Sport in de DDR
(Top)sport werd sterk aangemoedigd in de DDR. Kosten noch moeite werden gespaard. De regering van de DDR oefende een enorme invloed uit op de naleving hiervan onder de paraplu van de Duitse Gymnastiek en Sportfederatie (DTSB). De nadruk werd met name gelegd op sportdisciplines, waarin de DDR zich kon meten met andere landen of sporten met internationale allure zoals olympische sporten. De voornaamste drijfveer voor de DDR was internationale prestige.
Slikken was het overigens wel voor de sporters in de DDR, maar dan in de negatieve zin van het woord. De sport in de DDR stond (achteraf bezien) stijf van de doping.
Slikken was het overigens wel voor de sporters in de DDR, maar dan in de negatieve zin van het woord. De sport in de DDR stond (achteraf bezien) stijf van de doping.
Olympische Spelen en de DDR
De DDR debuteerde op de Winterspelen van 1968. In datzelfde jaar kwam het voor het eerst uit op de Zomerspelen.
De DDR viel op door de hoeveelheid medailles, die zij won, gezien de DDR (qua inwonertal) naar verhouding één van de kleinere deelnemende landen was. De DDR stond altijd in de top 10 met de hoeveelheid gewonnen medailles net achter de Sovjet-Unie. Landen zoals West-Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten liet zij regelmatig achter zich.
Men had bedenkingen over hoe het mogelijk was, dat een relatief klein land zo goed kon presteren. Enerzijds was dit te verklaren doordat sport een belangrijke plaats innam in de Oost-Duitse samenleving. De DDR stelde een aanzienlijk deel van hun begroting beschikbaar voor de sport. Sportieve successen werden namelijk gezien als een middel om de DDR internationaal "op de kaart te zetten" en de nodige prestige te verschaffen. Een uitgebreid systeem via de ministeries, scholen en sportverenigingen zorgde ervoor, dat talentvolle kinderen (al op vroege leeftijd) in hun vizier kwamen.
De DDR deed mee aan de volgende Olympische Spelen:
De DDR viel op door de hoeveelheid medailles, die zij won, gezien de DDR (qua inwonertal) naar verhouding één van de kleinere deelnemende landen was. De DDR stond altijd in de top 10 met de hoeveelheid gewonnen medailles net achter de Sovjet-Unie. Landen zoals West-Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten liet zij regelmatig achter zich.
Men had bedenkingen over hoe het mogelijk was, dat een relatief klein land zo goed kon presteren. Enerzijds was dit te verklaren doordat sport een belangrijke plaats innam in de Oost-Duitse samenleving. De DDR stelde een aanzienlijk deel van hun begroting beschikbaar voor de sport. Sportieve successen werden namelijk gezien als een middel om de DDR internationaal "op de kaart te zetten" en de nodige prestige te verschaffen. Een uitgebreid systeem via de ministeries, scholen en sportverenigingen zorgde ervoor, dat talentvolle kinderen (al op vroege leeftijd) in hun vizier kwamen.
De DDR deed mee aan de volgende Olympische Spelen:
Zomerspelen |
Winterspelen |
* In een reactie op de boycot van de Spelen in Moskou vier jaar eerder (geleid door de Verenigde Staten) werden de Spelen van 1984 in Los Angeles geboycot door een aantal landen uit het Oostblok onder leiding van de Sovjet-Unie. Als officiële reden voor de boycot haalde de Sovjet-Unie de onveiligheid van de grootstad, de luchtvervuiling en de niet-geoorloofde deelname van beroepsvoetballers in het olympisch voetbaltoernooi aan. De meeste satellietstaten volgen het Sovjet voorbeeld. Roemenië nam wel deel, waarschijnlijk in een poging om zijn autonomie ten overstaan van Moskou te bevestigen. De overige Oostblokstaten hielden in hetzelfde jaar de Vriendschapsspelen (Droezjba-84) in Moskou als alternatieve Olympische Spelen. Veertien landen namen deel aan de Sovjet-boycot (Afghanistan, Angola, Bulgarije, Cuba, de DDR, Ethiopië, Hongarije, Laos, Mongolië, Noord-Korea, Polen, Sovjet-Unie, Tsjecho-Slowakije en Vietnam).
Klik hier voor een overzicht van Oost-Duitse deelnemers aan de Olympische spelen.
Bron: De DDR op de Olymische Spelen
Bron: De DDR op de Olymische Spelen
Doping in de DDR
Al in het midden jaren ’50 werd onder het bewind van Ulbricht een hoge prioriteit gegeven aan de sport. Een behoorlijk deel van de Oost-Duitse begroting werd gereserveerd voor de ontwikkeling van topsport. Op school was sport een hoofdvak en de rol van sport werd officieel in de grondwet vastgelegd. Er werden systemen ontwikkeld op sportinstituten, waardoor kinderen op basis van hun aanleg geselecteerd konden worden voor een bepaalde sport.
Het ging zelfs nog verder. Artsen dienden in deze instituten de (top)sporters doping en hormoonpreparaten toe, zelfs al aan talentjes van een jaar of tien. Het was onderdeel van het door het Zentralkomitee (ZK) v/d SED goedgekeurde dopingprogramma uit 14 juni 1974, wat onder de naam Staatsplanthema 14.25 bekend stond.
Het dopingprogramma leidde bij veel sporters tot lichamelijke problemen. Kogelstootster Heidi Krieger had zoveel lichamelijke klachten van de jarenlange toediening van mannelijke hormonen, dat zij uiteindelijk tot een geslachtsveranderende operatie besloot. In een proces in 2000 werden de twee leidende figuren uit de DDR-sport, de voormalige chef van de sportmedische dienst, Manfred Höppner, en de oud voorzitter van de Deutsche Turn- und Sportbund, Manfred Ewald, tot voorwaardelijke gevangenisstraffen veroordeeld wegens medeplichtigheid aan het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. In 2005 klaagden 190 sporters uit de DDR de firma Jenapharm aan, de producent van het anabole middel Oral-Turinabol. De sporters in kwestie hadden door het jarenlange doping gebruik ernstige schade opgelopen, waaronder onvruchtbaarheid, borstkanker, zaadbalkanker en hartproblemen. Jenapharm betaalde mee aan een schadeloosstelling van de sporters.
Klik hier voor een verwijzing naar de DDR-sportcategorie op Wikipedia.
Klik hier voor een publicatie op de website van het Duitsland Instituut (DIA).
Hieronder enkele sporters die (vaak zonder te weten) betrokken waren in de dopingprogramma:
- Heidi Krieger (later Andreas Krieger) - kogelstootster
- Ines Geipel - sprintster
Bron: ddrinberlin.wordpress.com & www.wikipedia.nl
Het ging zelfs nog verder. Artsen dienden in deze instituten de (top)sporters doping en hormoonpreparaten toe, zelfs al aan talentjes van een jaar of tien. Het was onderdeel van het door het Zentralkomitee (ZK) v/d SED goedgekeurde dopingprogramma uit 14 juni 1974, wat onder de naam Staatsplanthema 14.25 bekend stond.
Het dopingprogramma leidde bij veel sporters tot lichamelijke problemen. Kogelstootster Heidi Krieger had zoveel lichamelijke klachten van de jarenlange toediening van mannelijke hormonen, dat zij uiteindelijk tot een geslachtsveranderende operatie besloot. In een proces in 2000 werden de twee leidende figuren uit de DDR-sport, de voormalige chef van de sportmedische dienst, Manfred Höppner, en de oud voorzitter van de Deutsche Turn- und Sportbund, Manfred Ewald, tot voorwaardelijke gevangenisstraffen veroordeeld wegens medeplichtigheid aan het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. In 2005 klaagden 190 sporters uit de DDR de firma Jenapharm aan, de producent van het anabole middel Oral-Turinabol. De sporters in kwestie hadden door het jarenlange doping gebruik ernstige schade opgelopen, waaronder onvruchtbaarheid, borstkanker, zaadbalkanker en hartproblemen. Jenapharm betaalde mee aan een schadeloosstelling van de sporters.
Klik hier voor een verwijzing naar de DDR-sportcategorie op Wikipedia.
Klik hier voor een publicatie op de website van het Duitsland Instituut (DIA).
Hieronder enkele sporters die (vaak zonder te weten) betrokken waren in de dopingprogramma:
- Heidi Krieger (later Andreas Krieger) - kogelstootster
- Ines Geipel - sprintster
Bron: ddrinberlin.wordpress.com & www.wikipedia.nl
Voetbal in de DDR
De DDR-Oberliga was de hoogste voetbalafdeling van de voormalige DDR. Na de Duitse Hereniging werd de competitie opgeheven en de voormalige DDR clubs moesten veelal in lagere klassen instromen. Slechts Hansa Rostock en Dynamo Dresden maakten de directe stap naar de 1. Bundesliga, waarin vooral eerstgenoemde vereniging zich lange tijd goed staande wist te houden. Recordkampioen van de DDR-Oberliga is Dynamo Berlin, dat in het laatste seizoen als FC Berlin slechts als 11e eindigde.
|
Voetbalclubs in de DDR
Voor wat betreft sport in de voormalige DDR lag de nadruk met name op sporten, die prestatiegericht waren en waar de DDR (in potentie) in kon excelleren, teneinde deze voor propagandadoeleinden te misbruiken. Voetbal viel vanwege het karakter en de mogelijkheden op succes buiten de reikwijdte van deze idealen.
De Deutsche Turn- und Sportbund besliste in 1965, dat het voetbal een uitzondering moest worden op het prestatiesportsysteem van de DDR en dat het niveau van de Oberliga omhoog gebracht moest worden. De voetbalafdelingen van de sportclubs werden zelfstandig gemaakt. Tien afdelingen kregen de speciale status van voetbalclub (FC) en werden zo in december 1965 of januari 1966 een zelfstandige club. Elk district kreeg één voetbalclub waarop Oost-Berlijn de uitzondering was. Buiten de militair gelinkte voetbalclubs BFC Dynamo en FC Vorwärts ontstond er als burgerlijk tegengewicht met 1. FC Union een derde voetbalclub. Dit was bemerkenswaardig omdat voor de voetbalclubs enkel de sterkste teams in aanmerking kwamen en Union-voorloper TSC Berlin slechts in de tweede klasse speelde. De zes andere sportclubs waarvan de voetbalsectie geen FC werd verloren ook hun voetbalafdeling die dan aan een BSG aangesloten werd.
Een speciale status was er voor SG Dynamo Dresden. Volgens de naam waren ze geen voetbalclub maar een sportgemeenschap, waarin echter enkel voetbal gespeeld werd. De club werd op 12 april 1953 opgericht en werd het voetbalzwaartepunt van SV Dynamo.
Van 1966 tot 1971 was er in Berlin de club de legerclub FC Vorwärts Berlin, die in 1971 analoog met de verhuis van ASK Vorwärts Berlin naar Frankfurt (Oder), ook naar Frankfurt verhuisde en FC Vorwärts Frankfurt werd. Het systeem leidde tot een twee klassen-systeem in het voetbal. Aanvankelijk de sportclubs en later de FC's stonden tegenover de BSG's, die hun beste spelers moesten afgeven aan de grote clubs. Na 1954 werd er ook nog maar 1 BSG kampioen, namelijk BSG Chemie Leipzig in 1964. Van 1968 tot 1991 eindigden telkens FC's in de top drie. Na de Duitse hereniging wijzigde het systeem in Oost-Duitsland. Al de BSG's werden ontbonden en de meesten richtten een nieuwe club op onder de historische naam. Van de FC's behielden Union, Erfurt, Jena, Magdeburg en Rostock hun naam. 1. FC Lok Leipzig ging op in het heropgerichtte VfB Leipzig, de eerste kampioen van Duitsland. De andere clubs namen nieuwe namen aan. HFC Chemie liet de naam Chemie vallen. BFC Dynamo werd FC Berlin en FC Vorwärts Frankfurt nam de naam FC Viktoria 91 Frankfurt aan. In het geval van FC Karl-Marx-Stadt werd de naamswijziging van de stad ongedaan gemaakt en opnieuw de naam Chemnitz aangenomen waarop de voetbalclub zich Chemnitzer FC noemde.
FC Berlin nam later opnieuw de naam BFC Dynamo aan en na het faillissement van VfB Leipzig deed deze club hetzelfde. SG Dynamo Dresden veranderde de naam in 1. FC Dynamo Dresden, maar ook dit werd in 2006 ongedaan.
De Deutsche Turn- und Sportbund besliste in 1965, dat het voetbal een uitzondering moest worden op het prestatiesportsysteem van de DDR en dat het niveau van de Oberliga omhoog gebracht moest worden. De voetbalafdelingen van de sportclubs werden zelfstandig gemaakt. Tien afdelingen kregen de speciale status van voetbalclub (FC) en werden zo in december 1965 of januari 1966 een zelfstandige club. Elk district kreeg één voetbalclub waarop Oost-Berlijn de uitzondering was. Buiten de militair gelinkte voetbalclubs BFC Dynamo en FC Vorwärts ontstond er als burgerlijk tegengewicht met 1. FC Union een derde voetbalclub. Dit was bemerkenswaardig omdat voor de voetbalclubs enkel de sterkste teams in aanmerking kwamen en Union-voorloper TSC Berlin slechts in de tweede klasse speelde. De zes andere sportclubs waarvan de voetbalsectie geen FC werd verloren ook hun voetbalafdeling die dan aan een BSG aangesloten werd.
Een speciale status was er voor SG Dynamo Dresden. Volgens de naam waren ze geen voetbalclub maar een sportgemeenschap, waarin echter enkel voetbal gespeeld werd. De club werd op 12 april 1953 opgericht en werd het voetbalzwaartepunt van SV Dynamo.
Van 1966 tot 1971 was er in Berlin de club de legerclub FC Vorwärts Berlin, die in 1971 analoog met de verhuis van ASK Vorwärts Berlin naar Frankfurt (Oder), ook naar Frankfurt verhuisde en FC Vorwärts Frankfurt werd. Het systeem leidde tot een twee klassen-systeem in het voetbal. Aanvankelijk de sportclubs en later de FC's stonden tegenover de BSG's, die hun beste spelers moesten afgeven aan de grote clubs. Na 1954 werd er ook nog maar 1 BSG kampioen, namelijk BSG Chemie Leipzig in 1964. Van 1968 tot 1991 eindigden telkens FC's in de top drie. Na de Duitse hereniging wijzigde het systeem in Oost-Duitsland. Al de BSG's werden ontbonden en de meesten richtten een nieuwe club op onder de historische naam. Van de FC's behielden Union, Erfurt, Jena, Magdeburg en Rostock hun naam. 1. FC Lok Leipzig ging op in het heropgerichtte VfB Leipzig, de eerste kampioen van Duitsland. De andere clubs namen nieuwe namen aan. HFC Chemie liet de naam Chemie vallen. BFC Dynamo werd FC Berlin en FC Vorwärts Frankfurt nam de naam FC Viktoria 91 Frankfurt aan. In het geval van FC Karl-Marx-Stadt werd de naamswijziging van de stad ongedaan gemaakt en opnieuw de naam Chemnitz aangenomen waarop de voetbalclub zich Chemnitzer FC noemde.
FC Berlin nam later opnieuw de naam BFC Dynamo aan en na het faillissement van VfB Leipzig deed deze club hetzelfde. SG Dynamo Dresden veranderde de naam in 1. FC Dynamo Dresden, maar ook dit werd in 2006 ongedaan.
Atletiek in de DDR
<< wordt nog aan gewerkt >>