Wist je dat...?
Wist je dat het landgoed van Erich Honecker door hotelketen van der Valk is opgekocht? Of wist je dat het straatbeeld van de DDR enige tijd werd gesierd met Zweedse Volvo's en Franse Citroën's? Alle merkwaardige DDR-feitjes worden hier benoemd.
Volvo's in de DDR
Vertegenwoordigers van de Oost-Duitse regering konden natuurlijk nooit in een Mercedes of BMW gezien worden, omdat deze vehicles door West-Duitsland (oftewel door "de vijand") werden geproduceerd. Ze hadden ook geen zin om in primitieve limousines (zoals een Zil of Tschaika) uit Rusland te rijden. Uiteindelijk werd besloten om een auto uit een sociaal en neutraal land te importeren, die ook nog eens degelijk was. Daarnaast moest deze auto ontwikkeling en voorspoed uitstralen en hiermee de bloei van de planeconomie benadrukken. Er werd besloten om (o.a.) Volvo's aan te schaffen.
De volgende modellen zijn afgenomen door de DDR:
* In totaal werden er 1.000 stuks van dit model geïmporteerd om het verkeersbeeld in Oost-Berlijn te internationaliseren. In ruil voor Oost-Duitse bier leverde de Zweden de auto’s.
Bron: www.achterdemuur.nl
De volgende modellen zijn afgenomen door de DDR:
- Volvo 140
- Volvo 164
- Volvo 240
- Volvo 244
- Volvo 244 DLS *
- Volvo 245
- Volvo 245 T
- Volvo 264
- Volvo 264 TE
- Volvo 265
- Volvo 740 GL
- Volvo 760 GL
* In totaal werden er 1.000 stuks van dit model geïmporteerd om het verkeersbeeld in Oost-Berlijn te internationaliseren. In ruil voor Oost-Duitse bier leverde de Zweden de auto’s.
Bron: www.achterdemuur.nl
Postorderbedrijven
Sinds de jaren vijftig kende de DDR twee postorderbedrijven: Konsument uit Karl Marx Stadt (Chemnitz) en Centrum uit Leipzig. Elk voorjaar en elke winter werd de nieuwe collectie gepresenteerd met een ruim gesorteerd aanbod. Het probleem was echter, dat veel artikelen niet geleverd konden worden, omdat ze snel waren uitverkocht. Ook werden ze gereserveerd voor de export. Dit goldt bijvoorbeeld voor fotoapparatuur. De export kreeg voorrang om het land aan de broodnodige buitenlandse valuta te helpen.
De benaming van de producten vormden een ander knelpunt. Damesensembles en herenkostuums kregen fantasievolle namen of namen van steden uit communistische Brüderländer, maar in 1973 kregen enkele broeken en pakken in de catalogus van Konsument namen van steden in de Bondsrepubliek en voornamen van bekende West-Duitse voetballers, zoals Jupp (Heinkes), en schlagerzangers, zoals Heino. Dat leidde tot een politieke rel en het ontslag van de directeur van het bedrijf. Twee jaar later kwam een einde aan het postorderwezen in de DDR.
Bron: Historisch Nieuwsblad
Auteur: Friso de Zeeuw
De benaming van de producten vormden een ander knelpunt. Damesensembles en herenkostuums kregen fantasievolle namen of namen van steden uit communistische Brüderländer, maar in 1973 kregen enkele broeken en pakken in de catalogus van Konsument namen van steden in de Bondsrepubliek en voornamen van bekende West-Duitse voetballers, zoals Jupp (Heinkes), en schlagerzangers, zoals Heino. Dat leidde tot een politieke rel en het ontslag van de directeur van het bedrijf. Twee jaar later kwam een einde aan het postorderwezen in de DDR.
Bron: Historisch Nieuwsblad
Auteur: Friso de Zeeuw
​​Van der Valk koopt landgoed Honecker
Hotelketen Van der Valk heeft een voormalig landhuis van DDR-leider Erich Honecker (landgoed Drewitzer-See, deelstaat Mecklenburg) gekocht. De Duitse Treuhand (de verkooporganisatie voor de oude DDR-boedel) verkocht het aan de familie Van der Valk, die op enkele kilometers afstand al een groot vakantiedorp exploiteert.
Het zogeheten ‘Honecker-huis’ was in 1982 een cadeau van de Oost-Duitse communistische partij aan partijleider Honecker. Toen hij het huis op het voormalige landgoed Drewitzer-See bewoonde was het voorzien van een privé-bioscoop, binnenzwembad, eigen waterzuivering (als bescherming tegen een mogelijke 'aanslag' met vergif) en krachtcentrale. De bioscoop stond bekend als de 'enige Stasi-bioscoop ter wereld: de cinema zat volgestouwd met verborgen microfoontjes, zoals overigens alle vertrekken op het landgoed. De afluistermicrofoontjes zijn overigens allemaal verwijderd, zodat de gasten met een gerust hart de nacht kunnen doorbrengen zonder vrees te worden afgeluisterd.
Toevallig grenst het Honecker-complex bijna aan de landgoederen van prins Hendrik, die vaak in zijn slot Dobbin op vakantie ging met koningin Wilhelmina, later ook in gezelschap van hun jonge dochter Juliana. In het dorpje Dobbin ligt op het stadsplein nog een zwerfkei met daarin de naam en geboortejaar van onze prinses Juliana gekerfd.
Het Honecker-huis ligt op een steenworp afstand van Dobbin-Linstow, waar Van der Valk ook verschillende vakantieresorts heeft. Het landhuis van de DDR-leider werd in 1998 gekocht door een zakenman die vervolgens verschillende vakantiewoningen op het terrein liet bouwen. In 2009 ging deze zakenman failliet.
Van der Valk exploiteerde het landhuis al sinds 2010. Sinds eind november 2011 is de hotelketen dus officieel eigenaar van het pand. Op 20 maart 2012 wordt het voor het eerst getoond aan pers en genodigden. Er zou 3,4 miljoen euro met de koop zijn gemoeid.
Via deze link kun je een kamer (Heidesuite) reserveren in het zogeheten Honecker-huis via de website van Van der Valk.
Bron: www.historiek.net
Publicatie: www.nrc.nl
Het zogeheten ‘Honecker-huis’ was in 1982 een cadeau van de Oost-Duitse communistische partij aan partijleider Honecker. Toen hij het huis op het voormalige landgoed Drewitzer-See bewoonde was het voorzien van een privé-bioscoop, binnenzwembad, eigen waterzuivering (als bescherming tegen een mogelijke 'aanslag' met vergif) en krachtcentrale. De bioscoop stond bekend als de 'enige Stasi-bioscoop ter wereld: de cinema zat volgestouwd met verborgen microfoontjes, zoals overigens alle vertrekken op het landgoed. De afluistermicrofoontjes zijn overigens allemaal verwijderd, zodat de gasten met een gerust hart de nacht kunnen doorbrengen zonder vrees te worden afgeluisterd.
Toevallig grenst het Honecker-complex bijna aan de landgoederen van prins Hendrik, die vaak in zijn slot Dobbin op vakantie ging met koningin Wilhelmina, later ook in gezelschap van hun jonge dochter Juliana. In het dorpje Dobbin ligt op het stadsplein nog een zwerfkei met daarin de naam en geboortejaar van onze prinses Juliana gekerfd.
Het Honecker-huis ligt op een steenworp afstand van Dobbin-Linstow, waar Van der Valk ook verschillende vakantieresorts heeft. Het landhuis van de DDR-leider werd in 1998 gekocht door een zakenman die vervolgens verschillende vakantiewoningen op het terrein liet bouwen. In 2009 ging deze zakenman failliet.
Van der Valk exploiteerde het landhuis al sinds 2010. Sinds eind november 2011 is de hotelketen dus officieel eigenaar van het pand. Op 20 maart 2012 wordt het voor het eerst getoond aan pers en genodigden. Er zou 3,4 miljoen euro met de koop zijn gemoeid.
Via deze link kun je een kamer (Heidesuite) reserveren in het zogeheten Honecker-huis via de website van Van der Valk.
Bron: www.historiek.net
Publicatie: www.nrc.nl
​Checkpoint Alpha, Bravo en Charlie
Wist je dat er naast de befaamde Checkpoint Charlie ook nog een Checkpoint Alpha en Checkpoint Bravo bestonden?
Checkpoint A (Alpha)De grensovergang op de snelweg Helmdstedt-Marienborn werd door de geallieerden Checkpoint Alpha genoemd, naar de eerste letter van het spellingsalfabet van de NAVO.
|
Checkpoint B (Bravo)De controlepunt aan de andere kant van grensovergang Checkpoint Charlie, tussen Drewitz en de Berlijnse wijk Dreilinden, werd Checkpoint Bravo genoemd.
|
Checkpoint C (Charlie)In Berlijn zelf was het geallieerde Checkpoint Charlie geplaatst, voor verkeer van en naar Oost-Berlijn. Tijdens de Blokkade van Berlijn van juni 1948 tot mei 1949 werd de verbinding tussen de controleposten Alpha en Charlie nog belangrijker, omdat de Sovjet-controlepost was gesloten.
|
Hoewel de Oost-Duitsers spraken van een Grenzübergangsstelle (grensovergang) gebruikten de geallieerden de aanduiding checkpoint. Dit omdat de geallieerden de DDR niet als staat erkenden. Nadat in 1973 de DDR als staat werd erkend door de Verenigde Naties, bleef de term checkpoint in gebruik.
Afrika
Dit stuk is gepubliceerd op 9 oktober 2000.
BERLIJN – Tien jaar geleden ging de DDR op in de Bondsrepubliek. Hier en daar zijn op de wereld nog wat sporen te vinden van de arbeidersstaat.
Als het Zuid-Afrikaanse kabinet vergadert kunnen de ministers elkaar in het Duits met „Gudn Daach, Genosse” (goedendag, kameraad) begroeten als ze dat willen. Jeff Radebe bijvoorbeeld, overtuigd communist en minister voor Staatsondernemingen, spreekt vloeiend Saksisch en heeft internationaal recht aan de Karl Marx-universiteit in Leipzig gestudeerd. Tegenover hem zit minister voor Woningbouw Dolly Mthembi-Mahanyele. Zij leest in haar vrije tijd Brecht in het Duits. Zij volgde haar opleiding journalistiek aan de School van de Solidariteit in Berlijn. Naast haar zit minister voor Bosbouw Ronnie Kasrils, communist en voormalig hoofd van de geheime dienst van het ANC. Net als de onderminister van Buitenlandse Zaken Aziz Pahad en stafchef Siphiwe Nyanda heeft hij een guerrillaopleiding op het kazerneterrein van het Oost-Duitse leger in het Brandenburgse Teterow genoten.
„Wij hebben veel aan de DDR te danken”, zegt Ronnie Kasrils tegenover het weekblad Die Woche. Hij geeft nog altijd hoog op van „de discipline en humor” van de Oost-Duitse legerofficieren. „Zonder de bijdrage van de DDR-kameraden aan onze strijd”, meent de minister, „waren we niet waar we vandaag zijn.” Ook in andere Afrikaanse landen hebben ministers wortels in de DDR: in Zambia vier, in Mozambique en Angola elk twee.
De DDR liet niet alleen regeringsfunctionarissen van vlees en bloed na. De nalatenschap is voor een deel ook materieel: in Managua worden behoeftige Nicaraguanen vandaag de dag nog altijd in het door kameraden gebouwde Karl Marxhospitaal verpleegd. In het Noord-Koreaanse Ham Hung produceren textielmachines uit de DDR nog altijd Mao-hemden waarin zelfs Kim Jong Il nog rondloopt. En in Indonesië proberen kanonneerboten uit de DDR het onrustige eilandenrijk bijeen te houden.
Solidariteit
De DDR behoorde toch maar tot de tien grootste industrielanden ter wereld: cement- en suikerfabrieken, graanmolens en havenkranen werden naar talloze landen geëxporteerd en draaien tien jaar na het verdwijnen van de DDR nog altijd. Bijzonder trots waren de ”Genossen” op hun ”internationale solidariteit”, op zijn West-Duits: ontwikkelingshulp. Zo drukken de Nicaraguaanse sandinisten hun pamfletten nog altijd op een machine uit Plauen. En in Libië en Rusland turen wetenschappers met telescopen in de ruimte die ten tijde van de DDR in Jena zijn gefabriceerd.
Met geen ander land onderhield de DDR zulke nauwe relaties als met Mozambique: op een gegeven moment waren er 1200 Oost-Duitsers in Zuidoost-Afrika werkzaam, meer dan 20.000 Mozambikanen werkten als gastarbeider in de DDR. De contacten waren zo goed dat de Mozambikaanse minister van Buitenlandse Zaken zijn ambtscollega Joschka Fischer bij diens bezoek begin dit jaar begroette met: „Willkommen, Oskar!” (Oskar Fischer was van 1975 tot 1990 minister van Buitenlandse Zaken van de DDR.)
De belangstelling van de DDR voor het arme Mozambique werd absoluut niet uitsluitend bepaald door socialistische solidariteit. De DDR had het vooral begrepen op de enorme steenkolenvoorraden en het enorme landbouwpotentieel van de subtropische staat. Niet Mozambique, maar de DDR moest worden gered. De staat kampte met een chronisch gebrek aan deviezen. De arbeidersstaat had er daarom geen moeite mee de steenkolen die hij voor een vriendenprijs had gekregen tegen harde dollars op de wereldmarkt van de hand te doen.
Nog erger maakten de DDR-kameraden het met het zogenaamde 120.000-hectareproject, dat de DDR van veevoeder moest voorzien. Na ondertekening van het verdrag stuurde Oost-Berlijn honderden landbouwmachines naar Mozambique, die vanwege de burgeroorlog nooit zijn ingezet. Voor de machines moest de broederstaat echter wel betalen. In 1989 stond Mozambique voor 450 miljoen harde Duitse marken bij de DDR in het krijt.
En toen? Terwijl Bonn met de lasten van de DDR korte metten maakte en veel door de DDR ondertekende verdragen annuleerde, werden vorderingen van de DDR met plezier overgenomen. Ruim 2,2 miljard mark waren straatarme landen als Ethiopië, Mozambique en Nicaragua schuldig aan de DDR. De bondsregering eiste tien jaar lang aflossing plus rente. Pas nu wordt gesproken over kwijtschelding van de restschulden.
Bonn profiteerde ook van de militaire nalatenschap van de DDR. Het bekendste voorbeeld daarvan zijn de 39 oorlogsschepen van de Oost-Duitse Oostzeevloot, die bondskanselier Kohl aan zijn vriend de Indonesische dictator Suharto verkocht.
Wat er met 300.000 kalasjnikovs is gebeurd die de bondsregering begin jaren negentig voor een zacht prijsje aan Turkije van de hand deed, is niet bekend. Anders dan de helmen of pantserwagens van het Oost-Duitse leger, die Ankara goed kon gebruiken in de strijd tegen de Koerden, was ze al met westerse halfautomatische geweren uitgerust. Vermoedelijk zijn de kalasjnikovs doorverkocht naar Centraal-Azië.
Diplomaten
De DDR-diplomaten werden daarentegen volledig "buiten spel" gezet: 1043 Oost-Duitse diplomaten zaten van de ene op de andere dag zonder werk. Slechts een enkeling van de afgedankte ambassadeurs slaagde erin werk te vinden. De poging van enkele ambassadeurs bij de klassevijand aan de bak te komen, zou oud-minister van Buitenlandse Zaken Hans-Dietrich Genscher persoonlijk hebben verijdeld. De liberaal moet regelmatig naar de hoorn hebben gegrepen om de aanstelling van Oost-Duitse ex-diplomaten te verhinderen.
De meeste diplomatieke vertegenwoordigers van de verdwenen staat bleef niets anders over dan aan te pakken wat er aan te pakken viel. Een oud-ambassadeur braadde op een gegeven moment zelfs worstjes achter het Palast der Republik in het centrum van Berlijn. De vroegere ambassadeur in Mongolië mag zich gelukkig prijzen: hij mag af en toe economische delegaties naar Ulaanbaatar begeleiden. „De landenkennis van de DDR-diplomaten kan voor de Bondsrepubliek van groot belang zijn”, schampert ex-ambassadeur Otto Pfeiffer. Op het grondgebied van de voormalige Sovjet-Unie ontstonden na de val van de Muur vijftien nieuwe staten, in streken die menig DDR-diplomaat als zijn broekzak kent.
Sowieso toonde het nieuwe Duitsland slechts geringe belangstelling voor de DDR-contacten. Meer dan 100.000 buitenlanders hebben van 1970 tot 1989 in de DDR gestudeerd of gewerkt: zij spreken allemaal Duits of voelen zich met de Duitse staat verbonden. Ieder contact met hen is verbroken.
Dat die buitenlandse contacten toch handig kunnen zijn, hebben handelaren ontdekt. Steeds meer Duitse bedrijven knopen aan bij handelsbetrekkingen uit de DDR-tijd. Begin dit jaar stichtten negen firma's uit Saksen-Anhalt een belangenmaatschappij om in Cuba weer voet aan de grond te krijgen.
”Ostalgie”
In Namibië is men de DDR nog altijd niet vergeten. Er is zelfs sprake van ”ostalgie”. In 1979 waren tachtig kinderen van gesneuvelde vrijheidsstrijders naar een weeshuis in Mecklenburg gebracht. Toen de DDR verdween en Namibië onafhankelijk werd, moesten de zwarte Ossi's terug naar Windhoek. Daar klaagden ze erover dat ze „alleen maïs of kikkers” te eten kregen.
Zelfs na tien jaar zijn de wezen niet gewend in Namibië. „De DDR is mijn vaderland”, zegt bijvoorbeeld de 23-jarige Maxton Philip. „Ik wil terug naar Duitsland.”
Bron: www.rd.nl
BERLIJN – Tien jaar geleden ging de DDR op in de Bondsrepubliek. Hier en daar zijn op de wereld nog wat sporen te vinden van de arbeidersstaat.
Als het Zuid-Afrikaanse kabinet vergadert kunnen de ministers elkaar in het Duits met „Gudn Daach, Genosse” (goedendag, kameraad) begroeten als ze dat willen. Jeff Radebe bijvoorbeeld, overtuigd communist en minister voor Staatsondernemingen, spreekt vloeiend Saksisch en heeft internationaal recht aan de Karl Marx-universiteit in Leipzig gestudeerd. Tegenover hem zit minister voor Woningbouw Dolly Mthembi-Mahanyele. Zij leest in haar vrije tijd Brecht in het Duits. Zij volgde haar opleiding journalistiek aan de School van de Solidariteit in Berlijn. Naast haar zit minister voor Bosbouw Ronnie Kasrils, communist en voormalig hoofd van de geheime dienst van het ANC. Net als de onderminister van Buitenlandse Zaken Aziz Pahad en stafchef Siphiwe Nyanda heeft hij een guerrillaopleiding op het kazerneterrein van het Oost-Duitse leger in het Brandenburgse Teterow genoten.
„Wij hebben veel aan de DDR te danken”, zegt Ronnie Kasrils tegenover het weekblad Die Woche. Hij geeft nog altijd hoog op van „de discipline en humor” van de Oost-Duitse legerofficieren. „Zonder de bijdrage van de DDR-kameraden aan onze strijd”, meent de minister, „waren we niet waar we vandaag zijn.” Ook in andere Afrikaanse landen hebben ministers wortels in de DDR: in Zambia vier, in Mozambique en Angola elk twee.
De DDR liet niet alleen regeringsfunctionarissen van vlees en bloed na. De nalatenschap is voor een deel ook materieel: in Managua worden behoeftige Nicaraguanen vandaag de dag nog altijd in het door kameraden gebouwde Karl Marxhospitaal verpleegd. In het Noord-Koreaanse Ham Hung produceren textielmachines uit de DDR nog altijd Mao-hemden waarin zelfs Kim Jong Il nog rondloopt. En in Indonesië proberen kanonneerboten uit de DDR het onrustige eilandenrijk bijeen te houden.
Solidariteit
De DDR behoorde toch maar tot de tien grootste industrielanden ter wereld: cement- en suikerfabrieken, graanmolens en havenkranen werden naar talloze landen geëxporteerd en draaien tien jaar na het verdwijnen van de DDR nog altijd. Bijzonder trots waren de ”Genossen” op hun ”internationale solidariteit”, op zijn West-Duits: ontwikkelingshulp. Zo drukken de Nicaraguaanse sandinisten hun pamfletten nog altijd op een machine uit Plauen. En in Libië en Rusland turen wetenschappers met telescopen in de ruimte die ten tijde van de DDR in Jena zijn gefabriceerd.
Met geen ander land onderhield de DDR zulke nauwe relaties als met Mozambique: op een gegeven moment waren er 1200 Oost-Duitsers in Zuidoost-Afrika werkzaam, meer dan 20.000 Mozambikanen werkten als gastarbeider in de DDR. De contacten waren zo goed dat de Mozambikaanse minister van Buitenlandse Zaken zijn ambtscollega Joschka Fischer bij diens bezoek begin dit jaar begroette met: „Willkommen, Oskar!” (Oskar Fischer was van 1975 tot 1990 minister van Buitenlandse Zaken van de DDR.)
De belangstelling van de DDR voor het arme Mozambique werd absoluut niet uitsluitend bepaald door socialistische solidariteit. De DDR had het vooral begrepen op de enorme steenkolenvoorraden en het enorme landbouwpotentieel van de subtropische staat. Niet Mozambique, maar de DDR moest worden gered. De staat kampte met een chronisch gebrek aan deviezen. De arbeidersstaat had er daarom geen moeite mee de steenkolen die hij voor een vriendenprijs had gekregen tegen harde dollars op de wereldmarkt van de hand te doen.
Nog erger maakten de DDR-kameraden het met het zogenaamde 120.000-hectareproject, dat de DDR van veevoeder moest voorzien. Na ondertekening van het verdrag stuurde Oost-Berlijn honderden landbouwmachines naar Mozambique, die vanwege de burgeroorlog nooit zijn ingezet. Voor de machines moest de broederstaat echter wel betalen. In 1989 stond Mozambique voor 450 miljoen harde Duitse marken bij de DDR in het krijt.
En toen? Terwijl Bonn met de lasten van de DDR korte metten maakte en veel door de DDR ondertekende verdragen annuleerde, werden vorderingen van de DDR met plezier overgenomen. Ruim 2,2 miljard mark waren straatarme landen als Ethiopië, Mozambique en Nicaragua schuldig aan de DDR. De bondsregering eiste tien jaar lang aflossing plus rente. Pas nu wordt gesproken over kwijtschelding van de restschulden.
Bonn profiteerde ook van de militaire nalatenschap van de DDR. Het bekendste voorbeeld daarvan zijn de 39 oorlogsschepen van de Oost-Duitse Oostzeevloot, die bondskanselier Kohl aan zijn vriend de Indonesische dictator Suharto verkocht.
Wat er met 300.000 kalasjnikovs is gebeurd die de bondsregering begin jaren negentig voor een zacht prijsje aan Turkije van de hand deed, is niet bekend. Anders dan de helmen of pantserwagens van het Oost-Duitse leger, die Ankara goed kon gebruiken in de strijd tegen de Koerden, was ze al met westerse halfautomatische geweren uitgerust. Vermoedelijk zijn de kalasjnikovs doorverkocht naar Centraal-Azië.
Diplomaten
De DDR-diplomaten werden daarentegen volledig "buiten spel" gezet: 1043 Oost-Duitse diplomaten zaten van de ene op de andere dag zonder werk. Slechts een enkeling van de afgedankte ambassadeurs slaagde erin werk te vinden. De poging van enkele ambassadeurs bij de klassevijand aan de bak te komen, zou oud-minister van Buitenlandse Zaken Hans-Dietrich Genscher persoonlijk hebben verijdeld. De liberaal moet regelmatig naar de hoorn hebben gegrepen om de aanstelling van Oost-Duitse ex-diplomaten te verhinderen.
De meeste diplomatieke vertegenwoordigers van de verdwenen staat bleef niets anders over dan aan te pakken wat er aan te pakken viel. Een oud-ambassadeur braadde op een gegeven moment zelfs worstjes achter het Palast der Republik in het centrum van Berlijn. De vroegere ambassadeur in Mongolië mag zich gelukkig prijzen: hij mag af en toe economische delegaties naar Ulaanbaatar begeleiden. „De landenkennis van de DDR-diplomaten kan voor de Bondsrepubliek van groot belang zijn”, schampert ex-ambassadeur Otto Pfeiffer. Op het grondgebied van de voormalige Sovjet-Unie ontstonden na de val van de Muur vijftien nieuwe staten, in streken die menig DDR-diplomaat als zijn broekzak kent.
Sowieso toonde het nieuwe Duitsland slechts geringe belangstelling voor de DDR-contacten. Meer dan 100.000 buitenlanders hebben van 1970 tot 1989 in de DDR gestudeerd of gewerkt: zij spreken allemaal Duits of voelen zich met de Duitse staat verbonden. Ieder contact met hen is verbroken.
Dat die buitenlandse contacten toch handig kunnen zijn, hebben handelaren ontdekt. Steeds meer Duitse bedrijven knopen aan bij handelsbetrekkingen uit de DDR-tijd. Begin dit jaar stichtten negen firma's uit Saksen-Anhalt een belangenmaatschappij om in Cuba weer voet aan de grond te krijgen.
”Ostalgie”
In Namibië is men de DDR nog altijd niet vergeten. Er is zelfs sprake van ”ostalgie”. In 1979 waren tachtig kinderen van gesneuvelde vrijheidsstrijders naar een weeshuis in Mecklenburg gebracht. Toen de DDR verdween en Namibië onafhankelijk werd, moesten de zwarte Ossi's terug naar Windhoek. Daar klaagden ze erover dat ze „alleen maïs of kikkers” te eten kregen.
Zelfs na tien jaar zijn de wezen niet gewend in Namibië. „De DDR is mijn vaderland”, zegt bijvoorbeeld de 23-jarige Maxton Philip. „Ik wil terug naar Duitsland.”
Bron: www.rd.nl
​Kosmonaut of toch astronaut?
Een ruimtevaarder, astronaut en kosmonaut zijn in feite alle drie dezelfde begrippen.
De term kosmonaut (=ruimtereiziger) werd gebruikt door de DDR, Sovjet-Unie en haar bondgenoten ten tijde van de Koude Oorlog om een ruimtevaarder aan te duiden.
De Verenigde Staten en haar bondgenoten, waaronder de BRD, gebruikten de term astronaut (=sterrenreiziger).
De term kosmonaut (=ruimtereiziger) werd gebruikt door de DDR, Sovjet-Unie en haar bondgenoten ten tijde van de Koude Oorlog om een ruimtevaarder aan te duiden.
De Verenigde Staten en haar bondgenoten, waaronder de BRD, gebruikten de term astronaut (=sterrenreiziger).
​Ossi's of toch niet ?
De kreet 'Ossi's' deed pas na de Wende haar intrede volgens dhr. Eduard Bekker. Daarvoor had je in het DDR-jargon Ostis uit de DDR, Westis uit West-Berlijn en Bundis uit de Bondsrepubliek.
Bron: www.eduardbekker.nl
Bron: www.eduardbekker.nl
Het lila haar van Margot Honecker
Margot Honecker was de echtgenote van Erich Honecker (de machtigste man van de DDR van 1971 t/m 1989). Daarnaast was ze tevens minister van Volksonderwijs van 1963 t/m 1989.
Margot Honecker viel met name op door haar lila haarspoeling. Het haar van ouderen verandert soms niet altijd in spierwit, maar meer in een vuile, geelachtige wit. Om dit (als onprettig ervaren) gele kleur te verbergen lieten oudere vrouwen in die tijdperk vaak hun haar lila verven door hun kapper, teneinde een fris/lichte kleur te verkrijgen. Bij de 'First Lady van de DDR' was dit niet veel anders. De kleurspoeling vervaagde overigens na elke wasbeurt, waardoor het haar na enige tijd weer haar oorspronkelijke geelachtige kleur kreeg. Er moest dan opnieuw een haarspoeling worden toegepast. Soms deden kappers een beetje te veel lila in de kleurspoeling, waardoor het eindresultaat naar paars neigde. |
|
Gouden huisnummers
Een Goldene Hausnummer was een onderscheiding in de DDR voor huishoudens, die bijzonder goed werk verrichtten in de zorg van hun woon- en leefomgeving. Deze onderscheiding werd met name in grote steden uitgereikt n.a.v. een competitie. De winnaars van de wedstrijd kregen een aangepast huisnummerteken (bron: wikipedia).
Voor de liefhebbers heb ik een Duitse webshop ontdekt, waar je je eigen Goldene Hausnummer kunt bestellen. (Dit is overigens op eigen risico, gezien ik niet weet of ze betrouwbaar zijn of niet, dan wel of ze überhaupt wel buiten Duitsland bezorgen!!) |
Steinstücken
West-Berlijn was niet het enige stads(deel), dat afgezonderd werd door een Muur tijdens de tweedeling van Duitsland.
In het zuidwesten van West-Berlijn lag namelijk nog een gebied wat geruime tijd omringd is geweest (door een muur, uitkijkposten en grensbewaking) genaamd Steinstücken.
Steinstücken is een woonwijk, dat onderdeel is van de deelstaat Berlijn. Qua omvang is het ongeveer driehonderd meter lang en een kilometer breed. Het merkwaardige aan dit gebied is, dat het aan alle zijden omringd is door de deelstaat Potsdam. Hoewel Steinstücken al sinds 1787 een (gemeentelijke) exclave is geweest van Berlijn, is de geografische ligging zelden onderwerp van gesprek geweest. Alle gebieden in en rondom Steinstücken behoorden immers toe tot één en hetzelfde land.
Echter zorgde de tweedeling van Duitsland tot de merkwaardige situatie, dat Steinstücken een West-Berlijnse exclave werd in de DDR.
In het zuidwesten van West-Berlijn lag namelijk nog een gebied wat geruime tijd omringd is geweest (door een muur, uitkijkposten en grensbewaking) genaamd Steinstücken.
Steinstücken is een woonwijk, dat onderdeel is van de deelstaat Berlijn. Qua omvang is het ongeveer driehonderd meter lang en een kilometer breed. Het merkwaardige aan dit gebied is, dat het aan alle zijden omringd is door de deelstaat Potsdam. Hoewel Steinstücken al sinds 1787 een (gemeentelijke) exclave is geweest van Berlijn, is de geografische ligging zelden onderwerp van gesprek geweest. Alle gebieden in en rondom Steinstücken behoorden immers toe tot één en hetzelfde land.
Echter zorgde de tweedeling van Duitsland tot de merkwaardige situatie, dat Steinstücken een West-Berlijnse exclave werd in de DDR.
Na de 2e wereldoorlog kwamen West-Berlijn (en Steinstücken) in de Amerikaanse sector te liggen, terwijl Potsdam-Babelsberg (en het gebied rondom Steinstücken) juist onder het Sovjet gezag vielen. Toen in 1949 de BRD en DDR werden opgericht, werd de grenzen van de woonwijk Steinstücken (van de ene dag op de ander) een staatsgrens.
Het DDR-regime probeerde op 18 oktober 1951 de exclave te annexeren, maar stuitte daarbij op weerstand van de bewoners. Na vier dagen maakte het Amerikaanse leger de bezetting van Steinstücken ongedaan.
Toen dit plan mislukte, richtten de autoriteiten van de DDR een aantal wachtposten op rond de exclave en mochten de bewoners van Steinstücken niet meer vrij naar het omliggende Potsdam reizen. West-Berlijn was alleen te bereiken via een bosweg. Aangezien deze weg door de DDR liep moest men tweemaal een grenspost passeren.
Na de bouw van de Berlijnse Muur in 1961 werd Steinstücken een geliefd toevluchtsoord voor Oost-Duitsers, die naar het Westen probeerden te ontsnappen. De grens bij Steinstücken was namelijk makkelijk te passeren. Nadat twintig Oost-Duitse grenssoldaten naar Steinstücken waren gevlucht, grendelde de DDR-leiding de exclave volledig af met een muur. Daarnaast werd het betreden van DDR-grondgebied officieel verboden voor West-Berlijners vanaf juni 1952.
Als reactie op de totale afzondering van Steinstücken door de DDR richtten de Amerikanen rond september 1961 een permanente legerbasis in Steinstücken in, die per helikopter bevoorraad en bemand werd.
Het DDR-regime probeerde op 18 oktober 1951 de exclave te annexeren, maar stuitte daarbij op weerstand van de bewoners. Na vier dagen maakte het Amerikaanse leger de bezetting van Steinstücken ongedaan.
Toen dit plan mislukte, richtten de autoriteiten van de DDR een aantal wachtposten op rond de exclave en mochten de bewoners van Steinstücken niet meer vrij naar het omliggende Potsdam reizen. West-Berlijn was alleen te bereiken via een bosweg. Aangezien deze weg door de DDR liep moest men tweemaal een grenspost passeren.
Na de bouw van de Berlijnse Muur in 1961 werd Steinstücken een geliefd toevluchtsoord voor Oost-Duitsers, die naar het Westen probeerden te ontsnappen. De grens bij Steinstücken was namelijk makkelijk te passeren. Nadat twintig Oost-Duitse grenssoldaten naar Steinstücken waren gevlucht, grendelde de DDR-leiding de exclave volledig af met een muur. Daarnaast werd het betreden van DDR-grondgebied officieel verboden voor West-Berlijners vanaf juni 1952.
Als reactie op de totale afzondering van Steinstücken door de DDR richtten de Amerikanen rond september 1961 een permanente legerbasis in Steinstücken in, die per helikopter bevoorraad en bemand werd.
Op 20 december 1971 bereikten de regeringen van de BRD en DDR een overeenkomst over een gebiedsruil. Een aantal onbewoonde West-Berlijnse exclaves werd aan de DDR toegewezen met als tegenprestatie, dat de DDR een lange strook land afstond tussen Steinstücken en West-Berlijn, zodat de bewoners naar gelang konden oversteken naar West-Berlijn zonder de dubbele grenscontroles.
In deze strook, die aan weerszijden door een muur begrensd werd, legde men vervolgens een weg aan, die de exclave met de rest van West-Berlijn verbond.
In deze strook, die aan weerszijden door een muur begrensd werd, legde men vervolgens een weg aan, die de exclave met de rest van West-Berlijn verbond.
Na de val van de Muur in 1989 werden de grenswerken in 1990 afgebroken. Het bijzondere verloop van de grens, inclusief de corridor, is sindsdien onveranderd gebleven - al is de grens tegenwoordig slechts die tussen twee deelstaten, Berlijn en Brandenburg.
Mödlareuth
Net als Steinstücken was ook Mödlareuth slachtoffer van de tweedeling van Duitsland.
Mödlareuth is een klein dorp, dat tijdens de Koude Oorlog werd verdeeld door de grens tussen de Bondsrepubliek Duitsland (BRD) en de Duitse Democratische Republiek (DDR). Het dorp werd vaak "Klein-Berlin" genoemd vanwege de 700 meter lange muur die het doormidden sneed, vergelijkbaar met de Berlijnse Muur. Het dorp is nu een symbool van de Duitse deling en hereniging, met een museum dat de geschiedenis van de grens en het leven in een verdeeld Duitsland documenteert.
Mödlareuth is een klein dorp, dat tijdens de Koude Oorlog werd verdeeld door de grens tussen de Bondsrepubliek Duitsland (BRD) en de Duitse Democratische Republiek (DDR). Het dorp werd vaak "Klein-Berlin" genoemd vanwege de 700 meter lange muur die het doormidden sneed, vergelijkbaar met de Berlijnse Muur. Het dorp is nu een symbool van de Duitse deling en hereniging, met een museum dat de geschiedenis van de grens en het leven in een verdeeld Duitsland documenteert.
Na de opheffing van het reisverbod voor Oost-Duitsers op 9 november 1989 ("Val van de Muur") werd een maand later in Mödlareuth een grensovergang voor voetgangers gemaakt. Op 17 juni 1990 werd de muur van Mödlareuth afgebroken. Een klein deel is blijven staan en maakt deel uit van het Deutsch-Deutsche Museum Mödlareuth.
​DDR-kwis
Uit het niets heb ik een DDR-kwis gevonden met 10-tal vragen. Ik had 8 v/d 10 goed. Kun jij mij overtreffen?