin.
Oelschlegel's derde huwelijk (1977-1987) was met SED Politburo lid Konrad Naumann, die 1e secretaris van de SED van Berlijn was. |
De Oktoberklub, opgericht in 1966 als Hootenanny-Klub Berlin, was de eerste zangclub in de DDR en heeft bestaan tot 1990.
Begin jaren '60 bracht de folk revival in de VS een golf van folkmuziek en protestliederen op gang. In de DDR organiseerde de Canadese folkzanger Perry Friedman hootenanny's (Amerikaanse term voor ongedwongen, sociale concerten). Een groep folkminnende jongeren verzamelden zich rond hem en de jeugdstudio DT64 en richtten (met steun van de FDJ) in februari 1966 de Hootenanny-Klub op. Iedereen kon lid worden, de club was open en, naar DDR-maatstaven, ongewoon informeel. Begin 1967 werd de Hootenanny Club (In het kader van anti-amerikaanse sentimenten) gedwongen om zijn naam op te geven. Zij noemde zichzelf toen de "Oktoberklub" (een verwijzing naar de Russische Oktoberrevolutie). Vanaf dat moment heette de Hootenanny-beweging officieel de "FDJ-Singebewegung" ("FDJ Zangbeweging") en werd zij zowel gepromoot als toegeëigend als een "modelgeval" van socialistisch cultuurbeleid. Naar het voorbeeld van de Oktoberklub ontstonden er in het land vele zangclubs (soms waren het er wel vierduizend). Een filmpje op Youtube. |
Het Oostblok is een verzamelnaam voor de voormalige Sovjet-Unie en de landen in Centraal- en Oost-Europa die in de tweede helft van de twintigste eeuw onder de invloedssfeer van de Sovjet-Unie vielen. Militair waren de landen gebonden via het Warschaupact, economisch via de Comecon.
Naast de Sovjet-Unie bestond het Oostblok uit Hongarije, Roemenië, Bulgarije, Tsjechoslowakije, Polen en de Duitse Democratische Republiek (DDR). Soms worden Joegoslavië en Albanië ook tot het Oostblok gerekend. |
ORWO (afk. voor ORiginal WOlfen) was een merk voor fotografische producten en magnetische opname banden.
ORWO werd opgericht in Oost-Duitsland als een merk voor fotografische films en magneetband, voornamelijk geproduceerd bij de voormalige ORWO Filmfabrik Wolfen (nu Chemical Park Bitterfeld-Wolfen). In 1909 werd de Filmfabrik Wolfen opgericht als onderdeel van het Aktien-Gesellschaft für Anilin-Fabrikation (Agfa) en behoorde tot I.G. Farben sinds 1925. De Agfa Wolfen-fabriek ontwikkelde in 1936 de eerste moderne kleurenfilm, met ingebouwde kleurkoppelingen, Agfacolor. |
Onder Neue Ostpolitik verstaat men de politiek van ontspanning, die rond 1970 door de Duitse bondsregering werd gevolgd. Het concrete resultaat waren verdragen met de Sovjet-Unie, Polen (beide 1970), de DDR (1972) en Tsjecho-Slowakije (1973).
Internationaal werd de DDR niet erkend. Tot 1955 hadden alleen communistische staten de DDR erkend. Vanaf 1955 paste de Bondsrepubliek de Hallsteindoctrine toe: wanneer een land overging tot erkenning van de DDR, zou de Bondsrepubliek de diplomatieke banden met dat land verbreken. Door de toepassing van deze doctrine bleef de DDR tot in de jaren zeventig diplomatiek geïsoleerd. De (in de Bondsrepubliek aan de macht gekomen) bondskanselier Willy Brandt (SPD), bleek een voorstander van toenadering tot de DDR. Op 19 maart 1970 ontmoetten premier Willi Stoph en bondskanselier Willy Brandt elkaar in Erfurt en op 21 mei 1970 in Kassel. Als gevolg van Brandts Ostpolitik nam de spanning tussen beide staten af en in 1973 erkende de Bondsrepubliek de DDR. Sindsdien werd de DDR door de meeste westerse landen erkend (Nederland reeds in 1972). |
Het Palast der Republik was een gebouw in Berlijn, dat ten tijde van de DDR werd gebouwd om de Volkskammer (Oost-Duitse parlement) en een cultuurcentrum te huisvesten.
In 1976 is het Palast der Republik in gebruik genomen. In het gebouw werden naast de zittingen van het parlement ook vele andere evenementen georganiseerd. Er vonden ook partijcongressen van de SED plaats. Maar niet van de andere DDR-partijen overigens. Na de ontbinding van de DDR (en de Duitse hereniging) in 1990 wist het Berlijnse stadsbestuur niet wat ze met het gebouw aan moesten, gezien deze ontegenzeggelijk met de DDR was verbonden. Toen bekend werd dat zich asbest bevond in het gebouw, werd besloten om het hele gebouw te slopen. De sloop is (met het neerhalen van het laatste trappenhuis) op 2 december 2008 afgerond. Één van de bijnamen die aan dit opzichtige gebouw werden gegeven was Erichs Lampenladen (=Erich's lampenwinkel), omdat enorm hoeveelheid lampen waren geïnstalleerd in de centrale hal/foyer van het gebouw in een periode, dat Erich Honecker partijleider was. Vandaar Erich's lampenwinkel. |
De Pan-Europese Picknick was een vredesdemonstratie die op 19 augustus 1989 werd gehouden op de grens tussen Oostenrijk en communistisch Hongarije, nabij de stad Sopron. Het doel was in beginsel om de verbroken banden uit de tijd van de voormalige Oostenrijk-Hongaarse Rijk aan te halen. De doelgroepen voor deze picknick waren de dorpelingen/families uit de directe omgeving.
Een belangrijk onderdeel van deze demonstratie was, dat de grens tussen het Communistische Oost-Europa en West-Europa op die dag 3 uur lang werd opengesteld (voor het eerst in jaren!!!). Meer dan zeshonderd burgers van de DDR (die als toeristen naar Hongarije waren overgekomen) kregen hier lucht van en maakten gebruik van deze drie uur om naar West-Duitsland te vluchten. Officieel hadden Hongaarse grensbewakers de opdracht om te voorkomen dat men over de grens zou vluchten, maar zij deden niets aan de stroom vluchtelingen uit de DDR. De demonstratie wordt gezien als een belangrijke gebeurtenis in de politieke ontwikkelingen, die uiteindelijk leidden tot de Val van het IJzeren Gordijn. |
De Partijdag van de SED (of Partijcongres) was volgens de partijstatuten het hoogste orgaan van de SED. De Partijdagen werden tot 1971 om de vier jaar gehouden, vanaf dat jaar om de vijf jaar. Afgevaardigden werden van onderaf gekozen, maar de verkiezing van afgevaardigden bleek sterk van bovenaf te worden gestuurd. Voor een Partijdag begon waren de afgevaardigden reeds geïnstrueerd door het Centraal Comité. Dit is opvallend, omdat volgens de partijstatuten het Centraal Comité juist onderschikt was aan de Partijdag. Formeel mocht er open worden gediscussieerd over allerlei onderwerpen, maar in praktijk kwam het erop neer dat er slechts kon worden gediscussieerd over onderwerpen die door de partijleiding waren goedgekeurd.
|
De Partei des Demokratischen Sozialismus (PDS) ('Partij van het Democratische Socialisme') was een Duitse politieke partij met een socialistische grondslag. De partij werd opgericht in 1989 als opvolger van de Oost-Duitse regeringspartij SED en fuseerde op 16 juni 2007 met de sociaaldemocratische WASG tot Die Linke.
|
PEBE (afgeleid van de initialen PB van bedrijfsoprichter Paul Bernhardt) was een speelgoedmerk voor plastic bouwsets uit de DDR.
Het principe kwam overeen met het Lego-systeem. Het formaat werd overgenomen van LEGO en werd het 8 mm systeem genoemd. In tegenstelling tot FORMO (een tweede bouwsteensysteem in de DDR) kon PEBE voor een groot deel met LEGO worden gecombineerd, maar er waren soms problemen met het in elkaar passen en vasthouden van de stenen, zelfs bij het combineren van PEBE stenen. Bovendien waren de stenen gevoelig voor veroudering. Ze werden na verloop van tijd steeds brozer en konden ze qua gevoel niet concurreren met LEGO. Een juridisch geschil met LEGO in het midden van de jaren 1980 leidde tot een verandering in de noppen en onderkanten, zodat ze niet langer compatibel waren met LEGO. Deze nieuwe 8 mm module werd PEBE 2000 genoemd. De productie werd van eind jaren 1950 tot 1984 uitgevoerd door VEB Plastica Bad Kösen en van 1985 tot 1990 door VEB Chemische Fabrik Bad Kösen. Na de hereniging werd de productie voortgezet tot het midden van de jaren 1990 als Pebe GmbH & Co. KG tot halverwege de jaren 1990, waarna de productie werd stopgezet. |
|
Pershing-raketten waren ballistische grond-grond raketten met kernkop ontwikkeld door de Verenigde Staten. De Pershing-raketten waren de hoofdbewapening van de Verenigde Staten (om als tegenantwoord te dienen) tegen de SS20 raketten, die konden worden ingezet door de Sovjet-Unie bij mogelijke verrassingsaanvallen tijdens de Koude Oorlog.
Pershing-raketten konden zowel vanaf een vaste locatie als een mobiele lanceerplatform worden gelanceerd. Naast de vaste lanceerlocaties in de Verenigde Staten, werden ook vaste lanceerlocaties gebouwd in o.a. West-Duitsland. Deze dienden als afschrikmiddel richting de DDR en de Sovjet-Unie (gezien de korte afstand tussen de twee landen), maar ook vanwege het korte bereik van deze raketten. Er zijn 3 versies gebouwd van de MGM-31 Pershing: Pershing I (operationeel van 1960-1986) Pershing IA (operationeel van 1969-1986) Pershing II (operationeel van 1983-1991) Overigens waren er veel bezwaren in de Verenigde Staten en Europa tegen de plaatsing van de Pershing-raketten. In 1983 stapten West-Duitse demonstranten naar de rechter om de plaatsing van de Pershing II te stoppen als een schending van artikel 26 (Basiswet), die West-Duitsland verbood zich voor te bereiden op een offensieve oorlog. Deze claim werd uiteindelijk verworpen door het Federale Constitutionele Hof. In oktober 1983 protesteerden maar liefst 500.000 mensen in Bonn tegen de inzet van de Pershing II-raketten en werd een menselijke keten gevormd van het hoofdkwartier van het Amerikaanse leger in Stuttgart tot aan de poorten van de Wiley-kazerne in Neu-Ulm, de locatie van één van de Pershing-bataljons. Het Pershing-raketsysteem is uiteindelijk afgeschaft in 1988 als gevolg van het INF-verdrag tussen de Verenigde Staten en Sovjet-Unie. De Amerikaanse raketten zijn teruggetrokken door de Verenigde Staten en vernietigd in 1991. Vijftien Pershing-raketten zijn ontmanteld, maar wel in tact gelaten om dienst te doen voor expositie doeleinden. |
Stanislav Petrov was een gepensioneerd luitenant-kolonel uit de luchtverdedigingseenheid van de Sovjet-strijdkrachten die op 26 september 1983 een mogelijke kernoorlog wist te voorkomen.
Het Oko-waarschuwingssysteem gaf op die dag aan dat de Verenigde Staten vijf intercontinentale raketten richting de Sovjet-Unie hadden afgevuurd. Petrov was op dat moment wachtcommandant in de Serpukhov-15-bunker in de buurt van Moskou. Hij gaf de melding aan als loos alarm. Als hij zijn superieuren een Amerikaanse aanval had gemeld, had de USSR mogelijk een volledige nucleaire tegenaanval bevolen tegen de VS en hun bondgenoten. Petrov werd uitgebreid ondervraagd, maar uiteindelijk gestraft noch beloond. Op 17 januari 2013 kreeg hij de Dresden-prijs uitgereikt voor zijn rol in het voorkomen van de Derde Wereldoorlog. Naar aanleiding van dit verhaal verscheen in 2014 de documentaire 'The man who saved the world', van regisseur Peter Anthony. |
Een planeconomie is een centraal geleide economie, waarbij alleen de staat recht heeft op het verstrekken van goederen en diensten, waardoor het marktmechanisme (balans vraag en aanbod) komt te vervallen.
|
Onder Plattenbau wordt de seriematige constructiewijze verstaan waarbij flats worden gebouwd door brede platen van beton van een verdieping hoog in elkaar te 'klikken'. De eerste vormen werden in Duitsland geïntroduceerd door architect Martin Wagner bij de bouw van de wijk Berlin-Friedrichsfelde tussen 1926 en 1930, hierbij geïnspireerd door de Amsterdamse buurt Betondorp een paar jaar eerder.
Deze flats worden in het Duits 'Plattenbauten' genoemd. Hoewel ook in andere landen toegepast, is deze bouwwijze voornamelijk bekend uit de voormalige DDR. Er zijn diverse standaardtypes Plattenbauten; het meest gebouwd in de DDR is het type WBS 70/11 (Wohnungsbauserie 70 met 11 verdiepingen) met in totaal 900.000 woningen. |
Het politbureau (afk. van politiek bureau) van het Centraal Comité van de SED was het uitvoerend orgaan van de grootste partij in de DDR, namelijk de Sozialistische Einheitspartei Deutschlands (SED). In landen met een marxistisch-leninistische ideologie wordt de communistische partij beschouwd als de voorhoede van het volk. Niet het parlement, maar de partij bezit daarom de macht en die macht is doorgaans geconcentreerd in het politbureau.
De grootste partij van de DDR was de Sozialistische Einheitspartei Deutschlands (SED). Formeel werd de SED bestuurd door het Centraal Comité (Zentralkomitee, ZK der SED), die (tot 1971) om de 4 jaar en daarna om de 5 jaar werd herkozen. Gezien het Centraal Comité maar 2x per jaar samenkwam, lag het dagelijks bestuur in handen van het Politbureau, die bestond uit leden van het Centraal Comité. |
Benaming voor de poging van de partijleiding van Tsjecho-Slowakije om in het voorjaar van 1968 een eigen politieke koers te varen, los van de bemoeienis van de Sovjet-Unie. De Praagse Lente duurde van januari 1968 tot 20 augustus 1968.
Toen Alexander Dubček het communistische Tsjecho-Slowakije een meer gematigde koers uitstuurde, werd abrupt een einde gemaakt door de andere vijf leden van het Warschaupact, onder leiding van de USSR met de inval van hun troepen op 20 augustus 1968. |
|
'Zu Besuch bei Frau Puppendoktor Pille' (vertaald: 'Op bezoek bij mevrouw Pille de Poppendokter') was een programma, dat éénmaal per week werd uitgezonden als onderdeel van de avondgroet in Unser Sandmännchen op de DDR-televisie. Het werd uitgezonden van 1959 tot 1988.
Frau Puppendoktor Pille deed verslag van een fictief spreekuur, was de contactpersoon en bemiddelaar tussen de werelden van poppen, kinderen en volwassenen. Ze gaf de "Puppenmuttis" en "Puppenvatis" tips voor goed gedrag, een goede opvoeding, praktische spelletjes binnen en buiten en vooral voor de gezondheid. Goede voeding, het vermijden van verkoudheid, geduld bij ziekte, enz. speelden een centrale rol. Er bestaat een website over Frau Puppendoktor Pille. Tot 1968 speelden Helga Labudda en Angela Brunner Frau Puppendoktor. Daarna nam de jonge Berlijnse actrice Urte Blankenstein de rol met succes over. Tot 1988 werden meer dan 1000 Avondgroeten geproduceerd. In 1988 beëindigde de DDR-televisie de avondgroetreeks met Frau Puppendoktor. In tegenstelling tot Sandmännchen en Pittiplatsch und Schnatterinchen hebben de Duitse omroepen het personage van Frau Puppendoktor Pille na 1990 niet meer in kinderprogramma's opgenomen. |
Het Reisebüro der DDR (Reisbureau van de DDR) was de staatsreisorganisatie van de Duitse Democratische Republiek (Oost-Duitsland).
Het Reisebüro had verschillende taken op het gebied van reizen, waaronder: - Het regelen van binnenlandse reizen voor burgers van de DDR. Het Reisebüro controleerde (onder andere) alle hotels in de gehele DDR. - Het regelen van reizen voor DDR-burgers naar andere socialistische landen, d.w.z. de Sovjet-Unie, Tsjechoslowakije, Polen, Hongarije, Roemenië, Bulgarije en Cuba. - Het regelen van reizen voor buitenlanders, die de DDR bezochten. Deze diensten omvatten het boeken van hotelkamers en het verstrekken van bevestigingsdocumenten ter staving van de afgifte van een DDR-visum bij aankomst in de DDR. De Reisebüro had overeenkomsten met reisbureaus in andere landen; reizigers boekten hun reis bij een deelnemend reisbureau in hun land van herkomst, dat vervolgens met de Reisebüro samenwerkte om hotelkamers enz. te reserveren. |
Republikflucht is de term die door de Duitse Democratische Republiek (DDR) werd gehanteerd voor de massale vlucht van Oost-Duitsers naar de Bondsrepubliek en West-Berlijn. In het westen werd wel gesproken over een "stemming met de voeten", aangezien er geen vrije verkiezingen in de DDR plaatsvonden.
|
Rund was een jeugdprogramma op de DDR-televisie. Het programma werd voor het eerst uitgezonden in 1973 als voorbereiding op de X. Wereld Festival in Berlijn. Met een mix van muziek en conversatie was het programma modern en onderhoudend.
Oorspronkelijk waren zes uitzendingen gepland, maar wegens de grote populariteit bij het publiek werd het programma voortgezet tot juni 1988. Rund was een politiek amusementsmagazine, dat was afgestemd op jongeren en één keer per maand werd uitgezonden. Politieke agitatie werd gecombineerd met nationale en internationale muziek om de belangstelling van de jongeren voor het programma te wekken. Ongeveer 1000 beroemdheden verschenen in het programma en ongeveer 1500 muzieknummers werden gedraaid. Eind 1974 verscheen de Zweedse groep ABBA op rund met hun Grand Prix-winnende lied Waterloo. In de loop der jaren werden de discussierondes echter steeds propagandistischer. |
Der Runde Tisch (vertaald: de "Ronde Tafel") was de dialoog, die op initiatief van de politieke beweging "Demokratie Jetzt" werd gehouden in Oost-Berlijn (DDR) na de vreedzame revolutie tussen het ineenstortende communistische regime van de DDR en de oppositie. De naamgeving was afgeleid van het ronde tafel gesprek in Polen, maar nam de ronde vorm niet over, maar was rechthoekig.
Kort na de val van de Berlijnse Muur op 13 november 1989 werd de communist Hans Modrow premier van Oost-Duitsland. De hervormingsgezinde Modrow wou op die manier de DDR redden, zij het in een andere vorm. In verhouding tot zijn partijleider Egon Krenz genoot Hans Modrow meer krediet bij de oppositie in de DDR, maar ook bij Sovjet-president Mikhail Gorbatsjov. Anders dan Krenz wou Modrow niet enkel tijd winnen en een theaterstukje opvoeren, maar wel degelijk een andere aanpak bedenken om het voortbestaan van de DDR te waarborgen door het vertrouwen van de bevolking terugwinnen en de leegloop van burgers naar het Westen te stoppen. Begin december voltooide zich een stille revolutie binnen het DDR-regime. Het politbureau van de SED trad af en enkele dagen later stapte ook partijvoorzitter Egon Krenz op, nadat die er niet in geslaagd was om zich als hervormer te profileren. Bij zijn ambtsaanvaarding was Modrow nog gekant tegen een mogelijke hereniging van de twee Duitslanden. In plaats daarvan stond hij een meer vrije DDR voor die naast de Bondsrepubliek zou bestaan. Modrow maakte zich evenwel geen illusies over de situatie en merkte tegelijk op dat het politieke systeem in de DDR en de communistische partij SED alle krediet verloren hadden. Om de DDR nog te redden, nodigde Modrow daarom de nieuwe oppositiebewegingen (die ontstaan waren uit het recente volksprotest tegen het regime) uit tot een dialoog, en dat met de stilzwijgende toestemming van Sovjetleider Gorbatsjov. Op 7 december begon in Oost-Berlijn dan de "Runde Tisch" of ronde tafel. Aan tafel zaten naast de vertegenwoordigers van de SED niet minder dan acht oppositiegroepen, waaronder Neues Forum. Het waren die bewegingen die tot voor kort nog vervolgd werden. De tafel was overigens niet echt rond, maar rechthoekig, maar de symboliek was er wel. Zo werd de dialoog niet geleid door de regering zelf, maar door enkele protestantse en katholieke geestelijke leiders. Om het evenwicht wat te herstellen, nodigde Modrow ook de "Blockparteien" uit. Dat waren christelijke, socialistische of liberale partijen die de voorbije decennia gedwongen front hadden gevormd met de SED, maar nu de leiband loskwam, snel hun eigen koers begonnen te varen. De belangrijkste doelstellingen van de Ronde Tafel waren het opstellen van een nieuwe grondwet met burgerrechten en het organiseren van de eerste vrije en democratische verkiezingen in de DDR. Gaandeweg nam de Ronde Tafel echter de rol van parlement over van de door de SED gedomineerde Volkskammer en stuurde ze ook beslissingen van de regering-Modrow, die zich daardoor van enige legitimiteit kon verzekeren. Zo opende Modrow samen met zijn West-Duitse collega Helmut Kohl op 22 december de grensovergang aan de Brandenburger Tor, een symbolisch erg belangrijke maatregel. In februari 1990 nam Modrow leden van de oppositie in zijn kabinet op. Intussen was de premier al tot andere gedachten gekomen inzake de toekomst van de DDR. Bij een bezoek aan Moskou in januari 1990 gaf Modrow toe dat er bij de Oost-Duitsers nog weinig animo was voor een eigen staat en dat de hereniging hoe dan ook voor de deur stond. Met de verkiezingen van 18 maart 1990 kwam er een einde aan de Ronde Tafel. De nieuwe Volkskammer, die gedomineerd werd door de christendemocratische CDU, samen met sociaaldemocraten en liberalen, nam nu echt de rol van parlement over. LOCATIE: De eredienst van de Moravische kerk in het Bonhoefferhaus in Berlijn-Mitte 1e vergadering: 7 december 1989 2e vergadering: 18 december 1989 3e vergadering: 22 december 1989 LOCATIE: Het conferentiegebouw van de Raad van Ministers van de DDR in Schloss Schönhausen in Berlin-Pankow, Ossietzkystraße 4e vergadering: 27 december 1989 tot en met 16e (en tevens laatste) vergadering op 12 maart 1990. DEELNEMERS Op initiatief van de zeven nieuwe groepen die aanvankelijk aan de rondetafel deelnamen, werd dit bijeengeroepen en gemodereerd door vertegenwoordigers van de kerken. De moderators die geen stemrecht hadden, waren de pastoor en het hoofd van het secretariaat van de Federatie van Evangelische Kerken in de DDR Martin Ziegler, de katholieke priester en vertegenwoordiger van de Berlijnse Bisschoppenconferentie Karl-Heinz Ducke en de pastor van de United Methodist Church, destijds Secretaris van de Vereniging van Christelijke Kerken in de DDR, Martin Lange. Als gevolg hiervan werden naar zijn voorbeeld een groot aantal rondetafels opgezet op verschillende niveaus tot op gemeentelijk niveau, dat meestal werkte tot de lokale verkiezingen op 6 mei 1990. Een van de eerste en belangrijkste onderhandelingspunten aan de Ronde Tafel was de ontbinding van het ministerie van Staatsveiligheid (Ministeriums für Staatssicherheit - MfS) of zijn opvolger, Bureau voor Nationale Veiligheid (Amt für Nationale Sicherheit - ANS). Het bewijs van het ontwapenen van de Staatsveiligheidsdienst werd in latere vergaderingen door de regering van Modrow geëist. Een werkgroep van de ronde tafel heeft een nieuwe ontwerp-grondwet opgesteld, die gebaseerd was op verschillende democratische grondwetten, zoals de grondwet van de Bondsrepubliek Duitsland en de grondwetten van Nicaragua en Spanje. De werkgroep heeft de ontwerp-grondwet op 4 april 1990 aan het publiek gepresenteerd. De nieuw gekozen Volkskamer, waaraan het ontwerp werd overgedragen, behandelde hem niet verder. Bron: VRT Nieuws |
Rundfunk der DDR was de officiële staatsradio van de DDR van 1952 tot de ondergang van de DDR.
|
Rainer Rupp is een voormalige topspion, die van 1977 tot 1989 onder de codenamen Mosel (en later Topas) allerlei documenten met topprioriteit uit het NAVO-hoofdkwartier in Brussel had gedeeld met zijn werkgever de HVA (de Oost-Duitse inlichtingendienst).
In 1968 werd hem een baan als spion voor de DDR aangeboden, toen hij nog student was in Mainz. Hij stemde uit overtuiging in. Hij vervolgde zijn studie in Brussel, volgde een opleiding tot spion in Oost-Berlijn en werd in 1977 door de NAVO aangenomen. Hij steeg snel in de gelederen en bezorgde de HVA foto's van ongeveer 10.000 pagina's, waaronder de exacte locatieplannen voor de inzet van kruisraketten en Pershing II-raketten in West-Europa, maar ook het centrale MC 161-document, dat de NAVO-strategie samenvatte en tenslotte de NAVO-analyse van het Warschaupact en zijn bedoelingen. Deze documenten zijn direct overgedragen aan de KGB. Hij fotografeerde documenten in zijn kantoor of nam ze mee naar huis en fotografeerde ze in zijn wijnkelder. Hij ontmoette contactpersonen in heel Europa en ontving instructies via nummerstations en radioprogramma's, die berichten versleuteld als nummerreeksen uitzonden. Rupp ontwikkelde zich eigenlijk tot een juweel onder de westerse spionnen van de Stasi. Er waren waarschijnlijk geen geheimen meer in het NAVO-hoofdkwartier in Brussel, waar de Warschaupact niet van af wist. Zijn Britse vrouw was op de hoogte van zijn activiteiten en probeerde hem over te halen te stoppen. Later zei hij: 'Op het moment dat ik het deed, geloofde ik, dat het mijn morele plicht was.' De NAVO kende het bestaan van Topas niet, totdat de DDR-officier Heinz Busch in 1990 overliep. Busch kende de identiteit van Topas echter niet. Er volgden verschillende bijeenkomsten van de geheime diensten van een aantal landen met als doel Topas te identificeren, die aan enkele van die bijeenkomsten heeft deelgenomen. Met behulp van de Rosenholz-dossiers, die na de ontbinding van de DDR in handen van de CIA waren gevallen, werd Rupp in 1993 gevangen genomen, terwijl hij op vakantie was in Duitsland. Zijn opdrachtgever, de DDR en de buitenlandse inlichtingendienst (HVA), bestonden al jaren niet meer, toen hij werd gearresteerd. Hij bekende schuld en kreeg in 1994 een gevangenisstraf van 12 jaar. Hij werd begin juli 2000 vrijgelaten. Rupp werd lid van de PDS en trad tijdelijk op als adviseur op het gebied van veiligheid en buitenlands beleid; hij verliet de partij echter in 2003. De hoofdrolspeler in de serie Deutschland 83, 86 en 89 is deels gebaseerd op Rainer Rupp. |
Operatie RYAN was een militair inlichtingenprogramma uit de Koude Oorlog, dat werd uitgevoerd door de Sovjet-Unie in het begin van de jaren tachtig, toen ze dachten dat de Verenigde Staten plannen hadden voor een (op handen zijnde) eerste aanval.
De naam is een acroniem voor Raketno-Yadernoe Napadenie (Russisch: Ракетно-ядерное нападение, Engels: "Nuclear Missile Attack"). Het doel van de operatie was om informatie te verzamelen over mogelijke noodplannen van de regering-Reagan om een eerste nucleaire aanval tegen de Sovjet-Unie te lanceren. Het programma werd in mei 1981 geïnitieerd door Yuri Andropov, de toenmalige voorzitter van de KGB. |
S und T
|
De Gesellschaft für Sport und Technik (GST) bracht maandelijks haar 32 bladzijden tellende tijdschrift genaamd S und T (Sport und Technik) uit.
|
Unser Sandmännchen was een bekend kinderprogramma met poppen uit de DDR-tijd, dat in zowel Oost- als West-Duitsland bekend werd (in West-Duitsland onder de naam: Das Sandmännchen).
Heel veel kinderen in zowel Oost- al West-Duitsland kenden het het begeleidende liedje 'Sandmann, lieber Sandmann'. Het geanimeerde poppetje met de spitse baard kwam aan in een voertuig (soms ook een Trabant), keek samen met de kinderen een filmpje op televisie en strooide ze ter afscheid een soort sterretjes in de ogen, zodat ze in slaap konden vallen. |
De Sovjetbezettingszone (SBZ) (Duits: Sowjetische Besatzungszone, ook wel Ostzone) was één van de vier Geallieerde bezettingszones in Duitsland in de periode 1945-1949.
Na de capitulatie van de nazi's werd alle grondgebied van Duitsland door de geallieerde bezetters opgedeeld in vier zgn. bezettingszones, te weten in een Amerikaanse, Britse, Franse en Sovjet-zone. Daarnaast werd ook Berlijn opgedeeld in vier zgn. bezettingssectoren. De Westerse geallieerden wilden namelijk niet, dat de hoofdstad (en hiermee de machtszetel) deel ging uitmaken van de Sovjet-sector ondanks het feit, dat deze geografisch gezien wel in de Sovjetbezettingszone viel. Voor de dagelijkse leiding in de SBZ werd op 9 juni 1945 het Sowjetische Militäradministration in Deutschland (SMAD) opgericht (vertaald: Sovjetbestuur voor Duitsland (SMAD). Dit bestuur zetelde in Berlijn-Karlshorst. Met het uitroepen van de Duitse Democratische Republiek (DDR) op 7 oktober 1949 hield het Sovjetbestuur (en hiermee de SBZ) op met bestaan. De term SBZ is echter nog lang gebruikt, omdat de DDR buiten het Oostblok niet erkend werd. |
Günter Schabowski was een DDR-politicus. Hij is bekend als de persoon die op 9 november 1989 op een persconferentie ten onrechte aangaf dat de regels voor het reizen naar de Bondsrepubliek en West-Berlijn per direct versoepeld zouden worden, wat meteen tot een run op de grensposten leidde.
|
Alexander Schalck-Golodkowski was een Oost-Duits politicus.
Hij werd geboren op 3 juli 1932 in Berlijn als de zoon van de staatsloze Peter Golodkowski (van Russische afkomst). In 1940 werd hij geadopteerd door het echtpaar Schalck. In 1970 promoveerde hij in de rechten. Van 1975 tot 1989 was hij staatssecretaris van Buitenlandse Handel. Van 1976 tot 1989 was hij lid van de Economische Commissie van de SED. Van 1986 tot 1989 was hij lid van het Centraal Comité van de SED. In 1981 trad hij op als Oost-Duits economisch expert, tijdens de gesprekken tussen de West-Duitse bondskanselier Helmut Kohl en de Oost-Duitse Staatsraadvoorzitter Erich Honecker. In 1983 voerde hij de onderhandelingen met de Beierse minister-president Franz-Josef Strauss over een West-Duitse miljardenkrediet aan de DDR. Als lid van de Economische Commissie onderhield Schalck-Golodkowski nauwe betrekkingen met Afrikaanse en Aziatische landen, zowel op economisch, militair als op cultureel terrein. Op 3 december 1989 vluchtte Schalck-Golodkowski samen met zijn vrouw naar West-Berlijn. Van 6 december 1989 tot 9 januari 1990 zat hij gevangen. Daarna vestigde hij zich in Beieren, waar hij een bedrijf "Dr. Schalck & Co" oprichtte. In 1998 werd afgezien van verdere strafrechtelijke vervolging, omdat hij aan kanker leed. In 2000 gaf hij het boek Deutsch-deutsche Erinnerungen (Duits-Duitse Herinneringen) uit. Schalck-Golodkowski overleed in 2015 op 82-jarige leeftijd. |
Christian Schenk is een voormalige Duitse atleet, die gespecialiseerd was in de meerkamp. Hij werd olympisch kampioen (1988) en meervoudig nationaal kampioen.
|
De Duitse term Schießbefehl (=schietbevel) is de gebruikelijke naam van de instructie van het DDR-regime aan de grenspolitie en de grenstroepen om te schieten op personen die de Duits-Duitse grens buiten de officiële grensovergangen probeerden over te steken.
|
Karl-Eduard von Schnitzler was een Oost-Duits propagandist en presentator. Tot eind 1989 verzorgde Schnitzler de presentatie van het propagandaprogramma Der Schwarze Kanal. In 1978 werd Schnitzler lid van het Centraal Comité van de SED.
Der Schwarze Kanal is een 20 minuten durende propagandistische tv-programma, dat wekelijks op de maandagavonden werd uitgezonden. In dit programma monteerde hij fragmenten van de West-Duitse televisie en voorzag deze montage van commentaren. Gerhard Löwenthal (ZDF) werd toentertijd gezien als een westerse tegenhanger van Karl-Eduard von Schnitzler. In 1989 tijdens de Wende werd Der Schwarze Kanal na 1519 afleveringen stopgezet. Schnitzler voorkwam zijn royement als partijlid door uit de PDS, de opvolger van de SED, te stappen. Hij werd lid van de Deutsche Kommunistische Partei. In 1997 gaf Schnitzler in een interview met Spiegel-TV aan nog volledig achter de bouw van de Berlijnse Muur te staan. In 2001 overleed hij als gevolg van een longontsteking. |
Hans Conrad Schumann was een lid van de Volkspolizei (Vopo) in de DDR, die bekend werd door zijn vlucht over de prikkeldraadversperringen die twee dagen eerder op de grens van Oost- en West-Berlijn waren geplaatst. Hij vluchtte kort voor de daadwerkelijke bouw van de Berlijnse Muur en was een van de bekendste vluchtelingen van 1961.
|
Willi Schwabe was een Duitse acteur, zanger en presentator.
Willi Schwabe werd vooral populair door het televisieprogramma Willi Schwabe's Rumpelkammer (betekenis: Willi Schwabe's rommelkamer), dat hij van 1955 tot 1990 bijna 400 keer presenteerde op DDR-televisie. Daarin leidde hij op amusante wijze de Duitse filmgeschiedenis door met fragmenten, rekwisieten en sequenties. In 1972 ontving hij de DDR-kunstprijs en in 1985 de Heinrich Greif-prijs. In mei 1990 kreeg hij een zware hersenbloeding door een val van een fiets, waarvan hij nooit is hersteld. Acteur Friedrich Schoenfelder nam in 1990 de presentatie van die Rumpelkammer over en ging door tot 1992. De show was nog steeds populair, maar vanwege het veranderende televisielandschap werd het niet langer als waardevol of zelfs lucratief beschouwd. De Duitse televisieomroep (DFF) werd ontbonden en ook dit programma werd stopgezet. De wijk Berlin-Adlershof heeft sinds 2002 een Willi-Schwabe-Straße. |
De beweging Schwerter zu Pflugscharen (betekenis 'Zwaarden tot ploegscharen') was de onofficiële vredesbeweging in de Duitse Democratische Republiek (DDR). Deze vredesbeweging ging uit van de kerken in de DDR.
In de Nikolaikirche in Leipzig werd onder het motto "Schwerter zu Pflugscharen" regelmatig een maandagsgebed gehouden. Dit was de kiem van de maandagsdemonstraties tijdens die Wende in de herfst van 1989. |
Zuster Agnes is een film uit 1975, dat geproduceerd werd door DEFA TV onder de regie van regisseur Otto Holub. De première vond plaats ter gelegenheid van de Internationale Vrouwendag op 8 maart 1975 op de Oost-Duitse televisie.
De opnames van de fictieve plaats Krummbach vonden plaats in Waltersdorf en Jonsdorf (naast de Zittauer gebergte). |
<< in bewerking >>
|
De Sozialistische Einheitspartei Deutschlands (SED) was de regerende communistische partij in de voormalige Duitse Democratische Republiek van 1949 tot 1990. De partij had de absolute macht in de 40 jaar dat de DDR bestond en duldde geen tegenstand of oppositie.
|
Günther Simon was een Duits acteur. Hij kreeg bekendheid door rollen in verschillende DEFA-films zoals de tweedelige verfilming van het leven van Ernst Thälmann in 1954 en 1955 en als komische vader Zitterbacke in de film Alfons Zitterbacke.
Günther Simon overleed in 1972 in Berlijn. Zijn graf bevindt zich op het Dorotheenstädtische Friedhof in Berlijn.
|
Simson is een (historisch) Oost-Duits bedrijf dat voortkwam uit de oude staalfabriek van de gebroeders Löb en Moses Simson.
Simson verwierf zijn huidige faam door de grote aantallen tweewielers, die in de DDR werden geproduceerd. Met een totaal van bijna 6 miljoen geproduceerde bromfietsen was Simson de grootste fabrikant van gemotoriseerde tweewielers in de zowel West- als Oost-Duitsland. Onder de opeenvolgende politieke regimes veranderde de merknaam van de producten van dit bedrijf in BSW, Gustloff, AWO en uiteindelijk weer in "Simson". Het bedrijf produceerde wapens, fietsen, automobielen, motorfietsen, bromfietsen en kinderwagens. In 2000 werd Simson Zweirad GmbH overgenomen door Klaus Bänsch en zijn bedrijf Kontec GmbH. De bedrijfsnaam veranderde in Simson Motorrad GmbH. Men produceerde nog steeds enkele tweetaktmodellen, naast de 125cc-viertakten. Eind 2002 was duidelijk dat het bedrijf niet levensvatbaar was en in februari 2003 werd het faillissement uitgesproken. |
S.M.A.D. (Sowjetische Militär Administration in Deutschland) was de Sovjet-militair bestuur in Duitsland, met het hoofdkantoor in Berlijn-Karlshorst, die direct de Sovjet-bezettingszone van Duitsland regeerde na de Duitse overgave in mei 1945 tot na de oprichting van de Duitse Democratische Republiek (DDR) in oktober 1949.
|
De Sorben vormen een West-Slavisch minderheidsgroep. Ze leven in een gebied, de zogeheten Lausitz, tussen Berlijn en Dresden. Zij spreken hun eigen Slavische taal, het Sorbisch. Hun taal is verwant aan het Tsjechisch en het Pools.
In de tijd van het nationaalsocialisme werd het spreken van Sorbisch in het openbaar verboden en werden de ca. 50-tal culturele verenigingen ontbonden. Na 1945 werden die verenigingen onder de paraplu van de communistische eenheidspartij SED en een Sorbische uitgeverij heropgericht. Vermoedelijk waren er in 1945 nog zo’n 40.000 Sorbischtaligen, dat wil zeggen tweetaligen waaronder het assimilatieproces overigens ondanks alle overheidsinspanningen onverminderd doorging, niet in het laatst door de toename van Sorbisch-Duitse huwelijken en omdat het lokale Sorbischtalige gemeenschapsleven letterlijk werd ondergraven door de grootschalige bruinkoolwinning waarin tientallen dorpen werden opgeheven en afgebroken, en hun Sorbische bevolking naar de Duitstalige industrieconcentraties moest verhuizen Extra info: www.achterdemuur.nl |
Stephanie "Steffie" Spira was een Duitse toneel-, film- en televisieactrice. Spira was de dochter van acteurs Fritz en Lotte Spira. Haar zus was actrice Camilla Spira.
Spira werd theateractrice tijdens de Weimar Republiek en sloot zich in 1929 aan bij de Duitse Communistische Partij. Na de machtsovername door de Nazi's vluchtte ze in ballingschap. Na te zijn geïnterneerd door de Franse regering in het Camp de Rieucros, ontsnapte ze naar Mexico. Spira keerde terug naar Europa in 1947 en vestigde zich in Oost-Duitsland. Ze werd een vooraanstaand toneelacteur aan de Volksbühne en verscheen regelmatig in Oost-Duitse film- en televisieproducties. Als populaire actrice heeft ze de socialistische theatercultuur van de DDR sterk beïnvloed. Spira speelde onder andere in toneelstukken van Bertolt Brecht, Gerhart Hauptmann en Nikolai Wassiljewitsch Gogol en verscheen in films en op televisie. Op 4 november 1989 hield ze een toespraak voor ongeveer een half miljoen mensen op de Alexanderplatz in Berlijn tijdens de Alexanderplatz-demonstratie en sprak ze zich uit tegen de arrogantie van de macht en voor de vrijheid van haar nakomelingen: "Ik wens voor mijn achterkleinkinderen dat ze opgroeien zonder appèl, zonder burgerschap, en dat er geen blauwhemden met fakkels langs het hoge volk lopen!". Ze is overleden op 10 mei 1995 in Berlijn.Haar graf ligt samen met dat van haar man op de centrale begraafplaats Friedrichsfelde in Berlijn. |
Artsen dienden (top)sporters doping en hormoonpreparaten toe, zelfs al aan talentjes van een jaar of tien. Dit was onderdeel van het door het Zentralkomitee goedgekeurde dopingprogramma uit 1974, wat onder de naam Staatsplanthema 14.25 bekend stond.
Klik hier voor een interessante publicatie over doping in de DDR op de website van het Iron Curtain Project. Klik hier voor informatie over één van de slachtoffers dit dopingprogramma Heidi (en later Andreas) Krieger. |
De Staatsrat was vanaf 1960 het collectieve staatshoofd van de DDR.
De Staatsraad werd in 1960 gevormd na de dood van de eerste en enige president van de DDR, Wilhelm Pieck, als opvolger van het ambt van President van de DDR. Hiermee werd het voorbeeld van het Presidium van de Opperste Sovjet in de Sovjet-Unie gevolgd. De wettelijke basis werd gevormd door het Gesetz über die Bildung des Staatsrates van 12 september 1960, waarmee ook de grondwet van de DDR van 1949 werd gewijzigd. |
Eisenhüttenstadt is een gemeente in de Duitse deelstaat Brandenburg (gelegen in het Landkreis Oder-Spree). De stad telt 27.444 inwoners.
De plaats is planmatig gebouwd na de Tweede Wereldoorlog voor grootschalige ijzer- en staalproductie die de DDR dacht nodig te hebben. Aanvankelijk kreeg de nederzetting de naam Stalinstadt. In 1961 werd die naam gewijzigd in Eisenhüttenstadt. |
Een Ständiger Vertretung (permanente vertegenwoordiging) vervult de taken van een ambassade, wanneer het niet mogelijk is om een "echte" ambassade beschikbaar te stellen. Dit doet zich bijv. voor wanneer een land niet officieel wordt erkend door de staat, die de permanente vertegenwoordiging onderhoudt of wanneer de ambassadefunctie niet vervult wordt in een soevereine staat, maar binnen een internationale organisatie.
Op 21 december 1972 werd een overeenkomst afgesloten tussen de BRD en DDR wat leidde tot oprichting van permanente vertegenwoordigingen per 21 juni 1973 aan beide zijden. Die Ständige Vertretung van de BRD lag in Oost-Berlijn op de Hannoversche Straße 28–30. Die Ständige Vertretung van de DDR was gestationeerd in Bonn op de Godesberger Allee 18. |
Willi Stoph was een Oost-Duits politicus, die diverse posities heeft bekleed in de voormalige DDR.
|
Harald Sturm is een voormalig endurosporter. Hij werd viermaal Europees kampioen met zijn MZ en maakte deel uit van het winnende Zesdaagse Trofee-team van 1987.
|
Het Dansfestival van de DDR was (aanvankelijk) een amateuristische reeks dansevenementen in Rudolstadt van 1955-1989, die steeds meer professionele voorstellingen kreeg op het programma.
De 17e (en achteraf gezien laatste) editie werd gehouden in het weekend van 30 juni t/m 1 juli 1989. Na de ineenstorting van de DDR in de herfst van dat jaar kwam het Dansfestival van de DDR en een aantal andere volksdansfeesten in de DDR tot hun eind. Na de Duitse hereniging in 1990 ontwikkelde het festival zich, vanwege de toegenomen populariteit en goede contacten met de volksscène van de DDR, tot het grootste volks-/wereldmuziekfestival in Duitsland onder de naam "Rudolstadt Festival", welk elk jaar in het eerste volle weekend van juli plaatsvindt. |
De jeugdbeweging van de voormalige DDR, die onderdeel maakte van de FDJ en jonge kinderen vroegtijdig voorbereidde op een lidmaatschap bij de FDJ.
|
Theo und der Arbeitsschutz (vertaald: Theo en veiligheid op het werk) was een animatiefilm, die werd geproduceerd in de jaren 1970 en 1980 door de DEFA Studio voor Animatiefilms in Dresden. De held is altijd Theo, die in korte amusante verhaaltjes wijst op de gevaren in de arbeiderswereld.
Klik hier voor een willekeurig filmpje uit de reeks afleveringen. |
Harry Tisch was een Oost-Duits politicus (SED), die met name bekendheid verwierf van 1975 t/m 1989 als voorzitter v/d Oost-Duitse eenheidsvakbond FDGB (Freier Deutscher Gewerkschaftsbund).
Op 16 oktober 1989 besprak Tisch de voorgenomen omverwerping van Erich Honecker in een persoonlijke ontmoeting met Michael Gorbatsjov in Moskou. In november 1989 werd hij uit zijn ambt ontzet als voorzitter van de FDGB. Achteraf bleek, dat hij het jarenlang mogelijk had gemaakt als voorzitter van de FDGB voor Politburo-leden, waaronder Günter Mittag, om hun hele families gratis op luxe vakanties konden gaan op kosten van de FDGB. Een aanklacht wegens de dodelijke schietpartijen bij de Berlijnse Muur en de binnen-Duitse grens in januari 1995 kwam niet voor de rechter, omdat Tisch aan hartfalen overleed. Hij was (samen met Günter Schabowski) één van de weinige SED-functionarissen, die (achteraf) berouw toonden voor het onrecht, dat in de DDR werd begaan. Zijn bijnaam was overigens Cognac-Harry. |
|
De Trabant is een automerk uit de voormalige DDR, die werd gebouwd door de Oost-Duitse autofabriek VEB Sachsenring Automobilwerk Zwickau in Zwickau.
De naam Trabant is in 1957 gekozen na een prijsvraag, nadat de auto eerst slechts onder zijn typeaanduiding verkocht werd. De naam is erg toepasselijk: enerzijds betekent het zoveel als 'begeleider' of 'maatje': veel mensen beschouwden hun Trabant als deel van hun familie. Anderzijds verwijst de naam naar Erdtrabant, oftewel satelliet. De auto moest tonen dat de DDR meeging in de technologische vooruitgang die in 1957 in de Sovjet-Unie de eerste satelliet leverde. Overigens wordt de auto doorgaans "Trabbi" of "Trabi" genoemd. De Trabant werd vooral bekend vanwege de buitenzijde van de spatborden, portieren, dak, motorkap en kofferdeksel, omdat deze waren vervaardigd uit Duroplast, een kunststof die werd vervaardigd van katoenvezels gedrenkt in fenolhars. Er was namelijk een staaltekort als gevolg van een handelsembargo door het Westen, en een overschot aan katoenvezels uit de Sovjet-Unie. De fenolhars werd gewonnen uit bruinkool, die in de DDR ruim voorhanden was. Na de Val van de Muur werd de Trabant P601 een symbool van politieke verandering. |
Met een transitstrecke wordt de route tussen de Bondsrepubliek Duitsland en West-Berlijn via het grondgebied van de Sovjet-bezettingszone (SBZ) of de Duitse Democratische Republiek bedoelt. Dit waren een aantal wegen, waarop buitenlanders (na ontvangst van een reisvisum voor de DDR) zich door het land mochten verplaatsen.
Het was ten strengste verboden om de transitweg te verlaten voor bijvoorbeeld voor een uitje. Transitreizigers moesten het traject zo mogelijk zonder onderbrekingen afleggen. Korte stops op parkeerplaatsen, in wegrestaurants of bij tankstations waren toegestaan. Contacten met DDR-burgers waren (met uitzondering van personeel van winkels langs de transitstrecken) verboden. |
De Treuhandanstalt was het agentschap, dat na de hereniging van Duitsland alle Oost-Duitse ondernemingen privatiseerde. Het doel van de agentschap was om de bijna 8.500 zogenaamde Volkseigene Betriebe (VEB's) (firma's die in de Duitse Democratische Republiek openbaar eigendom waren) in eigendom te verkrijgen en vervolgens te herstructureren en verkopen.
De inventaris varieerde van staalnijverheid tot en met de Filmstudio Babelsberg. Ook verkreeg de Treuhand rond de 2,4 miljoen hectare landbouwgrond en bossen, grote delen van het eigendom van de voormalige Nationale Volksarmee en grootschalige woningcorporaties. In de beginjaren zorgde het ontbreken van organisatiestructuren en effectieve controlemechanismen voor veel problemen. Daartoe behoorden fraude, vervalste balansen, omkoping en prijsafspraken. De ondernemingen boden nog werk aan 4 miljoen mensen in 1990. Na het einde van de grootschalige privatiseringsoperatie in 1994 resteerden er nog 1,5 miljoen banen en had de Treuhand een verlies geboekt van naar schatting 270 miljard Duitse mark. |
Tunnel 57 was een tunnel onder de Berlijnse Muur, die op 3 & 4 oktober 1964 als locatie diende voor een massale ontsnapping door 57 Oost-Berlijnse burgers. Student en toekomstige astronaut Reinhard Furrer was één van de West-Duitse ontsnappingshelpers, die de Oost-Berlijners bij het ontsnappen bijstond.
Tijdens de ontsnapping kwamen Oost-Duitse grenswachters in beeld. Een West-Duitse ontsnappingshulp, Christian Zobel, opende het vuur op de jonge Oost-Duitse bewaker Egon Schultz, die in zijn schouder werd geraakt door één van deze kogels. De schot, die hem uiteindelijk fataal werd, was een waarschuwingsschot, die nota bene werd gevuurd door een andere bewaker van zijn eigen regime. Dit voorval werd geheim gehouden door de regering van de DDR. Een gedenkteken op de plaats van delict herdenkt vandaag de dag aan zowel de succesvolle ontsnapping als de dood van Schultz wie uiteindelijke slachtoffer werd van de Berlijnse Muur. |
Werner Tübke was een Duits kunstschilder en graficus. Hij gold als één van de belangrijkste kunstschilders uit de DDR. Hij kreeg vooral bekendheid door een aantal monumentale historische werken welke wel gerekend worden tot de fantastische kunst, ook wel tot het magisch realisme.
Met Bernhard Heisig, Wolfgang Mattheuer en Heinz Zander vormde hij de zogenaamde 'Leipziger Schule', ook wel de 'Bende van vier' ('Viererbande') genoemd. |
Het Twee-plus-Vier-verdrag (of formeel Verdrag inzake de afsluitende regeling met betrekking tot Duitsland) is een verdrag tussen de Bondsrepubliek Duitsland en Duitse Democratische Republiek enerzijds en Frankrijk, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en de Sovjet-Unie anderzijds.
Het verdrag, dat de weg effende voor de Duitse hereniging werd op 12 september 1990 in Moskou ondertekend en trad op 15 maart 1991 in werking toen de Sovjet-Unie als laatste het verdrag ratificeerde. TWEE:
PLUS VIER:
|
Walter Ulbricht was een Oost-Duits politicus en als voorzitter van de Staatsraad het feitelijke DDR-staatshoofd van 1960 tot 1971.
Ulbricht volgde tot begin jaren zeventig een strikt Moskougetrouwe lijn. Toen hij een meer nationale koers ging varen, moest hij op 3 mei 1971 zijn ambt van secretaris-generaal van de SED neerleggen. Tot zijn dood op 80-jarige leeftijd bleef hij voorzitter van de Staatsraad. Tevens werd hij na zijn aftreden als secretaris-generaal benoemd tot voorzitter van de SED, een tot dan toe niet-bestaande functie, in feite een erebaan wegens zijn verdiensten voor de partij. Zijn ambt als secretaris-generaal van de SED werd overgenomen door Erich Honecker. |
De Ulbricht doctrine (genoemd naar de Oost-Duitse leider Walter Ulbricht) was het (tegen)antwoord van de DDR op de Hallstein doctrine (een politieke doctrine uit 1955, die inhield, dat de BRD geen diplomatieke betrekkingen mocht onderhouden met landen die de DDR erkenden of daartoe overgingen).
De Ulbricht doctrine was de bewering, dat normale diplomatieke betrekkingen tussen Oost-Duitsland en West-Duitsland alleen mogelijk waren als beide staten elkaars soevereiniteit volledig erkenden. Dit in tegenstelling tot de Hallstein Doctrine, een West-Duits beleid dat erop stond dat West-Duitsland de enige legitieme Duitse staat was. Oost-Duitsland kreeg acceptatie voor zijn standpunt van mede-communistische staten, zoals Tsjecho-Slowakije, Polen, Hongarije en Bulgarije, die er allemaal mee instemden om de betrekkingen met West-Duitsland niet te normaliseren totdat het de soevereiniteit van Oost-Duitsland erkende. West-Duitsland gaf uiteindelijk zijn Hallstein Doctrine op en nam in plaats daarvan het beleid van Ostpolitik over. In december 1972 werd een basisverdrag tussen Oost- en West-Duitsland ondertekend dat de twee Duitse staten opnieuw als afzonderlijke entiteiten bevestigde. Het verdrag maakte ook de uitwisseling van diplomatieke missies mogelijk en de toetreding van beide Duitse staten tot de Verenigde Naties als volwaardige leden. |
In de DDR voegde het vak Unterrichtstag in der sozialistischen Produktion (UTP) (=Lesdag in de Socialistische Productie) een praktische component toe aan de vakken Einführung in die sozialistische Produktion (ESP) (=Inleiding tot de Socialistische Productie) en Technisches Zeichnen (TZ) (=Technisch Tekenen) als onderdeel van de polytechnische opleiding. Het was ook bedoeld om de deelnemende bedrijven te helpen bij het werven van jong talent.
Dit gaf leerlingen vanaf het zevende jaar een kort inzicht in de wereld van de arbeid. Leerlingen kregen werktaken in de bouw, landbouw en industrie onder productiegerelateerde omstandigheden. In sommige gevallen werden de leerlingen direct ingezet bij de productie van consumptiegoederen van de bedrijven, waartoe in de jaren 1970 werd besloten. De leerlingen voeren meestal kleine, niet-gevaarlijke hulpwerkzaamheden uit (bijv. klossen bevestigen in een textielfabriek). De lessen waren soms controversieel onder de bevolking, omdat ze geassocieerd werden met het cliché van kinderarbeid. Met de politieke verandering in de DDR en de reorganisatie van het onderwijssysteem werd het geleidelijk afgeschaft. Overigens heette dit vak tot 1970 Produktive Arbeit (PA) (= Productieve Arbeid). |
Bron: wikipedia