Radio, televisie & media
Ook in de Duitse Democratische Republiek was er behoefte aan vertier op tévé en radio. Zij het met een SED-sausje.
Televisie in de DDR
In de voormalige DDR ging de officiële testuitzending voor televisiebeeld op 21 december 1952 van start. Echter zou het nog enige tijd duren voordat de reguliere programma’s van de Deutsche Fernsehn Funk (DFF) (de toenmalige Oost-Duitse Staatsomroep) zouden worden uitgezonden. Pas in 1955 kwam in de DDR een einde aan de experimentele uitzendingen.
Het televisietoestel wat in Oost-Duitsland te koop was, werd (uiteraard) onder staatstoezicht gemaakt. Het ging om de S.A.G. Sachsen Werk in Radeborg geproduceerde toestel "Leningrad T2". De naam geeft het al aan, een in licentie gebouwd toestel, dat zijn oorsprong had in de voormalige Sovjet Unie. In 1957 kwam er een tweede televisietoestel op de markt. Het ging daarbij om de "Stassfurt Fernseher", die door de staat in massaproductie werd vervaardigd. Een dergelijk toestel kostte in 1957 rond de 1.500 Mark, en vormde dus zeker nog lang niet voor elk huisgezin een toegankelijk gebruiksmiddel. Ondanks de hoge prijs bleef het aantal geregistreerde televisietoestellen echter stijgen. In 1960 werd in Oost-Duitsland het gegeven gevierd dat de miljoenste kijker was aangemeld. Veel inwoners van de DDR keken overigens stiekem naar de West-Duitse televisie. Bron: www.startpagina.nl & soundscapes.info |
Tv-programma's en films
1952 - 1990
1953 1956 - 1991 1960 - 1989 1960 - 1976 1966 1971 - .... 1972 - 1992 1973 |
|
Tv-programmering in de DDR
Een website met enkele programmaoverzichten uit de DDR-tijd. Echt leuk om te zien hieronder hoe de tv-programmering in de DDR op een willekeurige dag (21 oktober 1983) er uit zag.
Tv kijken in de DDR
Een eenvoudige manier om de DDR-burger te begrijpen is het kijken naar dezelfde televisie programma's als waar zij naar keken. Eén beeld zegt immers meer dan 1.000 woorden.
Wat voor kinderprogramma's had je in die tijd? Naar welke programma's keken ze voor vertier en plezier? Hoe zagen de nieuwszendingen in de DDR tijd er uit? Hieronder staan enkele willekeurig uitgekozen tv-programma's uit de DDR programmering uit die tijd: DDR 1 (uitzendingen ongeveer van 08:00 uur t/m 23:00 uur) 09:15 uur - Medizin nach Noten (gymnastiekprogramma) 18:50 uur - Unser Sandmännchen (kinderprogramma) 19:30 uur - Aktuelle Kamera (nieuwsuitzending) 20:00 uur - Ein Kessel Buntes (zaterdagavondprogramma) 21:30 uur - Der schwarze Kanal (politieke propaganda serie) DDR 2 (uitzendingen ongeveer van 18:00 uur t/m 23:00 uur) 17:35 uur - Medizin nach Noten (gymnastiekprogramma) 17:50 uur - Unser Sandmännchen (kinderprogramma) 21:30 uur - Aktuelle Kamera (nieuwsuitzending) 22:00 uur - Polizeiruf 110 (Duitse misdaadserie) Aktuelle Kamera (dagelijks) Unser Sandmännchen (dagelijks) Medizin nach Noten (doordeweekse dagen) Polizeiruf 110 (doorgaans op de zondagen) Ein Kessel Buntes (zaterdagavond programma) Der schwarze Kanal (gelijk na de populaire maandagavond film) |
Vertical Divider
|
DDR 1
Medizin nach Noten
Unser Sandmännchen
Aktuelle Kamera (16-12-1988)
Ein Kessel Buntes (26-12-1978)
Der schwarze Kanal (26-06-1989)
|
DDR 2
Medizin nach Noten
Unser Sandmännchen
Aktuelle Kamera (09-11-1989)
Polizeiruf 110 (04-09-1977)
|
Bekende acteurs/presentatoren/zangers
Laatste kerst in de DDR (1989)
Kerstmis 1989 is een heel bijzondere tijd in de DDR. De Muur was 6 weken eerder gevallen. Veel DDR-burgers reizen voor het eerst over om de zgn. Begrüßungsgeld (welkomstgeld) op te halen en boodschappen te doen. Veel West-Duitsers verkennen het Oosten, de eerste zakenmensen en handelaren zijn op pad in de DDR.
|
|
Radio in de DDR
Radio Berlin International
Stimme der DDR
"De stem van de DDR" (Stimme der DDR) was een radioprogramma van de DDR-radio, dat ook bedoeld was voor Duitstalige luisteraars buiten de grenzen van de DDR.
Nadat das Staatliche Rundfunkkomitee (de Staatsomroepcommissie) in 1971 had besloten om de (op West-Duitsland en West-Berlijn gerichte) zenders "Duitse omroep" en "Berliner Welle" te vervangen door de stem van de DDR, begon het nieuwe programma op 15 november 1971. De redactie zat in het Funkhaus Nalepastrasse. Zoals alle omroeporganisaties van de DDR was het een instrument van de staatspartij SED. Stimme der DDR bood politieke informatie, amusement en cultuur aan. Vanaf het begin van het programma in 1949 tot 1971 en vanaf 1990 werd Stimme der DDR officeel de "Duitse omroep" genoemd. |
Berliner Rundfunk
De Berliner Rundfunk (BERU) was een radiostation in Oost-Duitsland. De nadruk lag op het politieke domein en besprak de gebeurtenissen in Oost-Berlijn.
De Berliner Rundfunk is in 1945 opgericht door de Sovjet Militaire Administratie in Duitsland (SMAD). Het werd aanvankelijk uitgezonden vanuit het Haus des Rundfunk-gebouw van de voormalige Reichs-Rundfunk-Gesellschaft GmbH aan de Masurenallee in Berlijn-Charlottenburg. Het is opmerkelijk dat deze omroeporganisatie zich in de Britse sector bevond van wat later West-Berlijn zou worden. De zender werd samengevoegd met de regionale omroepen in Potsdam en Schwerin en met de omroepstudio in Rostock. In de loop van de centralisatie van de Duitse Democratische Republiek (DDR) in 1952 veranderde de status van de Oost-Duitse radio. Ondertussen werd het nieuwe radiohoofdkwartier van de Rundfunk der DDR gevestigd aan de Nalepastraße in Oberschöneweide, Oost-Berlijn. Na 1952 kwamen alle radioprogramma's in de DDR daar vandaan. De Berliner Rundfunk werd veranderd in het programma Berlin I met een politieke focus en wees de zenders in Schwerin en Weimar toe. In augustus 1953 werden de radio omroepen gereorganiseerd. Deze hervorming creëerde de Deutschlandsender, de Berliner Rundfunk en de Radio DDR. Van juni 1954 tot september 1955 heette het programma van de Berliner Rundfunk tijdelijk "Berlin 1. Programm", in tegenstelling tot het programma van Radio DDR dat "Berlin 2. Programm" heette. In verband met de eenwording van de twee Duitse staten stopte de Berliner Rundfunk in februari 1990 met de uitzending ervan. Berliner Rundfunk werd op 1 januari 1992 geprivatiseerd en opereert sindsdien onder de naam Berliner Rundfunk 91.4. |
Radio DDR I & II
Radio DDR I (oorspronkelijke namen waren Radio DDR en Berlin 2. Programm) was één van de radioprogramma's van de radio-uitzendingen in de DDR.
De inhoud betrof een gemengd programma van informatie en entertainment met de nadruk op wat er in de DDR gebeurde. De programma's waren voornamelijk in het Duits, aangevuld met artikelen in het Sorbisch. Het was het eerste programma in Duitsland dat regelmatig radio-uitzendingen in beide Sorbische talen bevatte. Dit begon halverwege de jaren vijftig en werd tot op heden voortgezet door de ORB of door de RBB en MDR. In augustus 1953 voerde de DDR een omroephervorming door. Uit de vorige programma's ontstonden drie nieuwe programma's. Naast Radio DDR I waren dit de "Duitse Omroep" en Berlin 1.Programm. Aanvankelijk waren er nog steeds wisselende namen voor Radio DDR I zoals Berlin 2.Programm of Berlin II, in tegenstelling tot Berlin 1. Programm (dat later overigens Berliner Rundfunk werd). Vanaf 11 september 1955 kreeg het programma de naam Radio DDR. Halverwege de jaren vijftig werd Radio DDR uitgezonden op de stations Cottbus, Dresden, Leipzig, Weimar en Schwerin, die allemaal ook hun eigen regionale programma uitzendden. In oktober 1958 volgde Radio DDR II, die alleen via FM werd uitgezonden. |
Jeugdzender DT64
DT64 was het jongerenprogramma v/d DDR-radio en een essentieel onderdeel v/d jeugdcultuur in de DDR. DT64 is benoemd naar het festival Deutschland Treffen in 1964, waar voor het eerst de Beatles te horen waren. DT64 zond tijdens deze festival 99 uur ononderbroken programma's uit voor de deelnemers van de festival met internationale muziek, waarvan een groot deel live.
De in 1964 opgerichte DT64 werd in 1986 een onafhankelijk station tot mei 1993. Daarna werd DT64 opgevolgd door MDR Spoetnik. |
Overige media in de DDR
De pers in de DDR
Artikel 27 van de grondwet van de DDR bepaalt:
(1) Iedere burger van de Duitse Democratische Republiek heeft het recht om vrijelijk en in het openbaar
zijn mening te uiten overeenkomstig de beginselen van deze Grondwet. Dit recht wordt niet beperkt door
enige dienst- of arbeidsverhouding. Niemand mag bij de uitoefening van dit recht worden gediscrimineerd.
(2) De vrijheid van pers, radio en televisie is gewaarborgd.
(1) Iedere burger van de Duitse Democratische Republiek heeft het recht om vrijelijk en in het openbaar
zijn mening te uiten overeenkomstig de beginselen van deze Grondwet. Dit recht wordt niet beperkt door
enige dienst- of arbeidsverhouding. Niemand mag bij de uitoefening van dit recht worden gediscrimineerd.
(2) De vrijheid van pers, radio en televisie is gewaarborgd.
Dit wetsartikel wekt de indruk, dat er een onafhankelijke pers bestond in de DDR volgens de westerse maatstaven. In werkelijkheid kon de DDR ingrijpen "namens het volk"als de marxistische filosofie in het geding kwam. Ook de pers was hieraan ondergeschikt.
Presseamt beim Vorsitzenden des Ministerrates der DDR
Nagenoeg alle kranten en huis-aan-huisbladen waren verbonden aan partijen, massaorganisaties of één van de kerken. De dagelijkse pers werd gecontroleerd door de "Presseamt beim Vorsitzenden des Ministerrates der DDR". Deze fungeerde als de spreekbuis van de regering. De persbureau was de vergunningverlenende en censurerende instantie voor alle drukwerk in de DDR. Haar taak was de DDR-media te leiden en te controleren. Overigens was de DDR niet de enige land, die zo werkte.
Verder fungeerde het persbureau als doorgeefluik van het regeringsbeleid (persconferenties, evenementen voor binnen- en buitenlandse journalisten, bekendmaking van wetten, decreten en resoluties) en verleende (en ontnam) accreditaties voor journalistiek werk op het grondgebied van de DDR voor bijv. West-Duitse persvertegenwoordigers.
Persberichten stellen taalregels vast
Verscheidene malen per week verschenen persvoorlichtingen vanuit het persbureau. Deze bevatten richtlijnen voor de pers over de behandeling van actuele onderwerpen: taalvoorschriften voor de pers, radio en televisie. Het persbureau had directe zeggenschap over de "Allgemeiner Deutscher Nachrichtendienst" (ADN). Als staatsnieuwsagentschap leverde de ADN nieuwsinhoud aan DDR-kranten en nieuwsomroepen.
Door licenties af te geven voor periodiek verschijnende drukwerken oefende het persbureau vanaf 1962 ook directe invloed uit op het perslandschap, want deze licenties konden ook weer worden ingetrokken. Indirecte censuur was het gevolg.
Controle en begeleiding van de pers
De controle en sturing van de pers werd echter niet alleen door het persbureau uitgevoerd. De "Zentrale Druckerei-, Einkaufs- und Revisionsgesellschaft" (afk. ZENTRAG) (vrij vertaald: "Centrale drukkerij-, inkoop- en auditmaatschappij"), die rechtstreeks resorteerde onder het Centraal Comité van de SED, bezat 90% van de drukkerijcapaciteit in de DDR en daarmee (met meer dan 90 drukkerijen, uitgeverijen en distributieorganen) een feitelijk monopolie over de gedrukte media. De quota's voor schaars papier (die ook door ZENTRAG werden beheerd) lieten geen ruimte voor kritische publicaties.
Heel veel drukwerk
Met in totaal 39 dagbladen in 1981 (totale oplage van ongeveer negen miljoen) was de dichtheid van drukwerken per hoofd van de bevolking in de DDR één van de hoogste ter wereld. Het centrale orgaan van de SED ("Neues Deutschland"), was alleen al goed voor 1,1 miljoen exemplaren en de andere 14 SED-districtskranten (zoals de "Freie Erde" uit Neubrandenburg, de "Freie Presse" uit Karl-Marx-Stadt en de "Leipziger Volkszeitung" uit Leipzig) voor een totaal van ongeveer vijf miljoen exemplaren. Daarnaast waren er de dagbladen "Berliner Zeitung" (met een oplage van ongeveer 400.000 exemplaren) en de tabloid "BZ am Abend" (met een oplage van ongeveer 200.000 exemplaren), die ook werden uitgegeven door het "Berliner Verlag", dat eigendom was van de SED.
De "Tribüne", het orgaan van het FDGB Federaal Uitvoerend Comité, de "Junge Welt" van de Centrale Raad van de FDJ en de "Deutsches Sportecho", uitgegeven door het Sportverlag, hadden ook een gezamenlijke dagelijkse oplage van bijna twee miljoen exemplaren. Zo bleef er niet veel van de enorme drukcapaciteit over voor de in totaal 18 dagbladen van de blokpartijen. De zes dagbladen van de CDU met het centrale orgaan "Neue Zeit" hadden een gezamenlijke oplage van 280.000 exemplaren, de dagbladpers van de LDPD (centraal orgaan "Der Morgen") 244.000, die van de NDPD (centraal orgaan "Nationalzeitung") 186.000, de "Bauernecho" van de DBD met vijf afleveringen voor verschillende districten hadden elk een gezamenlijke oplage van slechts 91.000 exemplaren. "Nova Doba", de Sorbische krant van het federaal bestuur van de Domowina, de Sorbische minderheid in Lausitz, verscheen in 1985 met een oplage van 1900 exemplaren.
Berichten tot aan de punt en komma voorgedefinieerd
Als men in ogenschouw neemt, dat de pers van de blokpartijen tevens onderworpen was aan de instructies van het persbureau, de administratie van ZENTRAG en de nieuwsuitzending door de ADN, wordt het indrukwekkende evenwicht van de pers in de DDR in termen van kwantiteit betrekkelijk. De hoeveelheid verschillende kranten die werden aangeboden betekende geenszins diversiteit van mening. Alle aankondigingen van de staat en alle politieke berichten werden door de ADN tot de punt en komma voorgekauwd, zelfs voor de districtskranten of de kranten van de blokpartijen. Alleen in de rubrieken sport en cultuur waren er kleine verschillen.
Centrale opleiding voor journalisten in Leipzig
Persbeleid was ook kaderbeleid. Om de journalisten van meet af aan aan de lijn te binden, vond de opleiding tot radio-, televisie- of persjournalist centraal plaats aan één enkele universiteit in de DDR, namelijk in Leipzig. Studeren aan de "afdeling Journalistiek van de Karl Marx Universiteit" bood dus de enige mogelijkheid om het beroep van (een door de staat erkend) "socialistisch journalist" te gaan uitoefenen.
De voorselectie in de gehele republiek en de permanente socialistische/communistische indoctrinatie van de studenten tijdens hun studie zorgden voor een hoge graad van overeenstemming van de beroepsgroep. Net als op andere gebieden was het onderwerp "marxisme-leninisme" verplicht - van begin tot eind.
De journalist als Functionaris van de Partij van de Arbeidersklasse
De arbeidersklasse zelf moest ook deelnemen aan het perswerk: de "volkscorrespondenten" ("VK's") moesten het "oor van de massa" zijn en als vrijwillige medewerkers van pers en radio of in de bedrijfskranten van hun werkplaatsen de stemming aan de basis vastleggen en zo onverbloemd mogelijk verslag uitbrengen over alledaagse problemen. Ook de reacties van de bevolking op besluiten van de staats- en partijautoriteiten waren van belang.
De Lijst van postkranten
De Postzeitungsliste (Postkrantenlijst) van de Deutsche Post van de DDR, die het monopolie had op de distributie van persproducten en geacht werd gelijke distributiemogelijkheden te scheppen en persvrijheid te garanderen, werd gebruikt als dreigmiddel: onwelgevallige kranten konden eenvoudigweg uit de Postzeitungsliste worden verwijderd en werden zo indirect verboden.
Bron: www.mdr.de & DDR Lexicon (nagenoeg letterlijk vertaald en overgenomen!)
Als link naar DDR Lexicon niet goed werkt, dan link even handmatig kopiëren en plakken op het adresbalk!!!)
Presseamt beim Vorsitzenden des Ministerrates der DDR
Nagenoeg alle kranten en huis-aan-huisbladen waren verbonden aan partijen, massaorganisaties of één van de kerken. De dagelijkse pers werd gecontroleerd door de "Presseamt beim Vorsitzenden des Ministerrates der DDR". Deze fungeerde als de spreekbuis van de regering. De persbureau was de vergunningverlenende en censurerende instantie voor alle drukwerk in de DDR. Haar taak was de DDR-media te leiden en te controleren. Overigens was de DDR niet de enige land, die zo werkte.
Verder fungeerde het persbureau als doorgeefluik van het regeringsbeleid (persconferenties, evenementen voor binnen- en buitenlandse journalisten, bekendmaking van wetten, decreten en resoluties) en verleende (en ontnam) accreditaties voor journalistiek werk op het grondgebied van de DDR voor bijv. West-Duitse persvertegenwoordigers.
Persberichten stellen taalregels vast
Verscheidene malen per week verschenen persvoorlichtingen vanuit het persbureau. Deze bevatten richtlijnen voor de pers over de behandeling van actuele onderwerpen: taalvoorschriften voor de pers, radio en televisie. Het persbureau had directe zeggenschap over de "Allgemeiner Deutscher Nachrichtendienst" (ADN). Als staatsnieuwsagentschap leverde de ADN nieuwsinhoud aan DDR-kranten en nieuwsomroepen.
Door licenties af te geven voor periodiek verschijnende drukwerken oefende het persbureau vanaf 1962 ook directe invloed uit op het perslandschap, want deze licenties konden ook weer worden ingetrokken. Indirecte censuur was het gevolg.
Controle en begeleiding van de pers
De controle en sturing van de pers werd echter niet alleen door het persbureau uitgevoerd. De "Zentrale Druckerei-, Einkaufs- und Revisionsgesellschaft" (afk. ZENTRAG) (vrij vertaald: "Centrale drukkerij-, inkoop- en auditmaatschappij"), die rechtstreeks resorteerde onder het Centraal Comité van de SED, bezat 90% van de drukkerijcapaciteit in de DDR en daarmee (met meer dan 90 drukkerijen, uitgeverijen en distributieorganen) een feitelijk monopolie over de gedrukte media. De quota's voor schaars papier (die ook door ZENTRAG werden beheerd) lieten geen ruimte voor kritische publicaties.
Heel veel drukwerk
Met in totaal 39 dagbladen in 1981 (totale oplage van ongeveer negen miljoen) was de dichtheid van drukwerken per hoofd van de bevolking in de DDR één van de hoogste ter wereld. Het centrale orgaan van de SED ("Neues Deutschland"), was alleen al goed voor 1,1 miljoen exemplaren en de andere 14 SED-districtskranten (zoals de "Freie Erde" uit Neubrandenburg, de "Freie Presse" uit Karl-Marx-Stadt en de "Leipziger Volkszeitung" uit Leipzig) voor een totaal van ongeveer vijf miljoen exemplaren. Daarnaast waren er de dagbladen "Berliner Zeitung" (met een oplage van ongeveer 400.000 exemplaren) en de tabloid "BZ am Abend" (met een oplage van ongeveer 200.000 exemplaren), die ook werden uitgegeven door het "Berliner Verlag", dat eigendom was van de SED.
De "Tribüne", het orgaan van het FDGB Federaal Uitvoerend Comité, de "Junge Welt" van de Centrale Raad van de FDJ en de "Deutsches Sportecho", uitgegeven door het Sportverlag, hadden ook een gezamenlijke dagelijkse oplage van bijna twee miljoen exemplaren. Zo bleef er niet veel van de enorme drukcapaciteit over voor de in totaal 18 dagbladen van de blokpartijen. De zes dagbladen van de CDU met het centrale orgaan "Neue Zeit" hadden een gezamenlijke oplage van 280.000 exemplaren, de dagbladpers van de LDPD (centraal orgaan "Der Morgen") 244.000, die van de NDPD (centraal orgaan "Nationalzeitung") 186.000, de "Bauernecho" van de DBD met vijf afleveringen voor verschillende districten hadden elk een gezamenlijke oplage van slechts 91.000 exemplaren. "Nova Doba", de Sorbische krant van het federaal bestuur van de Domowina, de Sorbische minderheid in Lausitz, verscheen in 1985 met een oplage van 1900 exemplaren.
Berichten tot aan de punt en komma voorgedefinieerd
Als men in ogenschouw neemt, dat de pers van de blokpartijen tevens onderworpen was aan de instructies van het persbureau, de administratie van ZENTRAG en de nieuwsuitzending door de ADN, wordt het indrukwekkende evenwicht van de pers in de DDR in termen van kwantiteit betrekkelijk. De hoeveelheid verschillende kranten die werden aangeboden betekende geenszins diversiteit van mening. Alle aankondigingen van de staat en alle politieke berichten werden door de ADN tot de punt en komma voorgekauwd, zelfs voor de districtskranten of de kranten van de blokpartijen. Alleen in de rubrieken sport en cultuur waren er kleine verschillen.
Centrale opleiding voor journalisten in Leipzig
Persbeleid was ook kaderbeleid. Om de journalisten van meet af aan aan de lijn te binden, vond de opleiding tot radio-, televisie- of persjournalist centraal plaats aan één enkele universiteit in de DDR, namelijk in Leipzig. Studeren aan de "afdeling Journalistiek van de Karl Marx Universiteit" bood dus de enige mogelijkheid om het beroep van (een door de staat erkend) "socialistisch journalist" te gaan uitoefenen.
De voorselectie in de gehele republiek en de permanente socialistische/communistische indoctrinatie van de studenten tijdens hun studie zorgden voor een hoge graad van overeenstemming van de beroepsgroep. Net als op andere gebieden was het onderwerp "marxisme-leninisme" verplicht - van begin tot eind.
De journalist als Functionaris van de Partij van de Arbeidersklasse
De arbeidersklasse zelf moest ook deelnemen aan het perswerk: de "volkscorrespondenten" ("VK's") moesten het "oor van de massa" zijn en als vrijwillige medewerkers van pers en radio of in de bedrijfskranten van hun werkplaatsen de stemming aan de basis vastleggen en zo onverbloemd mogelijk verslag uitbrengen over alledaagse problemen. Ook de reacties van de bevolking op besluiten van de staats- en partijautoriteiten waren van belang.
De Lijst van postkranten
De Postzeitungsliste (Postkrantenlijst) van de Deutsche Post van de DDR, die het monopolie had op de distributie van persproducten en geacht werd gelijke distributiemogelijkheden te scheppen en persvrijheid te garanderen, werd gebruikt als dreigmiddel: onwelgevallige kranten konden eenvoudigweg uit de Postzeitungsliste worden verwijderd en werden zo indirect verboden.
Bron: www.mdr.de & DDR Lexicon (nagenoeg letterlijk vertaald en overgenomen!)
Als link naar DDR Lexicon niet goed werkt, dan link even handmatig kopiëren en plakken op het adresbalk!!!)
Kranten in de DDR
Van 1946 tot 1989 was Neues Deutschland het centrale orgaan van de Socialistische Eenheidspartij van Duitsland (SED), de staatspartij van de DDR.
Van december 1989 tot begin 2007 was de krant via een besloten genootschap (GmbH) in handen van de opvolgerpartij PDS. Tegenwoordig is Neues Deutschland een landelijk verspreid dagblad met een focus op lezers in Oost-Duitsland. De krant, gevestigd in Berlijn, ziet zichzelf als een “socialistisch dagblad”. De verkochte oplage is 18.916 exemplaren, een daling van 71 procent sinds 1998. |
De junge Welt ziet zichzelf als een nationaal "links, marxistisch georiënteerd dagblad". De krant was het centrale orgaan van de FDJ in de DDR-tijd vanaf de oprichting in 1947 tot 1990.
In het jaar van de val van het communisme liep de oplage terug van 1,6 miljoen tot minder dan 200.000 in december 1990. De krant wordt nog steeds gepubliceerd en wordt geclassificeerd als links-extremistisch. |
Die Neue Zeit was een Duits landelijke dagblad, dat van 1945 tot 1994 verscheen. Het eerste nummer verscheen op 22 juli 1945 als dagblad van de Christen-Democratische Unie van Duitsland met een oplage van 200.000 exemplaren en met groot journalistiek succes.
De krant Neue Zeit was tot 11 november 1989 het centrale orgaan van de Christen-Democratische Unie van Duitsland (CDU in de DDR, ook wel Oost-CDU genoemd) in de DDR. |