Duitse Demokratische Republiek (DDR)
De Duitse Democratische Republiek (DDR) (ook vaak Oost-Duitsland genoemd) was een communistisch land in Europa. Het land ontstond in 1949 in het (door de Sovjet-Unie bezette deel v/h) verslagen Duitsland. Officieel bestond de DDR van 7 oktober 1949 tot 3 oktober 1990, de dag v/d Duitse hereniging. Die dag werden de Bondsrepubliek Duitsland en de DDR tot één land herenigd, het tegenwoordige Duitsland. De oude deelstaten van vóór de DDR werden hersteld.
De DDR strategisch was belangrijk voor de Sovjet-Unie (die dit gebied in '44/'45 als bezettingszone kreeg toegewezen). Een volksopstand in 1953 werd door Sovjet troepen neergeslagen. Dit ontmoedigde nieuwe pogingen tot verzet. Vanaf de tweede helft van de jaren zeventig tot de vreedzame revolutie in najaar 1989 (die Wende) bestond een ondergrondse oppositie. In de DDR was grondwettelijk bepaald, dat de Sozialistische Einheitspartei Deutschlands (SED) de eigenlijke machthebbende was en niet de staatsorganen zoals de regering. Oppositieleden werden door de Stasi gevolgd en vaak ook vervolgd.
In de praktijk fungeerde Oost-Berlijn als hoofdstad van de DDR. Vanaf 1976 golden de wetten van de DDR onverkort ook voor Oost-Berlijn. Volkenrechtelijk gezien was Berlijn, Oost en West, een stad die onder het gemeenschappelijk bestuur van de vier bezettingsmachten stond.
Klik hier voor een verwijzing naar de DDR-categorie op Wikipedia.
Geschiedenis
Oprichting DDR in 1949
De Sovjet-Unie poogde aanvankelijk vanaf 1945 te streven naar één neutraal Duitsland. Toen deze poging mislukte, werd in 1949 de DDR in het oostelijk deel. De sociaaldemocraten werden eerder al, in 1946, gedwongen met de communisten in één partij, de Sozialistische Einheitspartei Deutschlands (SED) samen te werken. De overige partijen, o.a de christendemocratische en liberale, moesten zich aanpassen. Bij de enige vrije verkiezingen die op het grondgebied van de latere DDR zijn gehouden (de verkiezingen voor de Stadtverordnetenversammlung van Berlijn in 1946) kreeg de communistische SED nog geen 20% van de stemmen. Op 7 oktober 1949 nam het Volkskongress in Oost-Berlijn de grondwet van de nieuwe staat DDR aan.
Planeconomie
Alle bedrijven waren in handen v/d staat. De communistische staat bepaalde de productie alsmede de prijzen. Regelmatige tekorten aan goederen en de slechte kwaliteit waren hiervan het gevolg (planeconomie). Dit leidde tot grote ergernissen onder de DDR-bevolking (lange wachtrijen voor de winkels). Omdat West-Duitsland de DDR niet als zelfstandige staat erkende, werden vluchtende Oost-Duitsers als staatsburgers geaccepteerd en kregen zij automatisch een West-Duits paspoort. Het DDR-regiem besloot vanaf 1952 daarom de grens met de Bondsrepubliek af te grendelen met levensbedreigende versperringen. Om een grootscheepse Republikflucht (vlucht van burgers naar West-Duitsland) te voorkomen via de nog open grens met West-Berlijn, werd vanaf 13 augustus 1961 ook het laatste ontsnappingsgat afgesloten: de bouw v/d beruchte Berlijnse Muur. De grens tussen de beide Duitslanden werd als onderdeel v/h IJzeren Gordijn verder versterkt en nog strenger bewaakt. Daarna liet het regiem bewoners uit West-Duitsland maar mondjesmaat toe. De meeste burgers in de DDR konden wel West-Duitse zenders ontvangen. Zo wisten ze hoe het leven in het Westen was (alleen in de regio Dresden tegen de Poolse grens aan was de ontvangst van westerse zenders nauwelijks of niet mogelijk).
Ontwikkeling
De eerste drie jaar, tussen 1949 en 1952, konden de burgers van de beide Duitslanden over en weer de zonegrens nog zonder veel risico (illegaal) passeren. Grensversperringen waren er nog niet. Vanaf mei 1952 begon de DDR de grens echter met prikkeldraad en wachttorens af te bakenen. Na 1961, met de bouw van het IJzeren Gordijn en de Berlijnse Muur, werd de grens een dodenzone met mijnenvelden en werd het illegaal passeren ervan een levensgevaarlijke arbeid. De DDR richtte vervolgens een eigen leger op, de NVA en de Volkspolizei. Ook voerde de DDR een centraal geleide economie in. Mede daardoor ging de wederopbouw veel langzamer dan in West-Duitsland.
Na een verhoging van de arbeidsnormen, in feite een loonmindering, protesteerden in 1953 eerst Oost-Berlijnse arbeiders en daarna ook burgers uit andere lagen van de bevolking tegen de communistische machthebbers. Deze volksopstand op 17 juni 1953 werd door Sovjet-troepen met tanks bloedig onderdrukt. Vooral na het aantreden van de nieuwe partijleider Erich Honecker in 1971 probeerde de SED de bevolking met hogere staatsuitgaven voor zich te winnen. De DDR leefde alras op te grote voet en faalde uiteindelijk ook om economische redenen: ze kon haar sociaal-politieke beloften niet waarmaken en haar schulden niet nakomen. Sociaal bracht de DDR wel meer zekerheid en geborgenheid, aangezien het land officieel geen werkeloosheid kende. Maar de praktijk was minder rooskleurig, aangezien talloze banen en functies geforceerd of gekunsteld waren (de DDR had wel een verborgen werkloosheid, een studie uit 1990 schatte deze op 15%).
Een deel van de bevolking reageerde op de rigide politiek van de SED door een stemmen met de voeten. Tussen de oprichting van de DDR in 1949 en het jaar 1961 hebben zo'n 2,7 miljoen mensen de DDR en Oost-Berlijn verlaten, meer dan 10 % van de bevolking. Dat was mogelijk, omdat de grens tussen Oost- en West-Berlijn nog open was. Op 13 augustus 1961 kwam hieraan abrupt een einde door de bouw van de Muur. Het resultaat was dat de DDR-bevolking geen alternatief meer had en zich op een permanent leven in de DDR moest inrichten. Toch bleef de ontevredenheid en dus bleven Oost-Duitsers vluchten naar het Westen (er waren overigens ook honderden West-Duitsers die legaal naar de DDR emigreerden, veelal om private of familiaire redenen). Daarnaast werden vanaf 1962 op grote schaal politieke gevangenen door de Bondsrepubliek vrijgekocht. Dit leverde de DDR 3,5 miljard DM aan harde valuta en goederen op. Aan de Duits-Duitse grens kwamen ook ruim 30 DDR-grenswachten om het leven, waarbij de dader in de meeste gevallen een deserterende collega was.
Vanwege de wankele economische situatie en onvrijheid kwam de SED na 1980 in steeds grotere problemen. De macht en invloed van de oppositie nam geleidelijk toe, vooral via de kerken. Dissidenten zoals de chemicus Robert Havemann, 1910-1982, en de econoom Rudolf Bahro, 1935-1997, en ook de zanger Wolf Biermann, kregen in het Westen weliswaar veel media-aandacht, maar de steun voor hen onder de DDR-bevolking was ongewis. Michail Gorbatsjov, de leider van de Sovjet-Unie sinds 1985, probeerde het communisme in zijn land te hervormen door een zekere liberalisering toe te laten, terwijl de SED hard in de leer bleef.
Planeconomie
Alle bedrijven waren in handen v/d staat. De communistische staat bepaalde de productie alsmede de prijzen. Regelmatige tekorten aan goederen en de slechte kwaliteit waren hiervan het gevolg (planeconomie). Dit leidde tot grote ergernissen onder de DDR-bevolking (lange wachtrijen voor de winkels). Omdat West-Duitsland de DDR niet als zelfstandige staat erkende, werden vluchtende Oost-Duitsers als staatsburgers geaccepteerd en kregen zij automatisch een West-Duits paspoort. Het DDR-regiem besloot vanaf 1952 daarom de grens met de Bondsrepubliek af te grendelen met levensbedreigende versperringen. Om een grootscheepse Republikflucht (vlucht van burgers naar West-Duitsland) te voorkomen via de nog open grens met West-Berlijn, werd vanaf 13 augustus 1961 ook het laatste ontsnappingsgat afgesloten: de bouw v/d beruchte Berlijnse Muur. De grens tussen de beide Duitslanden werd als onderdeel v/h IJzeren Gordijn verder versterkt en nog strenger bewaakt. Daarna liet het regiem bewoners uit West-Duitsland maar mondjesmaat toe. De meeste burgers in de DDR konden wel West-Duitse zenders ontvangen. Zo wisten ze hoe het leven in het Westen was (alleen in de regio Dresden tegen de Poolse grens aan was de ontvangst van westerse zenders nauwelijks of niet mogelijk).
Begin van het einde
Toen onder de Russische partijleider Michael Gorbatsjov vanaf 1985 de Sovjet-Unie zelf met hervormingen begon (glasnost en perestrojka), putten veel burgers in de DDR hier nieuwe moed uit en durfden zij zich via de kerken openlijk te zetten. In de zomer van 1989 vluchtten duizenden via Hongarije de DDR uit, in het najaar gingen tienduizenden de straat op, met name in Leipzig maar ook in andere steden. De Muur viel op 9 november 1989. Minder dan een jaar later volgde de Duitse hereniging.
Duitse hereniging 1989/1990
In 1988/1989 gaven ontwikkelingen in de andere communistische landen, vooral in Polen en Hongarije, signalen voor een grotere verandering. In 1989 vluchtten veel DDR-bewoners via West-Duitse ambassades en via Hongarije, dat zijn grenzen naar Oostenrijk had geopend, naar het vrije Westen. De regering beperkte derhalve reizen naar Hongarije en trad hard op tegen demonstraties, maar stond politiek en economisch met lege handen.
Vanaf september 1989 vonden er in de DDR, met name in de stad Leipzig, elke maandagavond massale geweldloze protestdemonstraties plaats onder de leus "Wir sind das Volk". Cruciaal was die van 9 oktober 1989 met 70.000 demonstranten toen politie en leger op het laatste moment opdracht kregen van de lokale SED niet op te treden, hetgeen de val van het communistische regiem inluidde. Op 23 oktober betoogden in Leipzig reeds 250.000 burgers, ook in andere steden waren massaprotesten. In Oost-Berlijn vond op 4 november de eerste legale protestdemonstratie plaats met ruim 500.000 betogers. Vijf dagen later, op 9 november, viel hierdoor de Berlijnse muur. Overigens mede door een communicatiefout van de SED-woordvoerder Günter Schabowski, die alleen soepelere reisregelingen naar het Westen wilde aankondigen. Maar al enkele uren later stroomden duizenden DDR-burgers naar de grens met West-Berlijn. Deze ging onder druk van de bevolking voor 22.00 uur open.
De dagen erna werden nieuwe openingen in de Muur gemaakt, delen van de Muur werden vervolgens afgebroken (West-Berlijners sloegen met pikhouwelen stukken uit de gehate Muur). Ook werd het mogelijk de landgrens tussen beide Duitslanden te passeren met nieuwe provisorisch gemaakte overgangen zonder grensbewaking en controles meer. Voor het eerst in 40 jaar liepen burgers vrij rond in de zogeheten 'dodenzone', althans waar geen mijnenvelden lagen. De val van de muur in Berlijn luidde het begin van de val van het communisme in heel Oost-Europa in.
Op 18 maart 1990 kozen de Oost-Duitsers voor het eerst sinds 1932 vrij een parlement volgens de regels van de democratie. De communistische SED-PDS, later de Partei des Demokratischen Sozialismus (PDS), kreeg 16 % van de stemmen, meer dan verwacht. De christendemocratische CDU echter won met ruim 40 % de verkiezingen en vormden een regering met de sociaaldemocraten, de SPD, en de liberalen. Op 1 juli 1990 werd de West-Duitse Mark in de DDR ingevoerd en hield de DDR-Mark op te bestaan. Op 3 oktober 1990 hield de DDR zelf op te bestaan.
Het opvallendste bouwwerk uit de DDR-tijd dat is gebleven, is de 365 m hoge tv-toren in het oude Oost-Berlijn, gebouwd in 1969.
Na de Duitse hereniging
3 oktober is sinds de Duitse Hereniging de nationale feestdag van Duitsland, de dag van de Duitse Eenheid. West-Duitsland, dat economisch veel sterker was, investeerde honderden miljarden marken om Oost-Duitsland te helpen. De werkloosheid in de DDR steeg sinds de val van het communisme dramatisch, omdat veel staatsbedrijven verouderd waren en geen bestaansmogelijkheid op de vrije markt hadden. Tot nu toe is er te weinig vervangende werkgelegenheid ontstaan.
De toenmalige bondskanselier Helmut Kohl sprak bij de hereniging wel over de 'wonden van 40 jaar SED-dictatuur, die niet licht geheeld zullen worden', maar stelde ook blühende Landschaften, bloeiende landschappen, in het vooruitzicht en voorspelde dat de welvaart van de nieuwe deelstaten het niveau van de westelijke deelstaten zou bereiken. Dat laatste bleek tegen te vallen. Wel is de infrastructuur aanzienlijk verbeterd, veel privékapitaal is geïnvesteerd en de stadsvernieuwing is ter hand genomen. Een fors deel van de uitgaven wordt echter nog gevormd door werkloosheidsuitkeringen.
De onvrede draagt ertoe bij dat relatief veel mensen in de nieuwe deelstaten op radicaal rechtse of linkse partijen stemmen, vooral op die Linke, die uit de SED is voortgevloeid. Bij de Duitse Bondsdagverkiezingen in 2009 haalde zij 11,9 % in geheel Duitsland. In de nieuwe deelstaten was dat tussen 24,5 % en 32,4 %, in Sachsen-Anhalt, in de oude tussen 14,7 % en 21,2 %, in Saarland. 72 % van de Duitsers vindt, dat de innere Einheit, de interne eenheid, nog steeds niet is bereikt en dat er een Mauer in den Köpfen, een muur in de hoofden, blijft bestaan. Bovendien bleek uit een onderzoek van het Leipziger Institut für Marktforschung, naar aanleiding van het feit dat de muur 20 jaar eerder gevallen was, dat in 2011 nog 12,5% van de Duitsers het leven vóór de val van de muur verkoos.
Politiek
Partijen
In 1945 mochten, naast de KPD, behalve de SPD ook de Christelijk Democratische Unie en de Liberaldemokratische Partei Deutschlands worden opgericht. De SPD moest in 1946 opgaan in een fusie met de KPD, waaruit de Sozialistische Einheitspartei Deutschlands ontstond, die vooral door de communisten werd geleid. Deze KPD ging in 1948 over van een gematigd lijkende koers naar een stalinistische koers. Het was streng verboden om de SPD opnieuw op te richten.
De christendemocraten en liberalen werden gedwongen om de politiek van de SED te steunen, doordat de Sovjet-bezetter bestuursleden van die partijen arresteerde. Om beide partijen nog meer te verzwakken richtten de communisten twee nieuwe partijen op: de Democratische Boerenpartij van Duitsland en de Nationaal-Democratische Partij van Duitsland, in naam de laatste voor voormalige 'kleine nazi's'.
Alle partijen moesten lid zijn van een 'antifascistisch-democratische blok', dat later het Nationale Front werd. Bij dit blok aangesloten waren ook zogeheten 'massaorganisaties': vakbond, vrouwenorganisatie, jongenorganisaties Freie Deutsche Jugend en Kulturbund. De partijen buiten de SED werden 'blokpartijen' benoemd. Toen de SED in 1987 ruim 2,2 miljoen leden telde hadden de overige partijen in totaal 469.000 leden. Ter vergelijking: in de veel grotere Bondsrepubliek had de grootste partij, de SPD, toen minder dan één miljoen leden.
Bij de verkiezingen voor de Volkskammer, het parlement, en ook de andere volksvertegenwoordigingen, traden de partijen en massaorganisaties met maar één gezamenlijke lijst aan. Welke partij hoeveel zetels kreeg werd al van tevoren via het Nationaal Front bepaald. De SED had blijkbaar geen absolute meerderheid in de Volkskammer, toch waren de meeste volksvertegenwoordigers van de massaorganisaties ook lid van de SED. In 1968 werd de leidinggevende rol van de SED zelfs in de grondwet geplaatst.
De volgende partijen waren vertegenwoordigd in de Volkskammer:
De belangrijkste massaorganisaties waren:
Bestuursstructuur
Volgens de grondwet was het hoogste orgaan van de staat de Volkskammer. De SED had 127 zetels in de Volkskammer, de overige vier partijen ieder 52 zetels. De vijf massaorganisaties kregen ieder tussen 14 en 61 zetels.
Het ambt van staatshoofd werd vanaf de oprichting van de DDR in 1949 tot 1960 vervuld door een president, Wilhelm Pieck. Na zijn dood werd een collectief staatshoofd ingericht, de Staatsraad (Staatsrat). Feitelijk staatshoofd was de voorzitter van de Staatsraad. In april 1990, na de eerste democratische verkiezingen, de Volkskammerwahl, werd de Staatsraad afgeschaft en de functie van president in ere hersteld. Een president werd niet meer gekozen, de taken van het staatshoofd werden tot 3 oktober 1990 waargenomen door de voorzitter van de Volkskammer.
De ministerraad, voorgezeten door een minister-president, was de uitvoerende raad van de Volkskammer. Er waren ruim veertig ministers, vier van hen waren vertegenwoordigers van de vier blokpartijen. De minister-president was echter altijd lid van de SED. In de realiteit kon het SED-politbureau de ministers en ambtenaren bevelen geven.
Buitenlandse betrekkingen
De DDR is tijdens haar bestaan vrijwel onwankelbaar trouw geweest aan de Sovjet-Unie. Dit ligt wellicht mede aan het feit dat de staat niet alleen zijn ideologische karakter, maar ook zijn zelfstandige bestaan dankte aan steun van de Sovjet-Unie. Massaal gewapend ingrijpen, zoals in Hongarije en Tsjecho-Slowakije, of dreigen daarmee, zoals in Polen, is nooit nodig geweest. Wel greep het Rode Leger hard in tijdens de volksopstand in 1953. De vriendschap tussen de DDR en de Sovjet-Unie werd dan ook standaard als 'eeuwig en onverbrekelijk' omschreven. Toen Walter Ulbricht rond 1971 een iets onafhankelijker koers ging varen, kon die zonder moeite vervangen worden door Erich Honecker. Pas toen Sovjet-leider Michail Gorbatsjov met zijn glasnost en perestrojka zelf probeerde het Sovjet-communisme te hervormen, wenste de DDR-regering daarin niet mee te gaan. Toen bleek echter hoezeer de tijden veranderd waren. Gorbatsjov liet in 1989 weten dat ze het zelf maar moesten uitzoeken met de woorden: Трудности подстерегают тех, кто не реагирует на жизнь, bekend geworden als ongeveer vertaald Wie te laat komt, wordt door het leven gestraft.[10].
In haar beginjaren werd de DDR als staat internationaal nauwelijks erkend. De Bondsrepubliek hanteerde tussen 1955 en 1969 de Hallsteindoctrine, die bepaalde dat de Bondsrepubliek geen diplomatieke betrekkingen onderhield met landen die de DDR erkenden. Als enige uitzondering werden diplomatieke betrekkingen met de Sovjet-Unie onderhouden. Een doorbraak werd bereikt met de ondertekening van het Grundlagenvertrag tussen de Bondsrepubliek en de DDR in december 1972. België erkende de DDR diezelfde maand nog en Nederland ging op 5 januari 1973 eveneens over tot de erkenning van de DDR. Op 18 september 1973 werden de DDR en de Bondsrepubliek beide lid van de Verenigde Naties.
Relaties met het Westen
De DDR beschouwde zichzelf als de eerste "boeren- en arbeidersstaat op Duitse bodem". Deze staat heeft echter altijd meer dan enige andere communistische staat te kampen gehad met de verlokkingen die de eigen bevolking waarnam in het kapitalistische westen. Niet alleen was er geen natuurlijke grens met West-Duitsland, ook de West-Duitse media waren vrijwel overal goed te ontvangen en natuurlijk zonder taalbarrière. In de Bondsrepubliek voltrok zich het naoorlogse Wirtschaftswunder, waarmee het zelfs veel andere West-Europese landen in de schaduw stelde. De DDR-bevolking kon zelf waarnemen dat zowel de materiële welvaart als de mensenrechten aan de andere kant van de Duits-Duitse grens op een veel hoger peil stonden. Bovendien beschouwde West-Duitsland migranten vanuit de DDR niet als buitenlanders, maar als Duitsers, die meteen een paspoort konden krijgen.
Een en ander dreigde tot grootscheepse ontvolking van de DDR te leiden, zodat aan de Duits-Duitse grens en tussen Oost- en West-Berlijn draconische maatregelen moesten worden genomen om de eigen bevolking te weerhouden van Republikflucht, zoals het in het DDR-strafrecht werd omschreven. Vanaf augustus 1961 werd de Berlijnse Muur gebouwd en steeds verder geperfectioneerd. De Muur heette de Antifascistische Schutzwall en was door de regering officieel bedoeld als bescherming tegen het kapitalistische Westen. Aan de Duits-Duitse grens werd het IJzeren Gordijn gebouwd, bestaande uit prikkeldraad, mijnenvelden en automatische schietinstallaties, Selbstschussanlage de SM-70. Het doodschieten van vluchtelingen aan de Berlijnse Muur waarbij ongeveer 200 mensen die probeerden te vluchten werden doodgeschoten en elders aan de Duits-Duitse grens, bezorgde de DDR een slecht imago. Het opheffen van de reisbeperkingen voor de eigen bevolking in 1989 luidde het einde in van de DDR.
Klik hier voor een verwijzing naar de politiek-categorie op Wikipedia.
Districten of gewesten
Volgens de grondwet was het hoogste orgaan van de staat de Volkskammer. De SED had 127 zetels in de Volkskammer, de overige vier partijen ieder 52 zetels. De vijf massaorganisaties kregen ieder tussen 14 en 61 zetels.
Het ambt van staatshoofd werd vanaf de oprichting van de DDR in 1949 tot 1960 vervuld door een president, Wilhelm Pieck. Na zijn dood werd een collectief staatshoofd ingericht, de Staatsraad (Staatsrat). Feitelijk staatshoofd was de voorzitter van de Staatsraad. In april 1990, na de eerste democratische verkiezingen, de Volkskammerwahl, werd de Staatsraad afgeschaft en de functie van president in ere hersteld. Een president werd niet meer gekozen, de taken van het staatshoofd werden tot 3 oktober 1990 waargenomen door de voorzitter van de Volkskammer.
De ministerraad, voorgezeten door een minister-president, was de uitvoerende raad van de Volkskammer. Er waren ruim veertig ministers, vier van hen waren vertegenwoordigers van de vier blokpartijen. De minister-president was echter altijd lid van de SED. In de realiteit kon het SED-politbureau de ministers en ambtenaren bevelen geven.
Godsdienst
De grootste kerk was de Luthers-Evangelische Kerk. Godsdienstvrijheid werd door de grondwet gegarandeerd, maar er waren voortdurende spanningen tussen kerk en staat. De kerk was een in principe onafhankelijke institutie waarin carrière ook mogelijk was voor mensen die zich niet aan de overheid wilden aanpassen. Toch moest ook de kerk compromissen sluiten.
De lutherse kerken werden nauw gevolgd door de geheime diensten, eveneens als de veel minder beduidende Rooms-Katholieke Kerk. Op scholen werd het atheïsme en het geloof in het socialisme gepropageerd. De grote meerderheid van de Duitsers in de voormalige DDR was ook later geen kerklid: in 1990 noemden zich maar 25 % christen.
Economie
Na de oorlog legde de Sovjet-Unie haar bezettingszone zware herstelbetalingen op, terwijl zij de toepassing van het Marshallplan verbood. Bovendien werd in de Sovjetzone privé-eigendom in hoog tempo onteigend. Ten opzichte van de Bondsrepubliek kwam de DDR op een achterstand te staan die nooit werd ingehaald. Terwijl in de Bondsrepubliek de levensmiddelendistributie op 1 mei 1950 werd afgeschaft duurde deze distributie in de DDR nog tot 1958. Weliswaar waren levensmiddelen in HO-winkels zonder bon te krijgen, maar daar moesten de prijzen van de zwarte markt worden betaald.
De economie van de DDR functioneerde in vergelijking tot andere communistische staten redelijk goed. Maar sinds het einde van de jaren 70 kreeg de DDR te kampen met een steeds slechter draaiende economie. De DDR leed onder de oliecrisis van 1973. Binnen het Centraal Comité van de SED was Günter Mittag van 1976 tot 1989 verantwoordelijk voor de planeconomie.
De productie was te zeer op kwantiteit en niet op kwaliteit gericht, de consumenten reageerden op het teleurstellende aanbod met kopersstakingen, maar daarop reageerde de planeconomie niet of onvoldoende, zodat de winkels volle schappen met ongewenste artikelen hielden. De wel gewenste artikelen bleven schaars. De productie gebruikte veel te veel goedkope energie en exporteren was moeilijk, omdat er een technologische achterstand op het Westen bestond. De productiviteit in de DDR bedroeg minder dan 35% van de productiviteit in West-Duitsland. De DDR ontbrak het aan de deviezen om licenties van de grote (westerse) ontwikkelaars van productiemethoden en materialen te kopen. In 1982 naderde het moment waarop de DDR niet meer aan haar betalingsverplichtingen zou kunnen voldoen. Dit gevaar werd afgewend door twee miljardenkredieten, die de Bondsrepubliek in 1983 en 1984 verstrekte. Deze werden op initiatief van Franz Josef Strauß verstrekt. Als tegenprestatie ontmantelde de DDR de Selbstschussanlagen (automatische schietinstallaties) aan de Duits-Duitse grens. Gesprekspartner van Strauß was Alexander Schalck-Golodkowski, die als hoofd van de afdeling Kommerzielle Koordinierung verantwoordelijk was voor het verkrijgen van deviezen door de DDR. Tussen 1967 en 1989 kwam via deze afdeling 41 miljard DM voor de DDR beschikbaar, waarvan 27 miljard door economische prestaties van de DDR en 14 miljard via betalingen van de Bondsrepubliek. In 1987 bedroeg de buitenlandse schuld van de DDR 34,7 miljard D-Mark, ofwel 138,9 miljard DDR-Mark, terwijl het BBP 334,8 miljard DDR-mark bedroeg.
De productie van de DDR kon jarenlang te veel grondstoffen gebruiken, omdat deze materialen niet tegen marktprijzen aan de kombinaten werden geleverd. De planeconomie slaagde er ook niet in om de benodigde reserveonderdelen te fabriceren of te distribueren, zodat tal van machines, in landbouw en industrie, stilstonden.
De derde industriële revolutie, de digitalisering van de economie en de wetenschap en de dankzij halfgeleiders en chips mogelijk geworden computerbouw ging aan de DDR voorbij, omdat men noch over de licenties, noch over de daarvoor benodigde open informatie-uitwisseling beschikte. De DDR heeft wel computers en automaten gefabriceerd, maar bleef daarin ver achter bij de Bondsrepubliek. Het Oostblok liep zeven tot twaalf jaar achter op het westen. Spionage nam de plaats in van eigen research, al waren er uitstekende wetenschappers, met name wiskundigen, beschikbaar.
Het grote publiek was onbekend met de consequenties van de verslechterende economie. De Volkskammer was na de val van Honecker verrast om te vernemen dat er grote buitenlandse schulden, met name aan de Bondsrepubliek en grote begrotingstekorten bestonden. De DDR was aan het begin van de jaren 90 in feite een failliete staat.
De modernisering en integratie van de Oost-Duitse economie zijn in het hedendaagse Duitsland nog steeds een kostbaar langetermijnprobleem: jaarlijks wordt voor zo'n 70 miljard dollar aan financiële steun van het westen naar het oosten gesluisd. Maar de groei blijft nog achterwege. Tot de erfenis van de industrie van Oost-Duitsland moet ook een enorme milieuverontreiniging worden gerekend.
Klik hier voor een verwijzing naar de economie-categorie op Wikipedia.
Godsdienst
De grootste kerk was de Luthers-Evangelische Kerk. Godsdienstvrijheid werd door de grondwet gegarandeerd, maar er waren voortdurende spanningen tussen kerk en staat. De kerk was een in principe onafhankelijke institutie waarin carrière ook mogelijk was voor mensen die zich niet aan de overheid wilden aanpassen. Toch moest ook de kerk compromissen sluiten.
De lutherse kerken werden nauw gevolgd door de geheime diensten, eveneens als de veel minder beduidende Rooms-Katholieke Kerk. Op scholen werd het atheïsme en het geloof in het socialisme gepropageerd. De grote meerderheid van de Duitsers in de voormalige DDR was ook later geen kerklid: in 1990 noemden zich maar 25 % christen.
Een paar citaten
“Alleen met connecties krijg je iets en die heb ik niet.”
Koude gerechten
Rotkäppchen Sekt
De Rotkäppchen Sektkellerei in Freyburg aan het riviertje de Unstrut, is producent van de traditionele mousserende wijn Rotkäppchen Sekt.
In West-Duitsland was de wijnmakerij bekend om zijn eerste grote overname van een West-Duitse onderneming door een Oost-Duitse.
In 2002 nam de Canadese Seagram Group (waar Rotkäppchen deel van uitmaakte) de sekt-merken Mumm, Jules Mumm en MM Extra over en bracht de nog juridisch onafhankelijke ondernemingen Godefroy H. Mumm & Co Sektkellereien in Hochheim, Matheus Müller Sektkellereien en Chantre & Cie in Eltville en de Rotkäppchen Sektkellereien in Freyburg onder in de nieuwe onderneming Rotkäppchen-Mumm Sektkellereien (RMSK). Hierom is dit bedrijf vaak aangehaald als voorbeeld van een succesvol Oost-Duits bedrijf.
Club Cola is een op cola gelijkende frisdrank, die in de voormalige DDR populair was.
De SED verordonneerde dat er vanaf de Leipziger Frühjahrsmesse in 1966 moest worden gewerkt aan de ontwikkeling van een eigen Cola-drank naar westers voorbeeld. Op 19 april 1967 werd de eerste fles Club Cola gevuld in de Berlijner “Getränkekombinat” (“drank-coöperatie”). De partij was erg trots op het eigen brouwsel en tijdens de Leipziger Frühjahrsmesse van 1972 werd het drankje dan ook met goud bekroond in de categorie frisdranken. De flessen werden gevuld in verschillende brouwerijen van de Getränkekombinat, op het etiket kon men zien in welke stad het flesje was gevuld.
Na de Duitse hereniging in 1990 was er bij de bevolking weinig interesse meer voor het drankje. Men wilde liever westerse frisdranken drinken, en in het westen was er voor Club Cola al helemaal geen belangstelling. Het merk werd al snel geadopteerd door het marketingbedrijf Fritzsch & Mackat, dat in het voormalig Oost-Duitsland werd opgericht. Door de Cola daarna in de Oost-Duitse markt te zetten als een kleine David tegenover de westerse Goliaths slaagde Fritzsch & Mackat er uiteindelijk in het drankje terug in de belangstelling te krijgen. Het uiterlijk van de verpakking werd gemoderniseerd, maar in de reclamespots werd juist sterk teruggegrepen naar de DDR-tijden. Zo trad Club Cola op in 1 mei parades, leste het de dorst van een Russische kosmonaut nadat die met zijn capsule in de oceaan was geland en gaf het een loodgieter energie voor het aandraaien van de schroeven van een onderzeeboot. De bijbehorende slogans (“Hurra, ich lebe noch” en “Club Cola, Unsere Cola”) appelleerden aan de ostalgie van de voormalige DDR-burgers. Club Cola ligt dus weer in de Duitse schappen. Fritzsch & Mackat zelf menen dat het drankje niet vanwege de hoge kwaliteit ervan wordt verkocht, maar vanwege de nostalgische gevoelens waaraan het drankje appelleert.
Vita Cola
Vita Cola is een colamerk dat wordt geproduceerd in het oosten van Duitsland. Het was oorspronkelijk een imitatie van Coca-Cola, destijds geproduceerd en verspreid in de voormalige DDR. Vita Cola werd geïntroduceerd in 1957 en gebruikt sindsdien nog steeds dezelfde (nog altijd geheime) receptuur.
Na de val van de Berlijnse Muur en het IJzeren Gordijn in 1989 werd Vita Cola al gauw beduidend minder verkocht en namen Westerse colamerken de markt over. Maar door de opkomst van de Ostalgie werden vele oude Oost-Duitse producten terug op de markt gebracht. Vita Cola was hiervan één van de meest populaire. Het bedrijf Thüringer Waldquell bemachtigde de rechten op zowel het merk als de receptuur en begon in 1994 met de hernieuwde productie van Vita Cola. Enige tijd was het merk sponsor van voetbalclub FC Hansa Rostock.
De smaak van Vita Cola kan het best worden omschreven als cola-achtig met een sterke bijsmaak van citroen en fruit. Het is duidelijk minder zoet dan de bekende cola's als Coca-Cola of Pepsi, en ook minder zoet dan het eveneens Duitse merk Afri-Cola. Vanwege de aanwezigheid van citrus- en andere vruchten heeft de drank een wat olie-achtige samenstelling.
Radeberger bier
Radeberger bier is een populair biermerk uit de voormalige Oost-Duitsland.
Het is (nog steeds) met name bij de Oost-Duitsers erg populair. Dat is natuurlijk ook niet zo gek als je bedenkt dat men tot de vereniging geen westers bier kon importeren. Radeberger heeft dus eigenlijk van de tweedeling van Duitsland geprofiteerd. Want zij exporteerde wel naar het westen (de VS), en ook daar zijn ze trots op. De brouwerij wordt niet gewoon ‘Brauerei’ genoemd maar ‘Exportbrauerei’.
Tegenwoordig is Radeberger de zevende in de top 10 van Duitse bierbrouwerijen.
Overige levensmiddelen
Nudossi
Nudossi is een merknaam van een hazelnootpasta vervaardigd door het bedrijf Sächsische und Dresdner Back- und Süßwaren (voorheen Vadossi).
Met de plastieke pot en rode deksel is Nudossi het bekendste product van het bedrijf Vadossi. Met zijn bekendheid in de Duitse Democratische Republiek verworven te hebben, begon de productie van Nudossi in het voorjaar van 1999 weer na een pauze van een aantal jaren.
Nudossi is vaak bekend als 'Ost-Nutella', ondanks het feit dat het recept vandaag veel verschilt van het recept dat in de Duitse Democratische Republiek is gebruikt. Nudossi bevat 36% hazelnoten in vergelijking met Nutella, die 13% hazelnoten bevat.
Komet
Komet Speiseeispulver (poeder om roomijs te maken) was een goedkope manier in de DDR om ijs te maken. Je moest de poeder mengen met melk en in de vriezer doen. Voilà.
Het bedrijf bestaat nog steeds overigens.
Dit geweldige filmpje werpt een blik op (de geschiedenis van) typische alledaagse DDR-producten variërend van tandpasta tot auto's. Diverse reclamespotjes uit vervlogen DDR-tijden worden nogmaals onder de aandacht gebracht van de kijker.
In het filmpje worden voorbijgangers bevraagd of ze sommige iconische Ost-produkte (nog) kennen en of de West-Duitse varianten beter zijn/waren. Ook wordt gekeken of de bedrijven achter de Ost-produkte die Wende hebben overleefd of niet.
Het filmpje duurt bijna 1,5 uur, maar de liefhebber zal werkelijk smullen v/e geweldig stukje geschiedenis over DDR-produkte.
Aal in Öl mit Bratkartoffeln
Gebratenes Fischfilet mit Kartoffelsalat
Kochfisch mit Kartoffeln und Gemüse
Gedünstetes Fischfilet mit Butter-Dill-Salzkartoffeln
Coca Cola vs Vita Cola
Club Cola
Filmpje over DDR-producten
60 merken uit de voormalige DDR, die nog bestaan
Bautz‘ner Senf & Feinkost
Berggold
Born Feinkost
Burger Knäcke
Club Cola
Die Thüringer
Domal
Dr. Dörr
Dr. Quendt
Eberswalder Wurst
Filinchen
Fit
Fläminger Jagd
Florena
Freiberger Bier
Bron: www.duitslandnieuws.nl
Frentzel
Grabower Süßwaren
Greußener
Halberstädter Würstchen
Halloren
Hasseröder Bier
Heichelheimer
Herzgut
Hopf Feinkost
Ileburger Sachsenquelle
Kamillan
Kathi
Komet
Köstritzer Bier
Landskron
Gevogelte gerechten
Ente mit Rotkohl und Klöße
Goldbroiler mit Rotkohl und Salzkartoffeln
Hünerfrikassee mit Reis
Leckermäulchen
Lichtenauer
Margon
Mineralquellen Bad
Liebenwerda
Mühlhäuser
Nordhäuser Doppelkorn
Nudossi
Oppacher Mineralquellen
Osterland
Radeberger Bier
Radeberger Wurstwaren
Röstfein
Rotkäppchen Käse
Rotkäppchen Sekt
Sachsenmilch
Sachsenobst
Schloss Wackerbarth
Spee
Sternburg Bier
Teigwaren Riesa
Thüringer Waldquell
Tilmann´s
Ur-Krostitzer Bier
Viba
Vita Cola
Wernesgrüner
Wilthener Gebirgskräuter
Wolf Wurstwaren
Wurzener
Klassieke DDR-gerechten
Populaire gerechten
Schweinelendchen mit Rotkohl und Thüringer Klöße
Würzfleisch vom Schwein
Hackbraten (Falscher Hase) mit Rotkohl und Salzkartoffeln
Jägerschnitzel (Jagdwurst) mit Makkaroni und Tomatensauce
Steak au four mit Buttererbsen und Pommes Frites
Senfeier mit Salzkartoffeln
Kartoffelsuppe Hausfrauenart mit Bockwurst
Gemischter Goulasch mit Mischgemüse und Salzkartoffeln
Makkaroni mit Tomatensoße
Voorgerechten
Bauernfrühstück
Strammer Max
Arme Ritter
Karlsbader Schnitten
Salades
Weißkrautsalat
Rotkohlsalat
Möhrensalat mit Ei
Tomatensalat
Gurkensalat
Kartoffelsalat mit Mayonnaise
Warmer Kartoffelsalat mit Speck und Bockwurst
Bohnensalat
Weißkrautsalat
Soepen
Hühnernudelsuppe
Blumenkohlcremesuppe
Tomatencremesuppe
Legierte Bohnensuppe
Soljanka
Wirsingkohleintopf mit Fleisch
Hühnernudelsuppe
Visgerechten
Kochfisch mit Kartoffeln und Gemüse
Hünerfrikassee mit Reis
Deeggerechten
Eierkuchen mit Apfelmus
Eierkuchen mit Apfelmus
Wildgerechten
Kaninchen mit Blumenkohl und Salzkartoffeln
Kaninchen mit Blumenkohl und Salzkartoffeln
Vegetarische gerechten
Gemüseplatte
Kräuterquark mit Butter und Salzkartoffeln
Milchreis mit Butter, Zimt und Zucker
Rüherei mit Spinat und Salzkartoffeln
Stangenspargel, zerlassene Butter und Kartoffeln
Rührei mit Spinat und Salzkartoffeln
Vleesgerechten met rund- en varkensvlees
Sächsische Krautrollade mit Salzkartoffeln
Vleesgerechten met varkensvlees
Kochklopse (Königsberger Klopse) mit Kartoffelstampf und Gurkensalat
Schweinelendchen mit Rotkohl und Thüringer Klöße
Schweinelendchen mit Mischgemüse, Salzkartoffeln und Sauce Bearnaise
Zigeunersteak (Kammscheiben mit Letscho)
Bratwurst mit Sauerkraut und Salzkartoffeln
Sauerbraten mit Rotkohl und Salzkartoffeln
Schweineschnitzel mit Pommes, Erbsengemüse und Spiegelei
Schweineschnitzel mit Salzkartoffeln und Tomatensalat
Schweineschnitzel mit Kartoffelsalat
Hamburger Schnitzel mit Blumenkohl und Salzkartoffeln
Schweineschnitzel mit Blumenkohl, Brösel und Salzkartoffeln
Kochklopse (Königsberger Klopse) mit Kartoffelstampf und Gurkensalat
Vleesgerechten met rundvlees
Rindergoulasch mit Makkaroni
Nagerechten
Kalter Hund